,

2F - 15-3-2024 - Unit 6 - les 60

Engels
Welcome 2F
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Engels
Welcome 2F

Slide 1 - Tekstslide

Unit 6 - Law and Order
Lesson 60
- Planning 3rd term
- Lesson Goals
- Grammar: Gerund, some/any
- Homework



Slide 2 - Tekstslide

Planning 3rd term
3 tests during the 3rd term

Friday 12 April - Unit 6

Somewhere in June  - Practical Assignment
Testweek in June - Language Village

Slide 3 - Tekstslide

Goals
  • Je weet wat de gerund is in het Engels en je kunt de gerund toepassen in een zin.
  • Je weet wat some/any betekenen in het Engels en kunt ze toepassen in een zin.

Slide 4 - Tekstslide

gerund

Slide 5 - Tekstslide

Gerund

Slide 6 - Tekstslide

Gerund
Gerund = Is een werkwoord waar je ing achter zet. De gerund gebruik je NA werkwoorden als: Love, Stop, Start, Enjoy

Bijvoorbeeld: I love travelling 
                             They enjoy swimming

Let op: de gerund is geen 'tijd' zoals de present continuous




Slide 7 - Tekstslide

Gerund = hele werkwoord als
zelfstandig naamwoord

Slide 8 - Tekstslide


Een gerund is een..
A
..zelfstandig naamwoord dat gebruikt wordt als een werkwoord.
B
..werkwoord dat gebruikt wordt als een zelfstandig naamwoord.

Slide 9 - Quizvraag

De regel van de gerund is....
A
ww+ -ing
B
ww+-ed
C
ww+-s
D
vorm van to be

Slide 10 - Quizvraag

I enjoy dancing!
Dancing is een voorbeeld van een gerund. Een gerund is een werkwoordsvorm die wordt gebruikt als...
A
Een werkwoord
B
Iets wat er nu gebeurt
C
Een zelfstandig naamwoord
D
Bijvoegelijk naamwoord

Slide 11 - Quizvraag

Selecteer de gerund
A
I like running.
B
I can run very fast.
C
James isn't a fast runner.
D
She is running the marathon.

Slide 12 - Quizvraag

Selecteer de gerund
A
That bird is flying.
B
Flying is fun.
C
I am going to fly.
D
Birds can fly.

Slide 13 - Quizvraag


use the gerund 

Slide 14 - Open vraag


use the gerund 

Slide 15 - Open vraag


use the gerund 

Slide 16 - Open vraag

Don’t __________ ! You have to stand up when the judge enters the room.
You have to stop __________   for ice cream, or you will not have any at all.
If you don't enjoy ___________ films, you don't have to. 
They designed this car specifically to ___________  the condition of the roads.

foute antwoorden
sit
sitting
ask
asking
watch
watching
test
testing

Slide 17 - Sleepvraag

Gerund - I understand it!
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 18 - Poll

some / any

Slide 19 - Tekstslide

some & any
some

Positive sentences
I have got some bananas.

Questions when offering or requesting something
Would you like some bananas?
any

Negative sentences
I don't have any bananas.

Questions
Have you got any bananas?

Slide 20 - Tekstslide

Some/any: uitzonderingen
'Some': als je ergens om vraagt of een aanbod doet en een positief antwoord verwacht
Can I have some water, please?
Would you like some tea?

'Any': bij 'never', 'hardly', 'without'
He never has any time.
She passed the test without making any mistakes.

Slide 21 - Tekstslide

Are there any/some m&m's left?
A
any
B
some

Slide 22 - Quizvraag

Do you have any/some fries left?
A
any
B
some

Slide 23 - Quizvraag

She ate any / some bread and cheese.
A
any
B
some

Slide 24 - Quizvraag

We have ___ apples.
A
some
B
any

Slide 25 - Quizvraag

Did you see ___ good films this weekend?
A
some
B
any

Slide 26 - Quizvraag

There are ___ candies in my bag.
A
some
B
any

Slide 27 - Quizvraag

We don't have ___ bread.
A
some
B
any

Slide 28 - Quizvraag

On my birthday, I got ___ cards.
A
some
B
any

Slide 29 - Quizvraag

Do you have ___ pets?
A
some
B
any

Slide 30 - Quizvraag

Some
Any

Slide 31 - Tekstslide

Some/any: samenstellingen
Bij samenstellingen met 'some' en 'any' gelden dezelfde regels.
There is someone at the door.
Is anyone home?

I want to do something.
I can't do anything for you.

Slide 32 - Tekstslide

SOME
ANY
Is __body there?
I didn't see __thing unusual?
He isn't __body special.
Can I choose __thing?
There isn't __body here.
He is __body special.
It's here ___where, I'm sure.
I need __one to help me
I want ___ rest.
Can I have ___paper please?

Slide 33 - Sleepvraag


Wat past het beste in de zin? Kies uit: some - any - something - anything - somebody - anybody - someone - anyone - somewhere - anywhere
F1:
Nira lives .... in Holland.

Slide 34 - Open vraag


Wat past het beste in de zin? Kies uit: some - any - something - anything - anybody - someone - anyone - somewhere - anywhere
F5:
Meavi is .... in the schoolbuilding.

Slide 35 - Open vraag


Wat past het beste in de zin? 
Kies uit: some - any - something - anything - anybody - someone - anyone - somewhere - anywhere
Is there ..... out there?

Slide 36 - Open vraag


Wat past het beste in de zin? 
Kies uit: some - any - something - anything - somebody - anybody - someone - anyone - somewhere - anywhere
James doesn't like .... that's slow.

Slide 37 - Open vraag


Wat past het beste in de zin? Kies uit: some - any - something - anything - anybody - someone - anyone - somewhere - anywhere
F6:
Is there .... wrong? You look sad.

Slide 38 - Open vraag

Some & any are a piece of cake!
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 39 - Poll

Unit 6 - Law and Order
Make exercises 7, 8 and 9a (pp.100-102)

Check exercises 7, 8 and 9a
timer
10:00

Slide 40 - Tekstslide

Unit 6 - Law and Order
If there is time:


Slide 41 - Tekstslide

Unit 6 - Law and Order
Next class on Friday 15 March

Homework:
Bring your book B and your iPad (with a full battery)




Slide 42 - Tekstslide