In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Debat: échte kunst vs. AI-kunst
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Doel van de les
Aan het einde van de les kunnen leerlingen het verschil tussen échte kunst en AI-kunst uitleggen en hierover debatteren.
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide geeft de leerlingen een overzicht van het doel van de les.
Wat weet je al over het verschil tussen échte kunst en AI-kunst?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Wat is échte kunst?
Échte kunst is kunst die door een mens is gemaakt en waarin de persoonlijke expressie van de kunstenaar naar voren komt.
Slide 4 - Tekstslide
Beschrijf wat échte kunst is en geef eventueel voorbeelden.
Wat is AI-kunst?
AI-kunst is kunst die gemaakt is met behulp van kunstmatige intelligentie. De computer maakt hierbij keuzes op basis van algoritmes en data.
Slide 5 - Tekstslide
Leg uit wat AI-kunst is en geef eventueel voorbeelden.
Voor- en nadelen van échte kunst
Échte kunst kan persoonlijke emoties en ideeën uitdrukken, maar het kan ook beperkt zijn door de vaardigheden van de kunstenaar. Het kan ook duur zijn om te maken en te kopen.
Slide 6 - Tekstslide
Laat de leerlingen nadenken over de voor- en nadelen van échte kunst.
Voor- en nadelen van AI-kunst
AI-kunst kan snel en efficiënt gemaakt worden en kan nieuwe ideeën genereren, maar het mist de menselijke emotie en kan ook beperkt zijn door de algoritmes en data.
Slide 7 - Tekstslide
Laat de leerlingen nadenken over de voor- en nadelen van AI-kunst.
Debat stelling 1
Échte kunst is altijd beter dan AI-kunst.
Slide 8 - Tekstslide
Verdeel de klas in twee groepen en laat ze debatteren voor en tegen deze stelling.
Debat stelling 2
AI-kunst is de toekomst van de kunstwereld.
Slide 9 - Tekstslide
Verdeel de klas in twee groepen en laat ze debatteren voor en tegen deze stelling.
Vergelijking tussen échte kunst en AI-kunst
Maak een tabel waarin de voor- en nadelen van échte kunst en AI-kunst worden vergeleken.
Slide 10 - Tekstslide
Laat de leerlingen samenwerken om de voor- en nadelen te noteren en maak samen een tabel op het bord.
Voorbeeldopdracht 1
Maak een schilderij waarin je een emotie uitdrukt.
Slide 11 - Tekstslide
Geef de leerlingen een opdracht om een schilderij te maken waarin ze een emotie uitdrukken. Bespreek na afloop de emotie en hoe ze deze hebben uitgedrukt.
Voorbeeldopdracht 2
Maak een AI-programma dat een schilderij kan maken op basis van een opgegeven thema.
Slide 12 - Tekstslide
Geef de leerlingen een opdracht om een AI-programma te maken dat een schilderij kan maken op basis van een opgegeven thema. Bespreek na afloop hoe dit programma werkt en hoe het schilderij eruit ziet.
Debat stelling 3
Kunstenaars moeten zich meer richten op AI-kunst dan op échte kunst.
Slide 13 - Tekstslide
Verdeel de klas in twee groepen en laat ze debatteren voor en tegen deze stelling.
Wat hebben we geleerd?
We hebben geleerd wat échte kunst en AI-kunst is en we hebben hierover gedebatteerd.
Slide 14 - Tekstslide
Herhaal wat er besproken is en vat de belangrijkste punten samen.
Reflectie op de les
Wat vond je van de les en wat heb je geleerd?
Slide 15 - Tekstslide
Laat de leerlingen reflecteren op de les en geef ze de mogelijkheid om feedback te geven.
Quiz vraag 1
Wat is het verschil tussen échte kunst en AI-kunst?
Slide 16 - Tekstslide
Stel een quizvraag om te kijken of de leerlingen de les hebben begrepen.
Quiz vraag 2
Wat zijn de voor- en nadelen van échte kunst?
Slide 17 - Tekstslide
Stel een quizvraag om te kijken of de leerlingen de voor- en nadelen van échte kunst hebben begrepen.
Quiz vraag 3
Wat zijn de voor- en nadelen van AI-kunst?
Slide 18 - Tekstslide
Stel een quizvraag om te kijken of de leerlingen de voor- en nadelen van AI-kunst hebben begrepen.
Quiz vraag 4
Wat is jouw mening over AI-kunst?
Slide 19 - Tekstslide
Stel een quizvraag waarin de leerlingen hun mening kunnen geven en deze kunnen onderbouwen.
Bronnen
Hier zijn een aantal bronnen die je kunt gebruiken om meer te leren over échte kunst en AI-kunst.
Slide 20 - Tekstslide
Geef de leerlingen een lijst met bronnen die ze kunnen gebruiken als ze meer willen leren over het onderwerp.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 21 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 22 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 23 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.