5.4 - Remmen en botsen

 Paragraaf 5.4 - Remmen en botsen
LessonUp
Nee!
Benodigdheden
- NOVA-boek B
- Schrift
- Pen, potlood
- Rekenmachine
- Liniaal
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

 Paragraaf 5.4 - Remmen en botsen
LessonUp
Nee!
Benodigdheden
- NOVA-boek B
- Schrift
- Pen, potlood
- Rekenmachine
- Liniaal

Slide 1 - Tekstslide

Beweging
Beweging is een verandering van plaats en tijd

Slide 2 - Tekstslide

dfa
fdaf
Leerdoelen - Paragraaf 5.4
5.4.1 Je kunt uitleggen wat de remweg is en waarvan de remweg afhangt.
5.4.2 Je kunt aan de hand van een grafiek uitleggen wat het verband is tussen de beginsnelheid en de remweg.
5.4.3 Je kunt uitleggen wat bedoeld wordt met de reactietijd en de reactie-afstand.
5.4.4 Je kunt de stopafstand van een auto berekenen.

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
1. Uitleg over remweg
2. Proef 5
3. Opdrachten maken

Slide 4 - Tekstslide

Remweg
Remweg
Een motor rijdt langzaam door de straat. Plotseling rent een jongen achter een voetbal aan de straat op. De motor moet remmen. Hij staat na enkele meters stil. Als hij harder reed, zou hij minder snel stilstaan. Het remmen duurt langer als je harder rijdt. Je legt dan een grotere afstand af voordat je stilstaat. Je zegt: de remweg is langer. De remweg is de afstand die je nodig hebt tot je stilstaat.

Slide 5 - Tekstslide

dfa
fdaf
Remweg
Remweg hangt af van:
- Beginsnelheid
- De (totale) massa van de auto
- De remkracht 

Slide 6 - Tekstslide

(begin)snelheid
normale omstandigheden
Andere omstandigheden

Slide 7 - Tekstslide

Hoe zwaarder een auto of fiets, hoe langer de remweg wordt. 

Een zwaar beladen auto
hoe zwaarder een voertuig hoe langer de remweg.

Slide 8 - Tekstslide

Remkracht

Slide 9 - Tekstslide

Reactie-afstand

Als je plotseling moet remmen, zijn twee dingen belangrijk:
• de reactietijd
• de snelheid

In de reactietijd rijdt de motorrijder nog even hard door en remt nog niet. 
De afstand die de motorrijder aflegt vóór hij begint te remmen, noem je de reactie-afstand. 


Slide 10 - Tekstslide

Stopafstand

Stopafstand = reactie-afstand + remweg

De motorrijder ziet de jongen met de voetbal de straat op lopen en remt zo snel mogelijk. Maar voor hij stilstaat, legt hij nog een afstand af. 





Slide 11 - Tekstslide

En dat in een afstand,snelheid-diagram

stopafstand = reactie-afstand + remweg

Hierbij is de reactietijd 1,0 s. 

100 km/h = 27,77 m/s 
Dus reactietijd is 1,0 s is afstand 27,77 m 




Slide 12 - Tekstslide

Verband snelheid en remweg
Als de snelheid n keer zo groot wordt, wordt de remweg n2 keer zo lang.

Dus bijvoorbeeld. 
Snelheid is 40 km/h is remweg 10 m
Snelheid is 80 km/h is remweg ... m

22 = 4 dus 10 · 4 = 40 m.

Slide 13 - Tekstslide

Samenvatting paragraaf 5.4
De remweg hangt af van:  • de snelheid, • de remmen, • de massa, • het wegdek, • de banden
Het duurt altijd even voordat je remt. Dat is de reactietijd en is gemiddeld 1 seconde.
De reactie-afstand is de afstand die je aflegt in de reactietijd.
De reactie-afstand hangt af van de reactietijd en de snelheid.
stop-afstand = reactie-afstand + remweg
Als de snelheid n keer zo groot wordt, wordt de remweg n2 keer zo lang.








Slide 14 - Tekstslide

Proef 5
Eerst uitvoeren proef 5 in tweetallen

Daarna maken huiswerk online opdracht 1 t/m 10

Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk
2E:
  • Online opdracht 1 t/m 10

Slide 16 - Tekstslide