AGHZ Hoofdstuk 4. Informeren en adviseren over zorg

Assisteren in de gezondheidszorg
Keuzevak AGHZ
Hoofdstuk 4
soorten zorg
ziektepreventie
Medicijnpaspoort
Medicijntrouw
Medicijnen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Assisteren in de gezondheidszorg
Keuzevak AGHZ
Hoofdstuk 4
soorten zorg
ziektepreventie
Medicijnpaspoort
Medicijntrouw
Medicijnen

Slide 1 - Tekstslide

Regels  in de klas
 De telefoon is uit en opgeruimd in je tas of in de koffer bij       de docent

 Je tas ruim je op in de kast bij binnenkomst. 
De docent hoeft je hier niet meer op aan te spreken
Eigen boek assisteren in de gezondheidszorg K7 en schrijfgerei liggen op je tafel 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Lezen hoofdstuk 4: Informeren en adviseren over zorg 
















 





1. Lees  hoofdstuk 4 t/m 4.4: 

2. Maak de vragen:
4.4 4.01 eerste- en tweedelijnszorg
       4.02 basisverzekering
       4.03 ziektepreventie
       4.04 hygiëne
       4.05 en 6 hygiëne (toepassingsvragen)














 





Wat je ook moet weten:
  • Intramurale zorg
  • Extramurale zorg
  • Transmurale zorg
  • Semimurale zorg
  • Professionele zorg
  • Ambulante zorg
  • Mantelzorg
  • Curatieve zorg
  • Palliatieve zorg
  • Preventieve zorg

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Lezen hoofdstuk 4: Informeren en adviseren over zorg 
















 





Intramurale zorg:

Zorg die binnen de muren van een instelling. Bijv. ziekenhuis, verpleeghuis, verzorgingshuis, een psychiatrische kliniek of een instelling voor verstandelijk gehandicapten.

Slide 7 - Tekstslide

Lezen hoofdstuk 4: Informeren en adviseren over zorg 
















 





Extramuralezorg:

Zorg buiten de muren van een instelling bijv. huisartsen, specialisten die niet in een ziekenhuis werken , verloskundigen, fysiotherapeuten, thuiszorg en ambulancevervoer.


Slide 8 - Tekstslide

Lezen hoofdstuk 4: Informeren en adviseren over zorg 
















 





Transmuralezorg:

Combinatie van zorg in een instelling en eerstelijnszorg .
Bijvoorbeeld:
 De huisarts die op besoek gaat bij een bewoner van een verzorgingshuis.





Slide 9 - Tekstslide

Lezen hoofdstuk 4: Informeren en adviseren over zorg 
















 





Semimurale zorg

Zorg die tussen intramurale en extramurale zorg in zit. Bijvoorbeeld:
dagbesteding voor verstandelijk gehandicapte- of lichamelijk gehandicapte mensen

Slide 10 - Tekstslide

Lezen hoofdstuk 4: Informeren en adviseren over zorg 
















 





Ambulante zorg
Is de niet plaatsgebonden zorg, bijvoorbeeld de thuiszorg.

Professionele zorg
Zorg verleend door een professionele zorgverlener: iemand die hier speciaal voor is opgeleid.

Mantelzorg
Zorg door en voor familieleden of vrienden zonder dat je er geld voor krijgt.

Slide 11 - Tekstslide

Lezen hoofdstuk 4: Informeren en adviseren over zorg 
















 





Paliatieve zorg:
Zorg gericht op verlichting van pijn in de laatste levensfase
Curatieve zorg:
Zorg die gericht is op genezingvan de patiënt in iedere levensfase
Preventieve zorg:
Zorg gericht op het gezond houden van patiënten en niet patiënten

Slide 12 - Tekstslide

De volgende vier dia's gebruik je om de theorie te oefenen

Slide 13 - Tekstslide

1e lijns zorg
2e lijnszorg
huisarts
chirurg
Tandarts
fysiotherapeut
orthopeed
maatschappelijk werker
dermatoloog
apotheker
keel-, neus-, oorarts
apotheker
orthodontist
mondhygiënist
gynaecoloog
internist

Slide 14 - Sleepvraag

Intramurale zorg
Tweedelijnszorg
Eerstelijnszorg
Extramurale zorg
Zorg die direct toegankelijk is, zoals die van de huisarts.
Zorg die buiten de muren van de instelling plaatsvindt.
Zorg waar de patiënt een verwijzing voor nodig heeft.
Zorg die binnen de muren van de instelling plaatsvindt.

Slide 15 - Sleepvraag

Palliatieve zorg
Curatieve zorg
Preventieve zorg
Gericht op verlichting van pijn in de laatste levensfase
Gericht op genezing van de patiënt in iedere levensfase
Gericht op het gezond houden van patiënten en niet-patiënten.

Slide 16 - Sleepvraag

Leg uit wat het verschil is tussen een basisverzekering en een aanvullende zorgverzekering.

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

Lees hoofdstuk 4.5: 

Vrij verkrijgbare pijnstillers
















 





1. Lees   hoofdstuk 4 .5: 

2. Maak de vragen:
4.5  4.07 bijsluiter
       4.08 paracetamol
       4.09 NSAID’s
       4.10 Bijsluiter ibuprofen
       4.11 Acetylsalicylzuur














 





Slide 19 - Tekstslide

Lees hoofdstuk 4.6: 

















 





1. Lees   hoofdstuk 4.6: 

Kleine medisch-technische handelingen

tot en met stappenplan oogdruppelen














 





Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Lezen hoofdstuk 4.7:  Medicijnpaspoort en medicijntrouw
















 





1. Lees  hoofdstuk 4  4.7: 

4.13 Medicijnpaspoort
4.14
4.15 Medicijntrouw

















 





1. Lees  hoofdstuk 4  4.8: 

4.16 maak de begrippen














 





Lezen hoofdstuk 4.8 blz. 178:  Begrippen















 





Maken Deelopdracht 2 blz. 57: Vrij verkrijgbare middelen
Nakijken alle opdrachten via lesson-up antwoorden

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide