6. Stopafstand

Klas 2 H/V
6. Stopafstand
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Klas 2 H/V
6. Stopafstand

Slide 1 - Tekstslide

Planning vandaag
  • Veilig stoppen
  • Sommen met stopafstand
  • Tijd voor huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de reden dat je niet met 80 km/h door een woonwijk mag rijden? 

Slide 3 - Tekstslide

Wat is de reden dat je niet met 80 km/h door een woonwijk mag rijden? 
Omdat je dan heel veel afstand en tijd nodig hebt om stil te komen te staan. Dat is gevaarlijk.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Stopafstand

Slide 6 - Tekstslide

Hoe groter de snelheid, hoe groter de remweg

Slide 7 - Tekstslide

Hoe groter de snelheid, hoe groter de remweg

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Wat is de reden dat je niet op je telefoon mag tijdens het autorijden/fietsen?

Slide 10 - Tekstslide

Wat is de reden dat je niet op je telefoon mag tijdens het autorijden/fietsen?
Omdat je reactietijd dan te lang is, dan is je reactie-afstand ook te lang. Dit beïnvloedt niet de remweg.

Slide 11 - Tekstslide

Wat heeft nog meer invloed op de stopafstand?

Slide 12 - Tekstslide

Wat heeft nog meer invloed op de stopafstand?
1. Remkracht: weinig profiel op de banden, een gladde weg en slechte remmen kunnen zorgen voor een langere remweg en dus een langere stopafstand.
2. Massa van het voertuig: wanneer het een zwaar voertuig is moet er harder geremd worden om stil te staan. Een zwaarder voertuig zorgt dus voor een langere remweg en stopafstand 
Deze 2 beïnvloeden niet de reactieafstand

Slide 13 - Tekstslide

Stopafstand omlaag
1
2
3
4
5
6
7

Slide 14 - Tekstslide

Stopafstand omlaag

Slide 15 - Tekstslide

Stopafstand

Slide 16 - Tekstslide

Sommen met stopafstand
Kan je berekenen met de formule uit les 2



s=vt
reactie-afstand
snelheid 
tijdens reageren
reactietijd
hoef je niet apart te berekenen. Kan je vinden in de vraag of grafiek.

Slide 17 - Tekstslide

Rekenopgave 1
Je rijdt op de fiets met een snelheid van 12 km/h. Je moet ineens stoppen voor een eendje dat oversteekt. Jouw reactietijd is 0,9 seconde. De remweg is  4 meter. 
Bereken de stopafstand

Slide 18 - Tekstslide

Rekenopgave 1 - uitwerking
Formule
s = v ⋅ t
stopafstand = reactie-afstand + remweg
Gegevens
v = 12 km/h = 3,33 m/s
t = 0,9 s (reactietijd)
remweg = 4 m
Berekening
s = v ⋅ t
s = 3,33 ⋅ 0,9 = 3 m (reactieafstand = 3 meter)
stopafstand = reactieafstand + remweg
stopafstand = 3 + 4 = 7 meter
stopafstand = 7 meter

Slide 19 - Tekstslide

Rekenopgave 2 - uitwerking
Formule

reactie-afstand = stopafstand - remweg
Gegevens
v = 15 m/s 
stopafstand = 50 m
remweg = 20 m
Berekening
reactie-afstand = stopafstand - remweg
reactie-afstand = 50 - 20 = 30 meter


reactietijd = 2 seconde
                                  

t=vs
t=vs=1530=2s

Slide 20 - Tekstslide

Samenvattend - Stopafstand
Stopafstand is afhankelijk van:
- Massa - een hoge massa vergroot de remweg
- Reactietijd - een hoge reactietijd vergroot de reactieafstand
- Snelheid - een hoge snelheid vergroot zowel de reactieafstand als de remweg
- Remkracht - een hoge remkracht verkleint de remweg
- Wegdek - een glad wegdek vergroot de remweg

Slide 21 - Tekstslide

Samenvattend - Sommen met stopafstand
Kan je berekenen met de formule uit les 2



s=vt
reactie-afstand
snelheid 
tijdens reageren
reactietijd
hoef je niet apart te berekenen. Kan je vinden in de vraag of grafiek.

Slide 22 - Tekstslide

Deze video geeft een samenvatting over deze les. 
Ook zitten er een paar goede oefenopgaven met uitwerking bij.

Slide 23 - Tekstslide

Formuleblad

Slide 24 - Tekstslide

Verwerkingsvragen
Dit is Huiswerk
In SOM vind je wanneer je dit precies moet af hebben
De groene vragen zijn optioneel

Slide 25 - Tekstslide

Voordat je begint- NAKIJKEN!
Kijk je antwoorden van de vorige LessonUps na.
Dit gaat om les 1 t/m 5 de antwoorden zijn nu verschenen op dia's achter de opgaven

Slide 26 - Tekstslide

Opdracht 1: Je hebt de reactieafstand, de remweg en de stopafstand. Welke formule klopt?
A
reactieafstand = remweg + stopafstand
B
remweg = reactieafstand + stopafstand
C
stopafstand = reactieafstand + remweg
D
remweg = reactieafstand-stopafstand

Slide 27 - Quizvraag

Opdracht 2:
Gegeven: stopafstand = reactieafstand + remweg
Welke van deze drie afstanden verandert als de bestuurder flink gedronken heeft?
A
remweg + stopafstand
B
reactieafstand + stopafstand
C
alle afstanden
D
reactieafstand + remweg

Slide 28 - Quizvraag

Opdracht 3
Gegeven: stopafstand = reactieafstand + remweg
Op welke van deze drie afstanden heeft de toestand van het wegdek invloed?


A
Remweg + stopafstand
B
Op alle afstanden
C
Remweg + reactieafstand
D
Reactieafstand + Stopafstand

Slide 29 - Quizvraag

Opdracht 4: Jaro is moe en zijn reactietijd is daardoor een stuk langer dan normaal.
Wat gebeurt er dan met de reactieafstand, de remweg en de stopafstand?
A
De reactieafstand en de remweg worden langer; de stopafstand blijft gelijk.
B
De reactieafstand en de stopafstand worden langer; de remweg blijft gelijk.
C
De remweg en de stopafstand worden langer; de reactieafstand blijft gelijk.
D
De reactieafstand wordt langer; de remweg en de stopafstand blijven gelijk.

Slide 30 - Quizvraag

Opdracht 5: De reactieafstand is 25,8 m en de remweg is 36,8 m.
Hoe groot is de stopafstand?
A
11 meter
B
25,8 meter
C
36,8 meter
D
62,6 meter

Slide 31 - Quizvraag

Opdracht 6: Bereken de stopafstand in meter voor een fietser die 20 km/h rijdt, een reactietijd heeft van 1,1 seconde en een remweg van 8,2 meter.

Slide 32 - Open vraag

Opdracht 7.
Je kunt je snelheid verminderen om je remweg te kleinen Noem nog drie maatregelen waarmee je de remweg (van een auto) korter kan maken

Slide 33 - Open vraag

Opdracht 8
Een auto moet stoppen voor een plotseling overstekend kind. Noem 2 maatregelen die je kunt nemen om je reactie-afstand te verkleinen.

Slide 34 - Open vraag

Opdracht 9. Beantwoord de vragen hiernaast
Antwoord b: 24 meter
Antwoord e: -5,33 m/s2
geef zelf je berekening
noteer je berekening met eventuele formule(s) en een antwoord met eenheid

Slide 35 - Open vraag

Opdracht 10
De reactie-afstand is 60 meter. De snelheid is 60 km/h.
Wat is de stopafstand?

Slide 36 - Open vraag

Rekenopgave 2
Een automobilist heeft een snelheid van 15 m/s. Hij ziet en hert oversteken. Zijn stopafstand was uiteindelijk 50 meter en zijn remweg was 20 meter.
Bereken de reactietijd

Slide 37 - Tekstslide

Antwoord rekenvraag 2

Slide 38 - Open vraag

Antwoorden open vragen
Opdracht 6
Formule
s = v ⋅ t
stopafstand = reactie-afstand + remweg
Gegevens
v = 20 km/h = 5,6 m/s
t = 1,1 s (reactietijd)
remweg = 8,2 m
Berekening
s = v ⋅ t
s = 5,6 ⋅ 1,1 = 6,16 m (reactieafstand)
stopafstand = reactieafstand + remweg
stopafstand = 6,16 + 8,2 = 14,36 meter
stopafstand = 14,36 meter
Opdracht 7
Goed antwoord
- Goed profiel op de banden
- Auto lichter maken (niet te zwaar beladen)
- Goede remmen
- Niet op een gladde weg rijden
Fout:
- Geen alcohol/drugs/afleiding. Dit is fout want dit vergroot de reactieafstand, maar niet de remweg

Opdracht 8
Goed antwoord:
- Niet te snel rijden
- Geen alcohol/drugs/afleiding/smartphonegebruik

Fout:
- Verbeteren van remmen, banden of wegdek. Dit beïnvloedt de remweg, niet de reactieafstand 

Slide 39 - Tekstslide

Antwoorden open vragen
Opdracht 9









Opdracht 10
remweg = 60 meter (zie grafiek)
reactieafstand = 90 meter (zie tekst)
stopafstand = remweg + reactieafstand
stopafstand = 60 + 90 = 150 meter

Slide 40 - Tekstslide

Wat is de remweg als de snelheid 70 km/h is?

Slide 41 - Open vraag

De reactie-afstand is 90 meter. De snelheid is 100 km/h.
Wat is de stopafstand?

Slide 42 - Open vraag