6.3 fossiele brandstof en milieu
1 / 27
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Aardgas, aardolie en steenkool zijn voorbeelden van...
A
...fossiele brandstoffen
B
...natuurlijke producten
C
...herbruikbare grondstoffen
D
...metalen
Slide 4 - Quizvraag
Welke is geen fossiele brandstof
A
Aardolie
B
Aardgas
C
Hout
D
Steenkool
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
een zure stof heeft een pH
A
van 7
B
van 0
C
kleiner dan 7
D
groter dan 7
Slide 14 - Quizvraag
een basische stof heeft een pH
A
van 7
B
van 0
C
kleiner dan 7
D
groter dan 7
Slide 15 - Quizvraag
een neutrale stof heeft een pH
A
van 7
B
van 0
C
kleiner dan 7
D
groter dan 7
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Wat is het versterkte broeikaseffect?
A
De laag broeikasgassen wordt dikker, waardoor het warmer wordt.
B
Het gat in de ozonlaag wordt groter
C
Het wordt kouder op aarde
Slide 24 - Quizvraag
Slide 25 - Tekstslide
Zonder het broeikaseffect zou er geen leven
op aarde mogelijk zijn.
op aarde mogelijk zijn.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 26 - Quizvraag
waardoor komt het versterkte broeikaseffect
A
Verbranding fossiele brandstoffen
B
Duurzame energie
C
Spuitbussen
