ECONOMIE H5

Welkom bij Economie

Boek Pen rekenmachine schrift en Chromebook(dicht) op tafel 
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieVoortgezet speciaal onderwijsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerroute VKLeerroute VGLeerroute VTLeerjaar 1,2

In deze les zitten 45 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom bij Economie

Boek Pen rekenmachine schrift en Chromebook(dicht) op tafel 

Slide 1 - Tekstslide

Regels

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 5.1
  • Je weet wat marketing is.
  • Je kunt uitleggen wat voor markten er zijn.
  • Je weet wat aanbod op de markt is en wie voor het aanbod zorgt.
  • Je weet wat vraag op de markt is en wie voor de vraag zorgt.



Slide 3 - Tekstslide

Vandaag
Toets bespreken 
instructie 5.1 

Slide 4 - Tekstslide

Je weet wat marketing is.
Aandacht trekken voor een product of het bedrijf

Slide 5 - Tekstslide

Wat verkoopt Redbull?

Slide 6 - Tekstslide

Woning markt
Weekmarkt 

Slide 7 - Tekstslide

Vraag 
- woningen
- Groente en fruit
Aanbod
- woningen
- Groente en fruit
- Woningmarkt
- Weekmarkt 
- Arbeidsmarkt
- fietsmarkt 
- Automarkt
- De bloemenmarkt
- Supermarkt

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoelen 5.1
Je weet wat marketing is.

Je kunt uitleggen wat voor markten er zijn.
Je weet wat aanbod op de markt is en wie voor het aanbod zorgt.
Je weet wat vraag op de markt is en wie voor de vraag zorgt.


Slide 9 - Tekstslide

Welkom bij Economie

Boek Pen rekenmachine schrift en Chromebook(dicht) op tafel 

Slide 10 - Tekstslide

Vandaag
Instructie 5.2
Maken 5.2

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoelen 5.2
  • Je weet wat de inkoopprijs is.
  • Je weet wat de brutowinstopslag is.
  • Je kunt de verkoopprijs berekenen.
  • Je weet wat afzet en omzet is en je kunt de omzet berekenen.



Slide 12 - Tekstslide

Je weet wat de inkoopprijs is.
inkoopprijs 
brutowinstopslag  +
verkoopprijs 
(BTW                              +)
(consumentenprijs   )

Slide 13 - Tekstslide

afzet & omzet
Afzet & Omzet 

Slide 14 - Tekstslide

Leerdoelen 5.2
  • Je weet wat de inkoopprijs is.
  • Je weet wat de brutowinstopslag is.
  • Je kunt de verkoopprijs berekenen.
  • Je weet wat afzet en omzet is en je kunt de omzet berekenen.



Slide 15 - Tekstslide

Welkom bij Economie

Boek Pen rekenmachine schrift en Chromebook(dicht) op tafel 

Slide 16 - Tekstslide

Vandaag
Vorige keer
instructie 5.3 
aan het werk met 5.3

Slide 17 - Tekstslide

Consumenten prijs berekenen
inkoopprijs  = €45,00
brutowinstopslag (65%)       +
verkoopprijs 
BTW (21%)                                         +
Consumenten prijs

Slide 18 - Tekstslide

Consumenten prijs berekenen
inkoopprijs  €85,00 
brutowinstbelasting (65%)       +
verkoopprijs 
BTW (21%)                                         +
Consumenten prijs 

Slide 19 - Tekstslide

Consumenten prijs berekenen
verkoopprijs 
BTW (21%)                                         +
Consumenten prijs €180,00

Wat is de verkoopprijs? 

Slide 20 - Tekstslide

Leerdoelen 5.3
  • Je weet wat btw is.
  • Je kunt uitleggen waarom de btw een indirecte belasting is.
  • Je weet wat nettowinst is en hoe je deze berekent.
  • Je weet wat de consumentenprijs is en hoe je deze berekent.
  • Je kunt van de consumentenprijs terugrekenen naar de verkoopprijs exclusief btw.




Slide 21 - Tekstslide

Wat is BTW? 
directe en indirecte belastingen

Slide 22 - Tekstslide

Waarom betaal je belasting? 

Slide 23 - Tekstslide

Netto winst!
Brutowinst - bedrijfskosten = Nettowinst 


Slide 24 - Tekstslide

Leerdoelen 5.3
  • Je weet wat btw is.
  • Je kunt uitleggen waarom de btw een indirecte belasting is.
  • Je weet wat nettowinst is en hoe je deze berekent.
  • Je weet wat de consumentenprijs is en hoe je deze berekent.
  • Je kunt van de consumentenprijs terugrekenen naar de verkoopprijs exclusief btw.




Slide 25 - Tekstslide

Welkom bij Economie

Boek Pen rekenmachine schrift en Chromebook(dicht) op tafel 

Slide 26 - Tekstslide

Vandaag
Vorige keer
instructie 5.4 
aan het werk met 5.4

Slide 27 - Tekstslide

Vorige keer
  • Omzet 
  • Afzet
  • Inkoopprijs







Slide 28 - Tekstslide

Leerdoelen 5.4
  • Je kunt uitleggen wat de inkoopwaarde is.
  • Je weet wat nettowinst is en hoe je deze berekent.
  • Je weet wat brutowinst is en hoe je deze berekent.
  • Je kunt voorbeelden geven van bedrijfskosten.



Slide 29 - Tekstslide

Fruit bedrijf (vorige keer)
De inkoopprijs van een appel is €0,60, je wil een brutowinst marge van 45%. De belasting op fruit is 9%. 

Wat is de consumenten prijs?

Slide 30 - Tekstslide

Je kunt uitleggen wat de inkoopwaarde is.
De totale bedrag dat je betaald hebt voor je ingekochte producten

Je hebt de volgende producten ingekocht:
- 50 bananen voor €0,50
- 75 appels voor €0,60
- 83 peren voor €0,45

wat is de inkoop waarde

Slide 31 - Tekstslide

Je kunt voorbeelden geven van bedrijfskosten.
Wat geef je uit naast het ingekochte fruit?


Slide 32 - Tekstslide

Je kunt voorbeelden geven van bedrijfskosten.
Wat geef je uit naast het ingekochte fruit? >>> De bedrijfskosten


Slide 33 - Tekstslide

Netto winst VS bruto winst
Brutowinst: wat heb je over als je de inkoopwaarde er vanaf haalt 
Nettowinst: wat heb je over als je daarvan je bedrijfskosten afhaalt

Slide 34 - Tekstslide

Netto winst VS bruto winst
De afzet is 30.000 stuks fruit.
De verkoopprijs van dit fruit is: €1,20
De inkoopwaarde = € 9.000
De bedrijfskosten = € 2.500

a. wat is de omzet?
b. wat is de Brutowinst?
c. wat is de Nettowinst?

Slide 35 - Tekstslide

Leerdoelen 5.4
  • Je kunt uitleggen wat de inkoopwaarde is.
  • Je weet wat nettowinst is en hoe je deze berekent.
  • Je weet wat brutowinst is en hoe je deze berekent.
  • Je kunt voorbeelden geven van bedrijfskosten.



Slide 36 - Tekstslide

Welkom bij Economie

Boek Pen rekenmachine schrift en Chromebook(dicht) op tafel 

Slide 37 - Tekstslide

Vandaag
- Blooket
- Voorbereiden op de Toets

Slide 38 - Tekstslide

Consumenten prijs berekenen
inkoopprijs  €35,95
brutowinstopslag (45%)       +
verkoopprijs 
BTW (21%)                                         +
Consumenten prijs 

Slide 39 - Tekstslide

Brutowinst Nettowinst 
Omzet (afzet x verkoopprijs)
Inkoopwaarde          -
Brutowinst
Bedrijfskosten          -
Netto winst 

Slide 40 - Tekstslide

Brutowinst Nettowinst 
De mediamarkt heefteen afzet van 180 telefoons. de verkoopprijs is 699,00 euro. de inkoopwaarde is €20.000 euro
De mediamarkt heeft bedrijfskosten van 15.000 euro. 

a. Bereken de brutowinst.
b. Bereken de Nettowinst.

Slide 41 - Tekstslide

Leerdoelen 5.1
  • Je weet wat marketing is.
  • Je kunt uitleggen wat voor markten er zijn.
  • Je weet wat aanbod op de markt is en wie voor het aanbod zorgt.
  • Je weet wat vraag op de markt is en wie voor de vraag zorgt.



Slide 42 - Tekstslide

Leerdoelen 5.2
  • Je weet wat de inkoopprijs is.
  • Je weet wat de brutowinstopslag is.
  • Je kunt de verkoopprijs berekenen.
  • Je weet wat afzet en omzet is en je kunt de omzet berekenen.



Slide 43 - Tekstslide

Leerdoelen 5.3
  • Je weet wat btw is.
  • Je kunt uitleggen waarom de btw een indirecte belasting is.
  • Je weet wat nettowinst is en hoe je deze berekent.
  • Je weet wat de consumentenprijs is en hoe je deze berekent.
  • Je kunt van de consumentenprijs terugrekenen naar de verkoopprijs exclusief btw.




Slide 44 - Tekstslide

Leerdoelen 5.4
  • Je kunt uitleggen wat de inkoopwaarde is.
  • Je weet wat nettowinst is en hoe je deze berekent.
  • Je weet wat brutowinst is en hoe je deze berekent.
  • Je kunt voorbeelden geven van bedrijfskosten.



Slide 45 - Tekstslide