In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
3.1 Ordening
Nodig voor het werkstuk
Blz. 148 t/m 158
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
1. Je kunt de kenmerken noemen van dieren, planten, schimmels en bacterien
2. Je kunt uitleggen wanneer organisme tot de zelfde soort behoren
Slide 2 - Tekstslide
ordenen
je kan voorwerpen en organisme indelen in verschillende groepen of sorteren dit noem je ordenen.
bij ordenen verdeel je een verzameling in groepen met hetzelfde kenmerk.
Slide 3 - Tekstslide
Ordenen & Kenmerken
Ordenen = het indelen van organisme in groepen
Indeling op grond van gemeenschappelijke kenmerken.
Kenmerk = Een eigenschap waaraan je een organisme kunt onderscheiden van andere organisme
Slide 4 - Tekstslide
ordenen
om te bepalen of een organisme een plant, een dier of een schimmel is:
Kijk naar de cellen & naar het DNA in de celkern
Slide 5 - Tekstslide
4 rijken
Biologen ordenen alle organismen in 4 groepen. Zo'n groep noem je een rijk. Hiernaast zie je de 4 rijken.
Bij het indelen heeft men gekeken naar de celkenmerken: celkern, celwand en bladgroenkorrels.
Slide 6 - Tekstslide
Celkenmerken
Slide 7 - Tekstslide
Bs 1: Organisme ordenen
.
Slide 8 - Tekstslide
Soorten en rassen
Soorten = organisme die samen vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen.
Ras = een groep organisme binnen een soort, die sterker op elkaar lijken dan andere groepen van dezelfde soort
Slide 9 - Tekstslide
Ezel en een paard
+
Kunnen kinderen maken samen. Maar deze kinderen zijn onvruchtbaar en kunnen dus zelf geen kinderen meer krijgen.
Een ezel en een paard zijn dus een andere soort
Slide 10 - Tekstslide
Poedel en een labrador
+
Een poedel en een labrador. Het zijn honden. Ze horen tot de zelfde soort. Ze hebben alleen een ander ras. Samen kunnen ze kinderen krijgen en die kinderen zijn ook weer vruchtbaar.
Slide 11 - Tekstslide
Wat bedoelen we met ordenen van organisme?
Slide 12 - Open vraag
Een ander woord voor ordenen is?
A
Opruimen
B
Sorteren
C
Weggooien
Slide 13 - Quizvraag
Betekend ordenen indelen in groepen?
A
Ja
B
Nee
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Video
Maken!!
Om te weten of je het goed begrepen hebt moet je maken
vraag 2 t/m vraag 8
Van blz. 153 t/m blz. 158
Dit is niet verplicht, maar kan wel goed helpen bij het werkstuk!!!