Unidad 3. C1 La familia

• Spaans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Jueves , 12 de noviembre de 2020

¿Qué vamos a hacer hoy?

1. Seguimos con la unidad 3. 
   
2.  La hora
3. ¡A trabajar! con la hora y los verbos
4. Final de la clase. ¿Qué has aprendido hoy?
   

Aan het einde van dit hoofdstuk:

Leerdoelen

- ik kan over mijn familie vertellen

- ik kan over school vertellen

- ik kan klokkijken

- ik kan over mijn huisdier vertellen

- ik kan de regelmatige ww op ar/er/ir  en het onregelmatige ww tener vervoegen.

Aan het einde van dit hoofdstuk:

Succescriteria's

- ik kan iemand voorstellen en iets over diegene vertellen

- ik ken de namen van 10 dieren

- ik kan het ww tener vervoegen

- ik ken de schoolvakken in het Spaans

- ik kan vertellen van hoe laat tot hoe laat ik les heb / een vak heb.

Unidad 3 Vocabulario

¿Qué recuerdas de la clase pasada?

La familia

vader

moeder

ouders

broer

zus

oom

tante

oma

opa 

neef

nicht

padre 

madre

padres

hermano

hermana 

tío

tía

abuela

abuelo 

primo

prima

la madre

el hijo

el abuelo

la hermana

el nieto

la sobrina

het nichtje

de moeder

de kleinzoon

de zus

de opa

de zoon

Verplichte opdrachten:

Unidad 3. Vocabulario p.32 y 33

 La hora ejercicio 5 p.36

ejercicio 6 p.37

ejercicio 3 p.38

Si terminas/Als je klaar bent?

leren woorden unidad 3 (Zie Quizlet)

Optionele opdrachten:

(verdieping / verbreding)

Unidad 3. WB. vocabulario

La hora: ejercicio 4 p.38

Mira los videos sobre la hora.

1o en holandés

2o. en inglés 

Twee verschillende manieren om de tijd te zeggen in het Spaans.

0

¿Qué hora es?

1. son las diez y veinticinco
2. son las diez y veintisiete
3. son las once menos media
4. son las once y veintiséis

¿Qué hora es?

1. Son la una y cuarto
2. Es la una y cuarto
3. Son la una y quince
4. Son las dos y cuarto

¿Qué tal la clase?

¿Cómo has trabajado hoy en clase?

1. Muy bien :):)
2. Bien :)
3. Regular :|
4. Mal :(

1. Wat heb je geleerd in deze les?Had je meer kunnen leren?Hoe kun je ervoor zorgen dat je meer opsteekt?
2. Wat ging goed?Wat kan beter?
3. Hoe ga je dat aanpakken?

Deberes (Huiswerk)

1.   Leren woorden unidad 3  Quizlet

    2. Werkwoorden vervoegen (regelmatige werkwoorden)

0

Toets nabespreken!