wk 5: spelling

Les 1
De groene dia's uit les 1 zijn voor klas 1V 
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 1
De groene dia's uit les 1 zijn voor klas 1V 

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik
Spelling:
  • Je hebt een 1-toets over de tussenletter in samenstellingen gemaakt
  • Je hebt geleerd welke regels je moet gebruiken bij het schrijven van een verkleinwoordje (alleen klas 1Q en 1R)

Slide 2 - Tekstslide

Spelling
  • De regels achter het verkleinwoordje worden herhaald. (1V  leert de regels deze les)
  • De 1-toets tussenletter in samenstellingen wordt besproken.

Slide 3 - Tekstslide

Het verkleinwoord (alleen voor klas 1V)

De volgende opdracht maak je zonder je methode of internet erbij te pakken (anders heeft het weinig zin). Open in drive - spelling -  blok 4 t/m 6 - regels verkleinwoorden. Maak een kopie van dit document. Probeer per nummer de regel te achterhalen die hierachter schuil gaat. Schrijf de regels op een kladblaadje.

Je wordt in een willekeurige breakout room met een willekeurige klasgenoot gezet.

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht nakijken (alleen voor klas 1V)
Samen met je docent controleer je jouw eigen regels met de regels die in beeld verschijnen. 

Slide 5 - Tekstslide

Opdrachten maken  (alleen voor klas 1V)
Noteer eerst alle regels achter het verkleinwoord in je schrift. Geef je aantekening de naam: 'regels verkleinwoord'. 

1V: Maak daarna opdracht 6 op blz. 196.
1M: Maak daarna opdracht 28 op blz. 185.

Slide 6 - Tekstslide

Afsluiting 1 vwo
Huiswerk volgende les:

Klas 1v:
1. Alle regels achter het verkleinwoord staan in je schrift. Je aantekening heeft de naam: 'regels verkleinwoord'.

2. Maak opdracht 6 op blz. 196.



Slide 7 - Tekstslide

Huiswerk nakijken (klas 1Q en 1R)
4 leerlingen sturen een foto van hun schrift per mail naar grt@isendoorn.nl. 

We kijken het huiswerk klassikaal na en herhalen hierbij de regels. 

Slide 8 - Tekstslide

Foto-opdracht (individueel)

Keuken:              Maak een foto van 2 voorwerpen die in een keukenla liggen.
                               Maak een foto van 1 voorwerp dat je vanochtend bij je ontbijt hebt  gebruikt (of                                       tijdens  de lunch gaat gebruiken)

Wc:                       Maak een foto van 1 ding dat je absoluut niet kunt missen in deze ruimte.

Kledingkast:    Maak een foto van 2 kledingstukken die je graag draagt.

Werkplek:         Maak een foto van 2 dingen die je niet kunt missen in deze ruimte.
timer
10:00

Slide 9 - Tekstslide

Collage maken
Maak nu van alle foto's een collage/poster in Pages of Google docs. Noteer bij iedere foto het verkleinwoord.

Deel je collage met grt@isendoorn.nl

Slide 10 - Tekstslide

Afsluiting 1 vwo
Huiswerk volgende les:

Klas 1Q en 1R:
(Collage inleveren per mail)

klas 1Q: 2fehozd
klas 1R: xylmwx2



Slide 11 - Tekstslide

Les 2
Vanaf deze les zijn de dia's voor alle klassen bedoeld.

Slide 12 - Tekstslide

Terugblik
Spelling:
  • Je hebt geleerd en welke regels je moet gebruiken bij het schrijven van een verkleinwoordje. Je hebt geoefend met deze regels.

Slide 13 - Tekstslide

Spelling
  • Je kunt de pv tt/vt en het voltooid deelwoord juist spellen.
  • Je weet wat we bedoelen met de bezitsvorm.
  • Je kunt de bezitsvorm juist spellen.

Slide 14 - Tekstslide

Huiswerk nakijken 
klas 1v: 4 leerlingen sturen een foto van hun schrift per mail naar grt@isendoorn.nl. 
We kijken het huiswerk klassikaal na en herhalen hierbij de regels. 

klas 1Q en 1R: Enkele collages worden bekeken en besproken met de klas.

Slide 15 - Tekstslide

Noteer het verkleinwoord:
spar

Slide 16 - Open vraag

Noteer het verkleinwoord van:
tang

Slide 17 - Open vraag

Noteer het verkleinwoord van:
bikini

Slide 18 - Open vraag

Noteer het verkleinwoord van:
trolley

Slide 19 - Open vraag

Noteer het verkleinwoord van:
opa

Slide 20 - Open vraag

Noteer het verkleinwoord van:
A3

Slide 21 - Open vraag

Noteer het verkleinwoord van:
essay

Slide 22 - Open vraag

Bezitsvorm (deel 1)
De bezitsvorm van een zelfstandig naamwoord maak je meestal door er een -s achter te zetten.

Voorbeelden:

De mountainbike van mijn broer -> Mijn broers mountainbike
De viool van Femke -> Femkes viool
De passer van Farah -> Farahs passer
Het broodje van Corné -> Cornés broodje

Slide 23 - Tekstslide

Bezitsvorm (deel 2) 
In enkele gevallen schrijf je achter het zelfstandig naamwoord 's of '.

1V/1Q/1R: Je gaat in een break-out room werken. Leid aan de hand van de voorbeelden uit opdracht 4 op blz. 244 de twee uitzonderingsregels af. 

1M: Je gaat in een break-out room werken. Leid aan de hand van de voorbeelden uit opdracht 25 op blz. 236 de twee uitzonderingsregels af. 


timer
5:00

Slide 24 - Tekstslide

Aantekening overnemen:
Zelfstandige naamwoorden die eindigen op een lange klinker of y -> 's

Zelfstandige naamwoorden die eindigen op een sisklank -> '

Namen die eindigen op -e, é of -ée -> s

Geef de aantekening de naam 'bezitsvorm'. 

Slide 25 - Tekstslide

Opdrachten maken (1Q/1R/1V)
       Ga naar blz. 244 en maak opdr 2.

        Ga naar blz. 245 en maak opdr 5.
       Ga naar blz. 243 en maak opdr 1 (alleen de even nummers).

       Ga naar blz. 245 en maak opdr 5.

Slide 26 - Tekstslide

Afsluiting 1 vwo
Huiswerk volgende les:

1Q/1R/1V:
Gele groep: aantekening bezitsvorm overnemen + maken opdr 1 blz. 243 en opdr 5 blz. 245.
Blauwe groep: aantekening bezitsvorm overnemen + maken opdr 2 blz. 244 en opdr 5 blz. 245.






Slide 27 - Tekstslide