Schritt 31

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Deutschstunde 2. März

Kamera einschalten

Mikrofon ausschalten

Öffne dein Buch auf Seite 142

lidwoorden & 

zelfstandig naamwoorden

Welke lidwoorden ken je in het Duits

1. der
2. die
3. das
4. der - die - das

Het lidwoord ' der ' gebruik je voor zelfstandig naamwoorden die zijn:

1. vrouwelijk
2. onzijdig
3. meervoud
4. mannelijk

Algemeen

Een taal houdt zich niet altijd aan regels.

Regels zijn onnatuurlijk. Ze zijn een poging om een taal te "vangen", zodat het je makkelijker wordt gemaakt om de taal correct te gebruiken.

In het land zelf wonen of veel spreken met native speakers is natuurlijk het allerbeste (en allerleukste).

Geslachtsregels

oftewel

Wanneer gebruik je der, die of das?

stam van een werkwoord

bv der Beginn

der Blick

Fußball

1. der
2. die
3. das

Mädchen

1. der
2. die
3. das

Sommer

1. der
2. die
3. das

Junge

1. der
2. die
3. das

Umgebung

1. der
2. die
3. das

Restaurant

1. der
2. die
3. das

Polizei

1. der
2. die
3. das

Bruder

1. der
2. die
3. das

Kinder

1. der
2. die
3. das

Ende

1. der
2. die
3. das

machen Aufgabe 4 Seite 142

Fertig? Machen Aufgabe 32 Seite 163

Hausaufgaben

Lernen geslachtsregels