Casus:
Mv. de Jong woont in woonzorgcentrum het Buitenhof. Zij heeft last van
pijnlijke knieën door artritis. Sinds de dood van haar man beleeft ze weinig
levensvreugde. Zij is verbitterd geraakt. Ze heeft de neiging zich terug te
trekken in plaats van aan te geven wat hij/zij nodig heeft.
Vanmorgen kom jij haar begeleiden bij haar adl.
Zij is humeurig en beklaagt zich dat het eten niet lekker was en dat niemand
tijd heeft voor de zorgvrager is dit zorgcentrum.