5.2 snelheid

H5.2 Snelheid
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H5.2 Snelheid

Slide 1 - Tekstslide

0

Slide 2 - Video

welke snelheid mag je nemen voor loopsnelheid

Slide 3 - Open vraag

Een gemiddeld wandeltempo is ... km/uur.
A
2
B
5
C
8
D
15

Slide 4 - Quizvraag

wat mag je voor fietssnelheid gebruiken

Slide 5 - Open vraag

wie is sneller
Jan of Kees
Jan loopt 5 km/uur
Kees loopt 1,5 m/s
A
Jan
B
Kees

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de definitie van m/s?
A
het aantal meters dat ik loop
B
het aantal meters dat ik in totaal van mijn leven gelopen heb
C
het aantal seconden dat ik loop over een meter
D
het aantal meter per 1 seconde

Slide 7 - Quizvraag

5 km in 12 minuten is .... km/uur.

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Theorie F Eenheden van snelheid
* uit je hoofd leren
* mee oefenen
* veel omrekenen in examen

of 

Slide 10 - Tekstslide

m/s
km/uur
: 3,6
x 3,6

Slide 11 - Sleepvraag

Slide 12 - Video

Slim snelheid omrekenen

Twee belangrijke 
eenheden van snelheid zijn:

- kilometer per uur --> km/uur
- meter per seconde --> m/s

Slide 13 - Tekstslide

15 km/uur = ..... m/sec
Rond af op één decimaal.

Slide 14 - Open vraag

20 km/uur is hetzelfde als
A
5,5 m/s
B
3600 sec
C
20000 m
D
5,6 m/s

Slide 15 - Quizvraag

Opdracht
maak opdracht 13

timer
1:00

Slide 16 - Tekstslide

Snelheid berekenen
Opgave
Aziz loopt de 200 m in 38,7 seconden. Bereken zijn snelheid in km/uur.
Rond af op 1 decimaal.


Slide 17 - Tekstslide

Snelheid berekenen
Opgave
Aziz loopt de 200 m in 38,7 seconden. Bereken zijn snelheid in km/uur.
Rond af op 1 decimaal.

Uitwerking
In 38,7 seconden loopt Aziz 200 m.
In 1 seconde loopt hij 200 : 38,7 = 5,168 m.
5,168 x 3,6 = 18,6048 km
Aziz loopt met een snelheid van 18,6 km/uur

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht
Joop loopt de 100 meter in 12,9 seconden.

a. Wat is zijn snelheid in m/s? 
   Rond je antwoord af op 3 decimalen.

b. Wat is zijn snelheid in km/uur?
    Rond je antwoord af op 1 decimaal.

Slide 19 - Tekstslide

De damesestafette ploeg heeft op het WK zwemmen
goud veroverd op de 4 x 100m vrije slag.
Na 110 seconden was de wissel van de derde zwemster.
Wat was de gemiddelde snelheid op de eerste helft in m/s?
A
0,55 m/s
B
1,8 m/s
C
1,98 m/s
D
3,2 m/s

Slide 20 - Quizvraag

Opdracht
maak de opdrachten 15 t/m 19

Slide 21 - Tekstslide

Einde les

Slide 22 - Tekstslide