Nieuwe lagen komen boven op oudere lagen.
Oudere gesteentelagen liggen dieper in de aardkorst.
Van sommige soorten komen de fossielen slechts in één gesteentelaag voor, terwijl ze niet voorkomen in oudere en jongere gesteentelagen. Deze soorten organismen hebben alleen in een bepaalde periode geleefd en zijn daarna uitgestorven.
Hieruit blijkt dat in de geschiedenis van de aarde soorten zijn ontstaan en weer zijn verdwenen. Fossielen laten soms zien dat soorten veranderen.