7.2 - Coniunctivus praesens in de hoofdzin

Coniunctivus praesens in de hoofdzin
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Coniunctivus praesens in de hoofdzin

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen

  • Je kunt de conjunctivus praesens in de hoofdzin vertalen als wens, aansporing, verbod en twijfelvraag. 

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je al?
De conjunctivus praesens herken je aan een
(bij de a-stammen verandert de a in een e)

De conjunctivus geeft een subjectieve kleur aan een zin.

Slide 3 - Tekstslide

Conjunctivus praesens in de hoofdzin
De conjunctivus praesens kan in de hoofdzin de volgende 'kleuren' geven aan de zin:
  • Wens (Moge zij lang leven!)
  • Aansporing (Laten we naar de bakker gaan)
  • Twijfel (Wat moet ik doen?)
  • Verbod (Doe dat niet!)
  • Mogelijkheid (Ik zou het kunnen doen)
  • Waarschijnlijkheid

Een conjunctivus moet je in de hoofdzin altijd op een bijzondere manier vertalen!

Slide 4 - Tekstslide

Wens (optativus)
  • Vertalen met 'moge ...' of 'hopelijk'
  • Vaak versterkt met utinam ('och...')

Utinam domi maneas!
Moge je thuis blijven! / Hopelijk blijf je thuis!


Slide 5 - Tekstslide

Aansporing (adhortativus)
  • Vertalen met 'laten...'
  • Altijd 1e of 3e persoon 

Domum eamus!
Laten wij naar huis gaan.


Slide 6 - Tekstslide

Verbod (prohibitivus)
  • Altijd met de ontkenning ne
  • Vertalen met 'je moet niet ...' / ontkennende bevelvorm 'doe dat niet!'

Ne hoc facias!
Je moet dit niet doen! / Doe dit niet!


Slide 7 - Tekstslide

Twijfelvraag (dubitativus)
  • Altijd in vraagzinnen
  • Vertalen met 'moeten'

Quid faciam?
Wat moet ik doen?


Slide 8 - Tekstslide

Mogelijkheid (potentialis)
  • Altijd in vraagzinnen
  • Vertalen met 'zou kunnen'

Nemo hoc dubitet.
Niemand zou hieraan kunnen twijfelen.


Slide 9 - Tekstslide

Waarschijnlijkheid (concessivus)
  • Vertalen met 'ook al' / 'zal wel'

Omnia possideat, non possidet aëra Minos.
Ook al bezit hij alles, Minos bezit de lucht niet.


Slide 10 - Tekstslide

Signaalwoorden
Utinam: wens --> Moge / Ik hoop dat
Ne: verbod --> Je moet niet / Doe niet 
Vraagteken: twijfelvraag --> Wat moet ik doen?

Geen signaalwoord? Kijk naar de context!

Slide 11 - Tekstslide

Vertaal de zin:
Utinam propter virtutem laudem mereas!

Slide 12 - Open vraag

Vertaal de zin:
Pareant liberi parentibus: hi enim severiores sunt.

Slide 13 - Open vraag

Vertaal de zin:
Canis magnus appropinquat: utrum consistam an procul curram?

Slide 14 - Open vraag

Vertaal de zin:
Carmen repetamus: bis canamus!

Slide 15 - Open vraag

Vertaal de zin:
Ne lacrimes de vulneribus tuis, fili, nam mox minus doleas.

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

De Romeinse dichter Catullus wijdt liefdesgedichten aan Lesbia. Over hun relatie wordt geroddeld, maar daar moeten ze zich, vindt hij, niets van aantrekken. Vertaal de tekst.
Vivamus, mea Lesbia, atque amemus,
rumoresque senum severiorum
omnes unius aestimemus assis.
rumores mv = kletspraatjes / severus, -a, -um = streng / aestimare + gen = waard vinden
/ unius assis (gen) = één cent

Slide 18 - Open vraag

Klaar?
Begin met het vertalen van tekst 44 regels 13 t/m 30.

Slide 19 - Tekstslide