Oefenen Thema 4: Ordening en Evolutie
1 / 22
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is GEEN argument voor evolutie?
A
Fossielen
B
Rudimentaire organen
C
Overeenkomsten in cellen
D
Uitsterven van soorten
Slide 2 - Quizvraag
Hoe noemen we organen of resten van organen die hun functie zijn verloren?
Slide 3 - Open vraag
In de afbeelding zijn de poot van een krokodil, de vleugels van een vleermuis en de vleugel van een vlieg getekend.
Welke van deze organen vertonen veel overeenkomst in bouw?
Welke van deze organen vertonen veel overeenkomst in bouw?
A
de poot van de krokodil en de vleugel van de vleermuis
B
de poot van een krokodil en de vleugel van een vlieg.
C
de vleugel van een vleermuis en de vleugel van een vlieg
Slide 4 - Quizvraag
Hier staan 2 beweringen. Welke is of zijn waar?
1. Verwantschap : Soorten hebben een gemeenschappelijke
voorouder
2. Geologische tijdschaal: Weergave van de tijd sinds het
ontstaan van de aarde, onderverdeeld in tijdperken
1. Verwantschap : Soorten hebben een gemeenschappelijke
voorouder
2. Geologische tijdschaal: Weergave van de tijd sinds het
ontstaan van de aarde, onderverdeeld in tijdperken
A
1: waar
2: nietwaar
B
1: nietwaar
2: waar
C
beide waar
D
beide nietwaar
Slide 5 - Quizvraag
Welke van de volgende
stambomen geeft weer dat
de chimpansee meer verwant
is met de mens dan met de
gorilla?
stambomen geeft weer dat
de chimpansee meer verwant
is met de mens dan met de
gorilla?
A
stamboom 1
B
stamboom 2
C
stamboom 3
D
geen van deze stambomen
Slide 6 - Quizvraag
Stamboom slangen.
Welk soort is uitgestorven?
Welk soort is uitgestorven?
A
1
B
7
C
4
D
6
Slide 7 - Quizvraag
Stamboom slangen.
Met welk soort vertoont soort 2 de meeste verwantschap?
Met welk soort vertoont soort 2 de meeste verwantschap?
A
1
B
3
C
4
D
6
Slide 8 - Quizvraag
Op basis waarvan worden organismen bij biologie geordend?
A
Hoe groot dieren zijn
B
Op kleur
C
Gemeenschappelijke kenmerken
D
leeftijd
Slide 9 - Quizvraag
Je bekijkt een cel onder de microscoop.
Je ziet een celwand en celkern, maar geen bladgroenkorrels. Dit is een cel van?
Je ziet een celwand en celkern, maar geen bladgroenkorrels. Dit is een cel van?
A
bacterie
B
schimmels
C
plant
D
dier
Slide 10 - Quizvraag
koudbloedig
koudbloedig
koudbloedig
warmbloedig
warmbloedig
eieren zonder schaal
eieren zonder schaal
eieren met leerachtige schaal
eieren met harde schaal
levendbarend
Slide 11 - Sleepvraag
Een bacterie plant zich voort door:
Slide 12 - Open vraag
Hoe noem je een groep organismen van dezelfde soort die vruchtbare nakomelingen kunnen voortbrengen?
Slide 13 - Open vraag
Tijdschaal: Sleep op volgorde
eerste
dieren
eerste
landdieren
heel eenvoudige vorm van leven
eerste
mensachtige
eerste
eencellige
planten
Slide 14 - Sleepvraag
Waar of niet waar?
Eieren van een kikker hebben een leerachtige schaal.
Eieren van een kikker hebben een leerachtige schaal.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quizvraag
Welk RIJK heeft deze eigenschappen:
geen bladgroen- wel een celkern- geen celwand
geen bladgroen- wel een celkern- geen celwand
Slide 16 - Open vraag
Is het dier
niet-symmetrisch, tweezijdig symmetrisch of veelzijdig symmetrisch?
niet-symmetrisch, tweezijdig symmetrisch of veelzijdig symmetrisch?
A
Niet-symmetrisch
B
Tweezijdig symmetrisch
C
Veelzijdig symmetrisch
Slide 17 - Quizvraag
Om bier te maken worden nuttige schimmels gebruikt
A
Dat is waar
B
Dat is niet waar
Slide 18 - Quizvraag
In een park komen eenden en merels voor.
Behoren deze vogels tot dezelfde populatie?
Leg je antwoord uit!
Behoren deze vogels tot dezelfde populatie?
Leg je antwoord uit!
Slide 19 - Open vraag
In de afbeelding zie je een krokodil. Noem 2 kenmerken van reptielen.
Slide 20 - Open vraag
De slang is een gewerveld dier. Tot welke klasse hoort deze?
A
Amfibieën
B
Reptielen
C
Vissen
D
Zoogdieren
Slide 21 - Quizvraag
Een dolfijn is levendbarend... Bij welke klasse hoort dit gewervelde dier?
A
Zoogdieren
B
Vissen
C
Amfibieën
D
Reptielen
