Burgerschap Kies 1 Thema 6: Geld les 1: omgaan met geld
Burgerschap Kies 1
Thema 6 : Geld
Les 1: omgaan met geld
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoel
In deze les leer je:
- Dat je moet kiezen waaraan je je geld uitgeeft.
- Wat een budgetplan is.
- Dat je kunt sparen voor bepaalde uitgaven.
Slide 2 - Tekstslide
Wat zie je wat met geld te maken heeft?
Slide 3 - Tekstslide
Geld
Veel dingen die je wilt doen of wilt hebben, kosten geld. Je moet kiezen waaraan je je geld uitgeeft. Je kunt je geld bijvoorbeeld uitgeven aan kleding of tijdens het uitgaan.
Sommige mensen vinden het belangrijk om veel geld te hebben. Ze willen bijvoorbeeld graag dure spullen kunnen kopen. Andere mensen vinden dure spullen niet zo belangrijk. Zij hebben minder geld nodig.
Slide 4 - Tekstslide
stelling:
Als ik geld nodig heb, ga ik meer werken.
Slide 5 - Tekstslide
stelling:
Ik weet niet goed waaraan ik mijn geld uitgeef.
Slide 6 - Tekstslide
stelling:
Geld maakt gelukkig
Slide 7 - Tekstslide
stelling:
Mensen die arm zijn, kunnen daar niets aan doen.
Slide 8 - Tekstslide
budgetplan
Je hebt verschillende inkomsten, zoals je loon of je zakgeld. Je hebt ook uitgaven, zoals je telefoonrekening en je sportabonnement. Je kunt een overzicht maken van je inkomsten en uitgaven. Zo'n overzicht noem je een budgetplan.
Als je een budgetplan maakt, kun je zien of je geld overhoudt of geld tekortkomt.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
sparen
Je kunt geld sparen. Geld sparen betekent dat je geld apart zet voor later. Veel mensen zetten hun spaargeld op een spaarrekening bij een bank.
Je kunt geld sparen om een onverwachte uitgave te kunnen betalen. Bijvoorbeeld als je laptop kapot gaat en je een nieuwe moet kopen. Je kunt ook geld sparen als je iets wilt doen of kopen, maar er nog niet genoeg geld voor hebt. Je kunt bijvoorbeeld sparen voor een vakantie.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.