Grammatik werkwoorden 3gt

Wanneer is een werkwoord zwak?
1 / 15
volgende
Slide 1: Open vraag
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Wanneer is een werkwoord zwak?

Slide 1 - Open vraag

Welke werkwoordsvormen en personen / persoonlijke voornaamwoorden horen bij elkaar (bijv. wir kochen)?
die Schüler
Herr Bominaar
sie, Sie
ihr
wir
er, sie, es
du
ich
lache
lachst
lacht
lachen

Slide 2 - Sleepvraag

Vul in:
antworten - Wieso ..... du mir nicht?
A
antworten
B
antwortet
C
antwort
D
antwortest

Slide 3 - Quizvraag

Uit welke twee onderdelen bestaat de voltooide tijd?

Slide 4 - Open vraag

Wat is de hoofdregel bij het maken van het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden?
A
hele werkwoord: kochen
B
ge+stam+t: gekocht
C
ge+stam+en: gekochen

Slide 5 - Quizvraag

Wanneer is een werkwoord sterk?

Slide 6 - Open vraag

Welke werkwoorden zijn sterk? Welke zijn zwak?
schwimmen
gehen
fallen
singen
spielen
tun
kaufen
fahren
sterk
zwak

Slide 7 - Sleepvraag

Wat is de E/I-Wechsel?

Slide 8 - Woordweb

Bij welke personen vindt er een E/I-Wechsel plaats?
A
ich
B
ihr
C
du
D
er,sie,es

Slide 9 - Quizvraag

Vul in:
(lesen) - in den Ferien .... meine Mutter viele Bücher

Slide 10 - Open vraag

Vul in:
(helfen) - ... du mir bitte die Taschen zu tragen?

Slide 11 - Open vraag

Wat is de A-Umlaut?

Slide 12 - Woordweb

Welke werkwoordsvormen en personen / persoonlijke voornaamwoorden horen bij elkaar (bijv. wir kochen)?
die Schüler
Herr Bominaar
sie, Sie
ihr
fahrt
wir
er, sie, es
du
ich
fahre
fährst
fährt
fahren

Slide 13 - Sleepvraag

trainieren - Der Fußballspieler ..... drei Stunden mit seiner Mannschaft .....
A
haben trainieren
B
hat trainieren
C
haben trainiert
D
hat trainiert

Slide 14 - Quizvraag

vertaal: Ik heb gevlogen

Slide 15 - Open vraag