inzicht in aspecten van het consumentengedrag, zoals keuzes, behoeften, inkomen en in de functies van het geld, lenen en sparen en kan dit inzicht toepassen in een gegeven casus
inzicht in het bankwezen, zoals verkrijgen van vreemd geld, spaarvormen en leningsvormen, en in motieven en kenmerken van verzekeringen en kan hierbij informatie van consumentenorganisaties gebruiken
Eindtermen
Slide 3 - Tekstslide
Onderwerpen en leerdoelen
Uitleg en controle vragen
Zelfstandig aan de slag
Opdrachten bespreken
Evaluatie
Planning
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Wat heb ik nodig?
Basis behoeften (Primaire)
Voorbeelden:
- Eten
- Kleding
- Dak boven je hoofd (huis)
Wat wil ik graag hebben?
Luxe behoefte (Secundaire) behoeften
Voorbeelden:
- Vakantie
- Playstation
- Make-up
Taalsteun
1. Primair betekent eerste (1e)
2. Secundair betekent tweede (2e)
Slide 6 - Tekstslide
Wat heb ik nodig?
Primaire behoeften
Voorbeelden:
- Eten
- Kleding
- Dak boven je hoofd (huis)
Wat wil ik graag hebben?
Secundaire behoeften
Voorbeelden:
- Vakantie
- Playstation
- Make-up
Spaarrekening - opnemen wanneer je wilt - variabele rente
Spaardeposito - vaste rente - vaste periode
Spaarmotieven
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Vlak voor het einde van de les kies ik leerlingen die hun opdrachten komen laten zien (eventueel met het rad van fortuin).
Herhalingsopdrachten 1 t/m 5.
Eerste 5 minuten mag je fluisterend overleggen.
Na 5 minuten mag je op een normaal geluidsniveau overleggen en vragen stellen.