Tekstverbanden met signaalwoorden
2/2
Doel-middel om te, daarmee, waarmee, door middel van, ...
Voorwaardelijk:tenzij, mits, als, onder de voorwaarde dat, ...
Redengevend: want, namelijk, omdat, ...
Concluderend: kortom, concluderend, dus, samengevat, al met al,
Oorzaak-gevolg: doordat, waardoor, want, daardoor, ..