Hindoestaanse immigratie: deel 4 van Suriname naar Nederland

Hindoestaanse immigratie: 
deel 4 van Suriname naar Nederland
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapGeschiedenis+1BasisschoolMiddelbare schoolmavo, havo, vwoGroep 6-8Leerjaar 1,2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hindoestaanse immigratie: 
deel 4 van Suriname naar Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Hindoestanen zijn afstammelingen van Indiase contractarbeiders (hindoes, moslims en christen), dus een etnische groep
Sinds 1947 wordt in Suriname officieel Hindostanen gebruikt. Daarvoor was het koelie.
In deze les
  • voor vervolgstudie naar Nederland
  • angst voor verslechtering na de onafhankelijkheid
  • leger neemt de macht over
  • veel Hindoestanen vertrekken uit Suriname na staatsgreep

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zou voor jou een reden zijn om te emigreren naar een ander land?
het weer
meer vrijheid
familieleden
opleiding
de politieke situatie
avontuur
vluchten voor oorlog
een andere reden

Slide 3 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wet op Nederlands Onderdaanschap
  • tijdens de contractperiode zijn de contractarbeiders Britse onderdanen
  • 1927: alle in Suriname geboren Hindoestanen worden Nederlandse onderdanen

Slide 4 - Tekstslide

De oude Surinaamse vlag

De Wet op Nederlands Onderdaanschap was belangrijke voor de status van contractarbeiders in Suriname. Tijdens hun contractperiode werden contractarbeiders beschouwd als Britse onderdanen, wat betekende dat ze onder het gezag van het Britse rijk vielen.
In 1927 werd echter een cruciale verandering doorgevoerd. Deze wetswijziging verleende alle Hindoestanen die in Suriname waren geboren automatisch het Nederlanderschap. Dit betekende dat zij voortaan onder de Nederlandse jurisdictie vielen.
Deze verandering had diepgaande gevolgen voor de Hindoestaanse gemeenschap in Suriname, omdat zij nu de rechten en privileges genoten die verbonden waren aan het Nederlanderschap. 
Na contractperiode
  • meerderheid kiest om in Suriname te blijven
  • veel Hindoestanen gaan de landbouw in, vooral rijstbouw 
  • leven in de districten (boiti's) dorpsgemeenschappen
  • later werkzaam in de middenstand (winkels en horeca)
  • plantagebouw neemt steeds af en landbouw door Hindoestanen neemt toe

Slide 5 - Tekstslide

De Hindoestaanse gemeenschap in Suriname zich na verloop van tijd heeft ontwikkeld en zich heeft aangepast aan nieuwe omstandigheden. Ondanks de uitdagingen en beperkingen die ze tegenkwamen, koos de meerderheid ervoor om in Suriname te blijven en daar een nieuw leven op te bouwen.
Een belangrijke verschuiving vond plaats in de economische activiteiten van de Hindoestaanse gemeenschap. Veel Hindoestanen gingen de landbouw in, vooral in de rijstbouw. Deze overgang naar landbouwactiviteiten gaf de gemeenschap een bron van zelfvoorziening en economische stabiliteit.
Het vestigen van dorpsgemeenschappen in de districten, ook bekend als 'boiti's', was een belangrijk aspect van de sociale organisatie van de Hindoestaanse gemeenschap. Hier konden ze een hechte gemeenschap opbouwen, hun culturele tradities behouden en samenwerken aan gemeenschappelijke doelen.
Na verloop van tijd begonnen veel Hindoestanen ook actief te worden in de middenstand, zoals het openen van winkels en horecagelegenheden. 
De afname van de plantagebouw en de toename van de landbouwactiviteiten slaagden de Hindoestanen om nieuwe kansen te vinden en hun positie te versterken.
Naar de stad Paramaribo
  • tot de Tweede Wereldoorlog leven de Hindoestanen (platteland) en de Creolen (stad) vrijwel gescheiden van elkaar
  • belangrijke middenklasse (handel en transport)
  • Hindoestaanse cultuur duidelijk zichtbaar in heel Suriname

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Succesvolle bevolkingsgroep
  • Hindoestanen worden politiek actief
  • tempels, moskeeën en scholen worden opgericht 
  • onderwijs wordt belangrijk onder Hindoestanen
  • Hindoes en Moslims leven naast elkaar > ‘jahaji bhai’ (scheepsbroeder)
  • trek naar de stad om te studeren
  • grootste bevolkingsgroep van Suriname

Slide 7 - Tekstslide

De Hindoestaanse gemeenschap werd ook actief in Suriname politiek en tegelijkertijd haar culturele en educatieve instellingen versterkte. De oprichting van tempels, moskeeën en scholen getuigt van hun vastberadenheid om hun religieuze en educatieve identiteit te behouden en te versterken.
Onderwijs kreeg een steeds grotere nadruk binnen de Hindoestaanse gemeenschap. Door te investeren in onderwijs wilden ze niet alleen de kennis en vaardigheden van hun gemeenschap vergroten, maar ook kansen creëren voor toekomstige generaties. Er werden door de Hindoestanen vele scholen gesticht. 
Het is opmerkelijk dat Hindoes en moslims naast elkaar leefden en zelfs een broederschapsband ontwikkelden, die bekend staat als "jahaji bhai" of "scheepsbroeder". Deze term symboliseert de solidariteit en gemeenschappelijke ervaringen van Hindoestaanse contractarbeiders die hun culturele en religieuze achtergrond overstijgen.
De trek naar de stad om te studeren illustreert de aspiraties van de Hindoestaanse jeugd om hoger onderwijs te volgen en carrièrekansen te benutten. Dit heeft bijgedragen aan de groei van de Hindoestaanse gemeenschap als een belangrijke demografische en sociaal-economische kracht in Suriname.
De Hindoestaanse gemeenschap was uitgegroeid tot de grootste bevolkingsgroep in Suriname, waarbij ze hun culturele identiteit hebben behouden en tegelijkertijd een actieve rol spelen in de politiek, economie en samenleving van het land. 
Studeren in Nederland
  • vanaf 1954 is Suriname een onderdeel van Koninkrijk der Nederlanden
  • alle Surinamers hebben recht op een Nederlands paspoort
  • weinig opleidingsmogelijkheden in Suriname
  • vervolgstudie in Nederland > taal en leerboeken sluiten aan
  • deel keert terug en een deel blijft in Nederland wonen

Slide 8 - Tekstslide

De integratie van Suriname in het Koninkrijk der Nederlanden vanaf 1954 bracht belangrijke veranderingen met zich mee, waaronder het recht voor alle Surinamers op een Nederlands paspoort. Dit opende de deur naar nieuwe mogelijkheden en perspectieven voor de Surinaamse bevolking, waaronder de mogelijkheid om naar Nederland te reizen en te studeren.
In de decennia na 1954 waren er in Suriname beperkte mogelijkheden voor hoger onderwijs, wat veel Surinamers ertoe bracht om hun vervolgstudie in Nederland voort te zetten. De beschikbaarheid van onderwijsfaciliteiten, de kwaliteit van het onderwijs en de mogelijkheden voor verdere specialisatie waren aantrekkelijk voor velen.
Een belangrijk aspect van de studie in Nederland was dat de taal en de leerboeken aansloten bij de Nederlandse normen, wat de overgang voor Surinaamse studenten vergemakkelijkte. Dit maakte het gemakkelijker voor hen om te integreren in het Nederlandse onderwijssysteem en de Nederlandse samenleving.
Na het voltooien van hun studie in Nederland, keerden sommige Surinamers terug naar Suriname om hun opgedane kennis en vaardigheden toe te passen en bij te dragen aan de ontwikkeling van hun thuisland. Anderen kozen ervoor om in Nederland te blijven wonen vanwege de carrièremogelijkheden.
Richting onafhankelijkheid
  • spanningen tussen bevolkingsgroepen vooral tussen Creolen en Hindoestanen
  • 1958-1967 verbroederingspolitiek > samenwerking tussen Creolen en Hindoestanen noodzakelijk voor de toekomst van Suriname
  • Hindoestanen waren tegen de onafhankelijkheid en de Creolen waren voor de onafhankelijkheid

Slide 9 - Tekstslide

Suriname onafhankelijk van Nederland

De periode tussen 1958 en 1967 in Suriname werd gekenmerkt door aanzienlijke spanningen tussen verschillende bevolkingsgroepen, vooral tussen Creolen en Hindoestanen. Deze spanningen werden aangewakkerd door diepe sociale, economische en politieke kloven die tussen de gemeenschappen bestonden.
In een poging om deze verdeeldheid te overwinnen en nationale eenheid te bevorderen, werd tussen 1958 en 1967 de verbroederingspolitiek geïntroduceerd. Deze politiek had tot doel samenwerking en wederzijds begrip te bevorderen tussen Creolen en Hindoestanen, waarbij werd benadrukt dat eenheid en samenwerking noodzakelijk waren voor de toekomst van Suriname.
Echter, ondanks deze inspanningen bleven diepe verdeeldheden bestaan, met name over kwesties als de toekomstige politieke status van Suriname. Hindoestanen waren over het algemeen tegenstanders van onafhankelijkheid, terwijl Creolen vaak vóór onafhankelijkheid pleitten.
De politieke en sociale dynamiek die leidde tot de onafhankelijkheid van Suriname in 1975.
25 november 1975
  • 1950  'Wi Egi Sani' (Onze Eigen Zaak) verlangen naar onafhankelijkheid vooral bij Creolen
  • 1963 oprichting van politieke Partij van de Nationalistische Republiek (PNR)
  • 1973 Creolen winnen de verkiezingen met inzet onafhankelijkheid
  • 1974 Nederland wil meewerken aan de onafhankelijkheid

Slide 10 - Tekstslide

Suriname onafhankelijk van Nederland

Het verlangen naar onafhankelijkheid in Suriname werd steeds sterker in de jaren 1950 en 1960, vooral onder Creoolse Surinamers. Dit sentiment werd uitgedrukt in de slogan "Wi Egi Sani" (Onze Eigen Zaak), die het streven naar zelfbeschikking en nationale soevereiniteit belichaamde, met name onder de Creoolse bevolking.
In 1963 werd de politieke Partij van de Nationalistische Republiek (PNR) opgericht, wat een belangrijke mijlpaal was in de beweging naar onafhankelijkheid. De oprichting van deze partij weerspiegelde de groeiende roep om zelfbestuur en nationalistische gevoelens binnen de Surinaamse samenleving.
In 1973, toen de Creoolse partijen de verkiezingen wonnen met een uitgesproken inzet voor het nastreven van onafhankelijkheid voor Suriname. Dit gaf een duidelijk signaal dat de meerderheid van de Surinaamse bevolking klaar was voor zelfbestuur.
Het jaar daarop, in 1974, stemde Nederland ermee in om mee te werken aan de onafhankelijkheid van Suriname. Deze beslissing markeerde het einde van de koloniale periode en het begin van een nieuw tijdperk voor Suriname als een soevereine natie. Op 25 november 1975 werd Suriname officieel onafhankelijk van Nederland.

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Migratiegolven
  • jaren '50 en '60 studeren in Nederland
  • eind jaren '60 en begin jaren '70 wonen en werken in Nederland
  • 1975 onzekerheid wat de onafhankelijkheid gaat brengen
  • 1980 staatsgreep door leger > politieke vluchtelingen

Slide 14 - Tekstslide

In de jaren '50 en '60 kozen veel Surinamers ervoor om in Nederland te studeren vanwege de beperkte onderwijsmogelijkheden in Suriname. Deze periode markeerde een golf van migratie van Surinaamse studenten naar Nederland, waar ze zich inschreven aan universiteiten en hogescholen om hoger onderwijs te volgen.
In de late jaren '60 en het begin van de jaren '70 bleven velen van deze studenten na hun studie in Nederland wonen en werken. Nederland bood meer carrièremogelijkheden en een hogere levensstandaard dan Suriname, wat veel Surinamers ertoe bracht om hun leven voort te zetten in Nederland.
Toen Suriname in 1975 onafhankelijk werd, bracht dit een periode van onzekerheid met zich mee voor Surinaamse Nederlanders. Ze waren bezorgd over wat de onafhankelijkheid zou betekenen voor hun toekomst en die van hun families. Sommigen overwogen om terug te keren naar Suriname, terwijl anderen ervoor kozen om in Nederland te blijven.
In 1980 vond er een staatsgreep plaats in Suriname, uitgevoerd door het leger onder leiding van Desi Bouterse. Deze staatsgreep bracht politieke instabiliteit met zich mee en veroorzaakte angst en onzekerheid onder de Surinaamse gemeenschap, zowel in Suriname als in Nederland. Als gevolg van de politieke onrust en de verslechterende economische situatie ontstond er een golf van politieke vluchtelingen die hun toevlucht zochten in Nederland en andere landen. Deze gebeurtenissen hadden een diepgaande impact op de Surinaamse diaspora en hun relatie met zowel Suriname als Nederland.
Waardoor konden Surinamers makkelijk naar Nederland reizen?
A
Surinamers hadden geen paspoort nodig voor Nederland
B
Surinamers waren onderdanen van Nederland
C
Nederlanders hadden geen paspoort nodig voor Suriname
D
Nederlanders waren onderdanen van Suriname

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer werd Suriname onafhankelijk van Nederland?
A
1927
B
1954
C
1975
D
1980

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie was koningin van Nederland ten tijde van de onafhankelijkheid?
A
Wilhelmina
B
Juliana
C
Beatrix
D
Maxima

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tussen welke bevolkingsgroepen waren er spanningen?
A
tussen Nederlanders en Creolen
B
tussen Nederlanders en Hindoestanen
C
tussen Creolen en Hindoestanen
D
er waren geen spanningen, maar verbroedering

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer nam het leger de macht over in Suriname?
A
1927
B
1954
C
1975
D
1980

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem iets wat je vandaag hebt geleerd en is blijven plakken.

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In vond deze les ...
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies