In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Terugblik
Proeftoets Atlas
Antwoordmodel
5-10 min nakijken
Vragen? Hand opsteken
Slide 1 - Tekstslide
Afstand berekenen op een kaart
Schaalstok
Schaal
1cm op de 33.000.000cm in het echt
Hoeveel km is dat?
cm > km = 5 plekjes opschuiven
Slide 2 - Tekstslide
Aardas
Evenaar
Noordelijk halfrond
Zuidelijk halfrond
Slide 3 - Tekstslide
Reliëfgebieden
Slide 4 - Tekstslide
Coördinatensysteem
Slide 5 - Tekstslide
SUPERCONTINENT PANGEA
Dit is Pangea.
Dit is de laatste keer dat alle
continenten op aarde aan elkaar zitten.
Slide 6 - Tekstslide
Sleep de juiste naam naar het juiste werelddeel. De kleuren zijn anders dan in de atlas!
Europa
Zuid-Amerika
Azië
Oceanië
Afrika
Noord-Amerika
Antarctica
Slide 7 - Sleepvraag
Voor in de atlas staat de .......................... per gebied.
Handig als je op zoek bent naar één onderwerp.
Als je op zoek bent naar een land of een groot gebied in de wereld kun je het beste de ..................... gebruiken.
Als je een plaats, rivier of berg wilt vinden gebruik je het ........ (achter in) de Bosatlas/Ancarta
Als je op zoek bent naar een onderwerp (b.v. aardbeving) kun je het ....... gebruiken.
.......... geeft aan wat er op de kaart staat. Wat de kleuren en symbolen betekenen.
Inhoudsopgave
Trefwoordenregister
Bladwijzer
topografisch
register
Legenda
Slide 8 - Sleepvraag
In welk kaartvak staat geen plaatsnaam?
A
kaartvak C1
B
kaartvak B2
C
kaartvak D3
D
kaartvak A3
Slide 9 - Quizvraag
Welke plaats ligt in kaartvak D1?
A
Groningen
B
Leeuwarden
Slide 10 - Quizvraag
Welke begrip hoort bij de uitleg: Het getal dat aangeeft hoe vaak de werkelijkheid kleiner is gemaakt.
A
Verkleinen
B
Legenda
C
Schaal
D
Kaartvak
Slide 11 - Quizvraag
Hoe zoek je het snelst een overzichtskaart op in de atlas?
A
Gebruik de kaartvakken
B
Gebruik het register
C
Gebruik de bladwijzer
D
Gebruik je laatste bladzijde
Slide 12 - Quizvraag
Waarom is dit een overzichtskaart?
A
De kaart heeft vooral een paarse kleur.
B
Je ziet een gebied met namen van plekken.
C
De kaart gaat over een speciaal onderwerp.
Slide 13 - Quizvraag
Is dit een themakaart of overzichtskaart?
A
Thematische kaart
B
Overzichtskaart
Slide 14 - Quizvraag
Is dit een themakaart of overzichtskaart?
A
Thema
B
Overzicht
Slide 15 - Quizvraag
Hoe noem je de foto van hiernaast?
A
kaartvak
B
bladwijzer
C
legenda
D
register
Slide 16 - Quizvraag
Wat vind je in de algemene legenda
A
kleuren en symbolen
B
Nederland en Europa
C
plaatsen en rivieren
D
bladzijdenummers
Slide 17 - Quizvraag
Waar zie je een legenda?
A
B
C
Slide 18 - Quizvraag
Om een goede schaalberekening te maken, moet je de schaal omrekenen van centimeters naar kilometers. Hoeveel stapjes moet ik zetten/ hoeveel nullen moet ik doorstrepen/ of komma's verzetten?
A
1
B
3
C
5
D
7
Slide 19 - Quizvraag
Wat is een legenda?
A
de betekenis van symbolen en kleuren op een kaart
B
Dan kun je zien hoeveel een gebied op de kaart is verkleind