H4 B4 Een langdurige strijd

H4 Nieuw geloof, nieuw land
Tijd ontdekkers en hervormers (1500-1600)
Vroeg Moderne Tijd (1500-1800)
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H4 Nieuw geloof, nieuw land
Tijd ontdekkers en hervormers (1500-1600)
Vroeg Moderne Tijd (1500-1800)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§3 Onrust in de Nederlanden
Herhaling

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt bedoeld met de zin 'Karel V bestuurde een groot, maar verbrokkeld rijk.'
A
Het rijk van Karel was groot, maar bestond uit losse stukken land.
B
Het rijk van Karel was groot, maar dreigde uit elkaar te vallen.
C
Het rijk van Karel was groot, maar hij was niet in alle landen even machtig.

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor soort verandering was het instellen van een centraal bestuur?
A
Cultureel
B
economisch
C
politiek-bestuurlijk
D
sociaal

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem twee dingen waarover de burgers van de Nederlanden ontevreden waren over Filips II.

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Voordelen van een centraal bestuur voor Filips II
Ambtenaren waren niet meer nodig. 
De adel in de Nederlanden zou meer macht krijgen. 
Filips II zou beter met de adel kunnen samenwerken.
Filips II zou beter met de adel kunnen samenwerken.
Filips II zou meer macht krijgen. 
Overal zouden dezelfde regels gelden.

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Filips II vervolgde
A
katholieken
B
protestanten

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

§4 De Nederlandse Opstand
  • Je kunt uitleggen waarom Willem van Oranje belangrijk was voor het begin van de Opstand.
  • Je kunt vier redenen noemen waarom de opstandelingen de Opstand volhouden. 
  • Je kunt uitleggen dat het ontstaan van de Republiek een gevolg was van de Opstand.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De eerste jaren van de opstand.
Je kunt uitleggen waarom Willem van Oranje belangrijk was voor het begin van de Opstand.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beeldenstorm
Protestanten vernielen de beelden en ramen in katholieke kerken. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaak beeldenstorm
Hagepreek (H) 
  • Protestanten kwamen in opstand tegen het verbod op bijeenkomsten en begonnen kerken te vernielen. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolg beeldenstorm
Filips stuurde Alva naar de Nederlanden. 

Alva werd de nieuwe landvoogd (plaatsvervanger van de koning)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maatregelen Alva
  • Er komt een rechtbank die de aanhangers van de beeldenstorm bestraft. 
  • Er worden extra belastingen ingevoerd.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen maatregelen
Het volk was erg ontevreden over de komt van Alva en zijn maatregelen. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Willem van Oranje 
  • Stadhouder van Holland en Zeeland
  • Voor de komst van Alva  gevlucht naar Duitsland
  • Ontslagen als stadhouder
  • Had kritiek op het bestuur van Filips II

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanleiding van de Nederlandse Opstand

  • Willem van Oranje verzamelt in Duitsland een leger 
  • In 1568 valt hij de Spanjaarden aan
  • Deze aanval mislukt
  • Vier jaar later wonnen de opstandelingen wél: bij Den Briel

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nederlandse Opstand 

Tachtigjarige oorlog
1568 - 1648
Het verzet van de Nederlandse gewesten tegen de Spaanse koning tussen 1568-1684

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verovering van Den Briel 1572 
  • Na Den Briel worden meer steden in Holland en Zeeland veroverd.
  • Steeds meer gewesten sluiten zich aan bij de Opstand

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Willem van Oranje wordt aanvoerder van de Opstand. 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een langdurige strijd
Je kunt vier redenen noemen waarom de opstandelingen de Opstand volhouden. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reden 1: Spanje moest regelmatig stoppen met vechten, omdat het geen geld meer had. 


  • Spanje vocht met huursoldaten die niet vochten als ze niet betaald kregen

Slide 21 - Tekstslide

De stadmuren waar heel stevig, er was bijna niet doorheen te komen. 
Reden 2. De opstandelingen kregen hulp van Engeland en Frankrijk  

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reden 3. De handelssteden in Holland en Zeeland werden steeds rijker. Er was genoeg geld om de strijd vol te houden. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reden 4. Vanaf 1588 kregen de Nederlanden een goede leider:
Maurits, zoon van Willem van Oranje. 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Republiek onstaat
Je kunt uitleggen dat het ontstaan van de Republiek een gevolg was van de Opstand.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Unie van Utrecht
  • 1579
  • Verbond (afspraak) tegen de Spaanse koning
  • Noordelijke gewesten spraken af elkaar te helpen in de strijd tegen de Spanjaarden

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plakkaat van Verlatinghe (H)
  • 1581
  • De opstandige gewesten besluiten dat Filips II hun koning niet meer is. 
  • De Nederlanden verklaren zich onafhankelijk. 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De moord op Willem van Oranje 
1584

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden


Maakt zich in 1588 los van Spanje

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vrede van Münster
1648
Spanje erkende de noordelijke Nederlanden als onafhankelijk land. 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bestuur van de Republiek
  • Een republiek is een land zonder koning
  • Rijke burgers bestuurden de steden en gewesten
  • Je kon niet worden vervolgd om je geloof
  • Er was geen centraal bestuur


De zeven gewesten samen overlegden over oorlog en andere buitenlandse zaken.
Elk gewest had eigen wetten, rechtspraak, belastingen, etc.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veel informatie hè!
Kijk het filmpje op de volgende dia voor herhaling van de lesstof. 

Vergeet de laatste twee dia's niet!

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Noem twee dingen die je geleerd hebt deze les.

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is nog niet helemaal duidelijk uitgelegd voor je?

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies