Proeftoets Woorden hoofdstuk 3 TALENT

WOORDSOORTEN
bn– lw – vz – ww – zn. 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

WOORDSOORTEN
bn– lw – vz – ww – zn. 

Slide 1 - Tekstslide

samenstellingen

Slide 2 - Tekstslide

                   MEERVOUD
dvd
imago
dak
fantasie
olie
slee

Slide 3 - Tekstslide

                   MEERVOUD
dvd 's
imago's
daken
fantasieën 
oliën 
sleeën


Slide 4 - Tekstslide

benzine + pomp =  
cd + speler = 
groente + soep =  
groep + foto = 
hond + hok = 
jeugd + vriend = 
super + plan =
vmbo + school = 

Slide 5 - Tekstslide

benzine + pomp = benzinepomp 
cd + speler = cd-speler 
groente + soep = groentesoep 
groep + foto = groepsfoto 
hond + hok = hondenhok 
jeugd + vriend = jeugdvriend 
super + plan = superplan 
vmbo + school = vmbo-school

Slide 6 - Tekstslide

Werkwoordspelling

zich bevinden
vermijden
stinken 
beloofd
gebeurd

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

accepteren is
A
het effect
B
de regel waar mensen zich aan moeten houden
C
de manier waarop een groep mensen leeft

Slide 9 - Quizvraag

expressie is
A
B
het beeld dat mensen hebben van iemand of iets
C
het tonen van je gevoelens
D
een mening geven

Slide 10 - Quizvraag

Ergens maling aan hebben is
A
niet luisteren naar regels, afspraken of negatieve dingen die mensen over je zeggen of denken
B
heel snel een oordeel over iemand hebben
C
iets negeren

Slide 11 - Quizvraag

iets negeren is
A
iets links laten liggen
B
met betrekking tot het volk
C
wat belangrijk voor je is

Slide 12 - Quizvraag

de waarde is
A
Wat belangrijk voor je is.
B
een mening geven
C
iets wat zo hoort, zonder dat het ergens vastgelegd is

Slide 13 - Quizvraag

De schaamte is
A
iets wat zo hoort, zonder dat het ergens vastgelegd is
B
Het tonen van je gevoelens
C
vervelend gevoel omdat je zou willen dat je anders gehandeld had

Slide 14 - Quizvraag

De doelgroep is
A
de manier waarop een groep mensen leeft
B
de groep mensen waarvoor iets bestemd is
C
D
De manier waarop iemand denkt of doet

Slide 15 - Quizvraag


A
B
het tonen van je gevoelens

Slide 16 - Quizvraag

sociaal is
A
het tonen van je gevoelens
B
met betrekking tot een volk
C
de uitwerking van iets of iemand

Slide 17 - Quizvraag

De ongeschreven regel is
A
iets wat zo hoort, zonder dat het ergens vastgelegd is
B
wat aanvaarden, goedvinden
C
de uitwerking op iets of iemand

Slide 18 - Quizvraag

Een uitdrukking is
A
een hele zin met een figuurlijke betekenis
B
een deel van een zin met een figuurlijke betekenis
C
D
een hele zin met een letterlijke betekenis

Slide 19 - Quizvraag

Wat is waar? Een spreekwoord
A
is een figuurlijke uitdrukking
B
is een woord met een figuurlijke betekenis
C
kun je niet veranderen.
D
is een hele zin met een figuurlijke betekenis.

Slide 20 - Quizvraag

uitdrukking of spreekwoord?

Als er een schaap over de dam is, volgen er meer

Slide 21 - Tekstslide