V2 H3 Bvb en obwb

V2

§7 zinsdeelstukken

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

V2

§7 zinsdeelstukken

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
- Je weet dat een zinsdeelstuk een deel is van een zinsdeel.

- Je weet dat een bijvoeglijke bepaling extra informatie geeft over een zelfstandig naamwoord.

- Je weet dat een ondergeschikte bijwoordelijke bepaling extra informatie geeft over een niet zelfstandig naamwoord.

- Je weet dat een zinsdeelstuk weglaatbaar is en 'overbodige' info geeft.


Slide 2 - Tekstslide

Zinsdelen en zinsdeelstukken
- Gezegde (WG of NG)
- Onderwerp
- Lijdend voorwerp
- Meewerkend voorwerp
- Bijwoordelijke bepaling
- Voorzetselvoorwerp
----------------------------------
- Bijvoeglijke bepaling (bvb)
- Ondergeschikte bijwoordelijke (obwb)
- Bijstelling (bijst)
bepaling (obwb)

Zinsdelen
Zinsdeelstukken

Slide 3 - Tekstslide

De bijvoeglijke bepaling (bvb)
  • ... is een deel van een ander zinsdeel.
  • ... zegt iets over het belangrijkste zelfstandig naamwoord in een zinsdeel = de kern.
  • ... kan voor of achter dat zelfstandig naamwoord staan.
  • ... vind je door te vragen: welk/wat voor + het zelfstandige naamwoord?

Let op: 
De kern is het belangrijkste woord van het zinsdeel, de bvb's zou je weg kunnen laten, de kern niet


Slide 4 - Tekstslide

Vb. 1 bijvoeglijke bepaling (bvb)
Het nieuwe museum \ werd \door de Dordtse burgemeester\ geopend.

De kernen zijn: museum en burgemeester. Die kun je NIET weglaten.

nieuwe = bijv.bep > museum 
Dordtse = bijv.bep > burgemeester 

Slide 5 - Tekstslide

Nu jij!
De slimme jongen \is \ lid \ geworden \ bij de beste voetbalclub van ons dorp.

Bepaal eerst de kernen - noteer ze op je wisbordje.

Slide 6 - Tekstslide

De slimme jongen \is \ lid \ geworden \ bij de beste voetbalclub van ons dorp.

slimme = bijv.bep > jongen (zn)
beste = bijv.bep > voetbalclub  (zn)
van ons dorp = bijv.bep > voetbalclub  (zn)
Let op: dorp is geen kern, dat is voetbalclub al.

Slide 7 - Tekstslide

bijv.bep. kort samengevat:
Een bijv.bep. zegt iets van het belangrijkste ZELFSTANDIGE NAAMWOORD van een zinsdeel = de kern (het belangrijkste ZN van het zinsdeel)

Slide 8 - Tekstslide

Nu over naar: 


De ondergeschikte bijwoordelijke bepaling

(obwb)

Slide 9 - Tekstslide

De ondergeschikte bijwoordelijke bepaling
  • ... is ook een zinsdeelstuk.
  • ... zegt iets over een niet-zelfstandig naamwoord in een zinsdeel = de kern van het zinsdeel (maar geen zn)
  • ... kan voor of achter een niet-zn staan.
  • Let op: soms zit een obwb binnen een bijvoeglijke bepaling zoals: (heel > lekkere, ontzettend > saaie etc.)
Let op:
De kern is weer het belangrijkste woord van het zinsdeel, de bvb's zou je weg kunnen laten, de kern niet. 


Slide 10 - Tekstslide

Vb. ondergeschikte bijwoordelijke bepaling (obwb)

De nieuwe sommen | vind | ik | heel erg moeilijk.
-> Welke kern(en) vind je in deze zin?
-> Is dit een zn of een andere woordsoort?
-> benoem welk woord bij welk woord een obwb is, zo:
obwb = erg bij moeilijk                       bvb = nieuwe bij sommen
                                                                      bvb = heel erg bij moeilijk

Slide 11 - Tekstslide

Vb. ondergeschikte bijwoordelijke bepaling/ obwb
De nieuwe docent | helpt | graag| bij de erg lastige sommen.

Wat is obwb en wat is bvb?
nieuwe = bvb bij docent (bvb, want zn)
lastige = bvb bij sommen (bvb, want zn)
erg = obwb bij lastige (obwb, want geen zn)


Slide 12 - Tekstslide

Vb. obwb en bvb
De zeer ingewikkelde opdrachten van gisteren vonden de leerlingen van de tweede klas heel erg interessant.

-> Maak een screenshot.
-> Zet zinsdeelstreepjes
-> Onderstreep per zinsdeel de kern. 
-> Is dit een zn of een niet-zn?
-> noteer obwb = .... bij .... // bvb= ... bij ... 

Slide 13 - Tekstslide

Vb. obwb en bvb
De zeer ingewikkelde opdrachten van gisteren| vonden | de leerlingen van de tweede klas | heel erg interessant.

zeer ingewikkelde is bvb bij opdrachten (=zn)
zeer is obwb bij ingewikkelde (= niet-zn)
van gisteren is bvb bij opdrachten (=zn)
van de tweede klas is bvb bij leerlingen (=zn)
heel erg is obwb bij interessant (=niet-zn)
heel is obwb bij erg (niet-zn) > let op: soms zit er dus een obwb in een bvb!



Slide 14 - Tekstslide

Stappenplan obwb en bvb
1) Plaats zinsdeelstreepjes.
2) Benoem alle zinsdelen (pv t/m vv).
3) Zoek de kernen in de zinsdelen
4a) Is de kern van het zinsdeel een zn > staat er nog iets voor of achter dit zn in hetzelfde zinsdeel? Dan is dit een bvb. Er kunnen er meer in een zinsdeel en/ of zin staan.
4b) Is de kern van het zinsdeel een niet-zn > staat er nog iets voor of achter dat niet-zn in datzelfde zinsdeel? Dan is dat obwb. Let op:  er kunnen er meer in een zinsdeel en/ of zin staan.
5) Noteer als volgt. Voorbeeldzin: Ik /woon/ in een heel mooi huis
heel mooi = bvb bij huis
heel = obwb bij mooi (een obwb kan in een bvb staan!)

Slide 15 - Tekstslide

Let op:
lidwoorden (een), voornaamwoorden (die, haar), telwoorden (drie) en voorzetsels aan het begin van een zinsdeel (bij, voor) zijn GEEN bijvoeglijke bepaling.

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag!

  • Maak de online planning grammatica 


Slide 17 - Tekstslide