Omgeving - Huis les 3a woordenschat

Thema omgeving
Het huis - les 3b
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Thema omgeving
Het huis - les 3b

Slide 1 - Tekstslide

De woorden van Lowan worden soms op een wat andere volgorde aangeboden, maar is dit thema bedoeld om gelijktijdig met Lowan aan te bieden.
Het thema maakt deel uit, van het grotere thema rondom 'de omgeving'. Lowan de omgeving kan hierna gegeven worden.
Joyce.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de televisie
Ik kijk voetbal op de televisie.

De televisie staat in de woonkamer.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de schoorsteen
De schoorsteen staat op het dak.

Er komt rook uit de schoorsteen.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de garage
De garage is naast het huis.

Er staat een mooie rode auto in de garage.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

het vloerkleed
De salontafel staat op het vloerkleed.

Ik heb een prachtig vloerkleed in Turkije gekocht.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

het gordijn
Het gordijn hangt in de slaapkamer.

Ik doe het gordijn dicht, zodat het donker is in de kamer.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

het kussen
Het kussen ligt op het bed.

Ik vind een zacht kussen fijner dan een hard kussen.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de zeep
Ik was mij met water en zeep.

De zeep is bijna op, daarom moet ik nieuwe zeep kopen.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de spiegel
Ik zie mijzelf in de spiegel.

Ik zie in de spiegel dat mijn haar goed zit.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de kledingkast
De kleding ligt in de kledingkast.

Samira ruimt haar kledingkast netjes op.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de koelkast
Het eten ligt in de koelkast. 

Ik zet de cola in de koelkast, zodat het koud blijft.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies