3. Maken Woordenschat blz. 63/64: opdracht 5 en 6. (huiswerk!)
Slide 1 - Tekstslide
- Klaar? Controleer je werk.
- Steek je vinger op. Als ik je toets heb opgehaald:
- Maken Woordenschat blz. 63/64: opdracht 5 en 6. (huiswerk!)
Slide 2 - Tekstslide
Zakelijke e-mail schrijven
Slide 3 - Tekstslide
Je hebt vanmorgen een interessante opleiding gezien en daarover heb je nog minimaal 2 vragen (kies zelf de opleiding + je vragen). Schrijf een zakelijke e-mail met inleiding, middenstuk en slot en richt deze aan Anneke van Velden, contactpersoon informatie. E-mailadres: info@studiekeuzebeurswest.nl. Controleer je mail met de checklist en lever in bij je docent.
Slide 4 - Tekstslide
Opdracht Journaal: op los blaadje, inleveren!
1. Je kijkt naar het journaal en schrijft 3 begrippen/uitdrukkingen op die je niet goed begrijpt.
2. Je schrijft erbij bij welk onderwerp deze woorden aan bod kwamen.
3. Je zoekt op (woordenboek, internet, overleg met klasgenoten) wat de woorden betekenen. De betekenis schrijf je op en je maakt per moeilijk woord een duidelijke voorbeeldzin waaruit de betekenis naar voren komt.
4. Inleveren!
Slide 5 - Tekstslide
Aan: info@studiebeurswest.nl
Onderwerp: vragen over opleiding
Geachte mevrouw Van Velden,
Mijn naam is ……… en ik ben vanmorgen op de Studiekeuzebeurs West in Rotterdam geweest. Daar heb ik de opleiding ….. bekeken en hierover heb ik nog een paar vragen die ik aan u wil stellen.
Ten eerste vraag ik me af …… Ten tweede heb ik de vraag: …
Graag ontvang ik spoedig uw antwoord. Alvast bedankt voor de moeite.
Met vriendelijke groet,
[je naam]
Slide 6 - Tekstslide
Is Sam komen lezen?
Slide 7 - Tekstslide
Schrijf een kort, spannend verhaal met één van de volgende beginzinnen:
Ik dacht dat ik alleen thuis was.
Ik heb ze gezien, dat weet ik zeker.
De deur sloeg met een klap dicht.
Slide 8 - Tekstslide
Stuur een mail aan mij: kos@st-maartenscollege.nl
Beantwoord de volgende vragen:
1a) Wat ging er heel goed in jouw GPW?
1b) Waardoor kwam dat?
2a) Wat ging er niet goed in het GPW?
2b) Waardoor kwam dat?
2c) Wat heb je nodig of moet jij doen om dit onderdeel de volgende keer beter te doen?