9.3 Je huid [les 2] [HAVO]

Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Boeken + notitiespullen pakken
Ga in deze Lesson Up

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Boeken + notitiespullen pakken
Ga in deze Lesson Up

Slide 1 - Tekstslide

Voor de vakantie hebben we naar o.a. de lever en de nieren gekeken. Noem 2 taken die de lever uitvoert

Slide 2 - Open vraag

Voor de vakantie hebben we naar o.a. de lever en de nieren gekeken. Wat doen die nieren eigenlijk in je lichaam?

Slide 3 - Open vraag

Stel je wil een tattoo...
Tot waar moet de naald dan?

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de goede volgorde?
Opperhuid
Lederhuid
Onderhuid
Zweetklier 
Haarzakje

Slide 5 - Sleepvraag

Waar moet de inkt dan in?
A
Opperhuid
B
Lederhuid
C
Onderhuid
D
Haarzakjes

Slide 6 - Quizvraag

Waarom denk je dat
het de lederhuid (dermis) is?

Slide 7 - Open vraag

Een tattoo zetten doet daarom vaak ook pijn...








Komen we ook weer terug bij waarom het zo handig is
Want wat zie je in de lederhuid?

Slide 8 - Tekstslide

Een tattoo zetten doet vaak ook pijn...

  
Een paar tips?                            

Vond ik op 
een tattoo-site...

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

DOEL
Je kunt in verschillende contexten uitleggen hoe bloedstelling werkt, hoe het beinvloed kan worden en welke effecten (verkeerde) bloedstolling kan hebben.

Slide 12 - Tekstslide

Uitwendige bloeding
Inwendige bloeding

Slide 13 - Tekstslide

Welk vast bestanddeel in het bloed zorgt voor de bloedstolling
A
Rode bloedcellen
B
Witte bloedcellen
C
Bloedplaatjes
D
Bloedplasma

Slide 14 - Quizvraag

Bloedstolling
Stap 1. De vaatvernauwing begint doordat er uit beschadigde cellen signaalstoffen vrijkomen, die maken dat langsstromende bloedplaatjes aan de beschadigde bloedvatwand blijven plakken. 

Uit deze bloedplaatjes komen stoffen vrij, die ervoor zorgen dat de vaatwand nog meer vernauwt.



Slide 15 - Tekstslide

Bloedstolling
Stap 2. De stoffen uit de bloedplaatjes zelf zorgen er ook voor dat nog meer bloedplaatjes blijven plakken en samenklonteren. Hierdoor vormt zich een soort propje dat de wond voorlopig afdicht.



Slide 16 - Tekstslide

Bloedstolling
Stap 3. Een tiental stollingsfactoren (bloedeiwitten in bloedplasma) worden achter elkaar geactiveerd. 

Het uiteindelijke resultaat is dat het bloedeiwit fibrinogeen omgezet wordt in een draderig, onoplosbaar eiwit. Dit eiwit heeft fibrine. De fibrinedraden vormen een soort vangnet, waarin bloedcellen blijven steken. 

Er ontstaat een korstje (bij een huidwond). Korstjes zijn rood door de gevangen rode bloedcellen.



Slide 17 - Tekstslide

Fibrine is oplosbaar, fibrinogeen niet
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Video

Het gif van adders stimuleert de omzetting van protrombine tot trombine (beide stollingsfactoren). Dit zorgt er voor dat meer fibrinogeen wordt omgezet tot fibrine. Anton wordt gebeten in zijn been. Leg uit wat er gebeurt.

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Video

HUISWERK
9.2 Opdr. 17, 18, 19
9.3 Opdr. 10, 11, 12, 14, 15, 16

Slide 22 - Tekstslide