H6.4

H6.4
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

H6.4

Slide 1 - Tekstslide

Spullen op tafel: laptop en werkboek - Log-in met de LessonUp code
Wat gaan we doen?
- Herhalen/terugblik paragraaf 6.3  (5 minuten)
- Uitleg paragraaf 6.4 (15 minuten)
- Aan het werk met 6.4 (20 minuten)
- Nabespreken lesdoelen  6.4 (5 minuten)

Slide 2 - Tekstslide

6.3 - aan het einde van de les:
• weet je wat het verschil is tussen binnenlandse en buitenlandse
migratie;
• weet je waarom arbeidsmigranten en vluchtelingen migreren;
• kun je uitleggen wat de overeenkomsten zijn tussen koloniale migratie,
gezinsmigratie en kettingmigratie.

Slide 3 - Tekstslide

Herhalen
  • Redenen waarom mensen migreren: economisch, sociaal, politiek en natuurlijk (ecologische reden)
  • Arbeidsmigrant 
  • Vluchteling (vluchten voor oorlog, natuurramp, vanwege geloof; meestal tijdelijk in buurlanden.
  • Asielzoeker (iemand die zijn land ontvlucht en een veilige plek zoekt in een ander land
  • Asiel (bescherming bieden aan mensen die in hun eigen land om politieke redenen vervolgd worden

Slide 4 - Tekstslide

Herhalen
  • Visum (officieel bewijs dat je een land beginnen mag komen)
  • Koloniale migranten
  • Kettingmigratie 
  • Gezinsmigratie

Slide 5 - Tekstslide

6.4 - aan het einde van de les: 
  • weet je hoe gebieden heten waar vluchtelingen vandaan en naartoe gaan; 
  •  weet je welke gevolgen migratie heeft
  • hoe de samenleving veranderd door migratie

Slide 6 - Tekstslide

Migratie 
  • Bestemmingslanden: landen waar migranten naartoe trekken
- (Noord-Amerika, Europa, Arabische oliestaten; Saudi-Arabië en Qatar)
problemen: gevaarlijk en slecht betaald werk 

Slide 7 - Tekstslide

Gevolgen voor de herkomstlanden
Geld (middelen) naar herkomstlanden
Voordeel: betere voorzieningen, beter leven
Nadeel: nog meer ongelijkheid, studenten; opgeleide mensen vertrekken
Braindrain: kennis vertrekt uit herkomstlanden

Slide 8 - Tekstslide

Gevolgen
Integratie: cultuur overnemen van migratieland
Integratiebeleid: regels/afspraken om integratie te verbeteren (taalcursussen/inburgersplicht) 
Assimilatie: gewoon worden met cultuur, eigen cultuur verdwijnt
Multi-etnische samenleving: meerdere culturen in 1 land.


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Wat als het niet lukt?
Assimilatie en integratie lukt niet altijd
Segregatie: mensen leven gescheiden van elkaar
Retourmigratie: terugkeren naar land van herkomst

Slide 11 - Tekstslide

Wat is een bestemmingsland?
A
Land waar migranten niet welkom zijn
B
Land waar migranten vandaan komen
C
Land waar migranten naartoe reizen
D
Land waar geen migratie voorkomt

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de braindrain?
A
Kennis gaat naar herkomstlanden
B
Kennis verlaat herkomstlanden
C
Kennis blijft in herkomstlanden
D
Er is geen kennis in herkomstlanden

Slide 13 - Quizvraag

Intergratie
Intergratiebeleid
Assimilatie
Multi-
etnische 
samenleving
Regels/afspraken om intergratie te verbeteren
Gewoon worden met cultuur
Meerdere culturen in 1 land
Cultuur overnemen van migratieland

Slide 14 - Sleepvraag

Wat betekend retourmigratie?
A
Blijven waar je woont
B
Terug naar het land waar je vandaan komt
C
Terug naar het land waar je nu woont
D
Geen van de antwoorden is juist

Slide 15 - Quizvraag

Aan het werk!
- Lees de leerstof op blz. 73 t/m 76
- Maak H6.4 + verdieping
- Ben je klaar? Laat het mij weten en na controle moet je alles nakijken. 
- 10 minuten zelfstandig stil werken (ZSW)

timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide

Maak de juiste combinatie tussen migrantengroepen en reden voor migratie
1. _________   -  2. _________  - 3. _________ - 4 _________
A. Arbeidsmigratie
B. Koloniale migratie
C. vluchteling
D. gezinsmigratie

Slide 17 - Sleepvraag

Welke conclusie kun je trekken uit deze bron?
A
De aantrekkelijkste stad om naartoe te verhuizen is Amsterdam.
B
Het aantal verhuizingen is sinds 2020 in het zuiden toegenomen.
C
Verhuizingen in Nederland vinden vooral om sociale redenen plaats
D
In lichtgekleurde gebieden kunnen wel veranderingen in de bevolkingsgrootte zijn, maar dat komt bijna niet door verhuizingen.

Slide 18 - Quizvraag

Om wat voor soort verhuisreden gaat het?

Voor een bosrijke omgeving
A
economisch
B
sociaal
C
ecologisch

Slide 19 - Quizvraag

Om wat voor soort verhuisreden gaat het?

Voor een studie met een grote banenkans
A
economisch
B
sociaal
C
ecologisch

Slide 20 - Quizvraag

Om wat voor soort verhuisreden gaat het?

Om te trouwen met je grote liefde
A
economisch
B
sociaal
C
ecologisch

Slide 21 - Quizvraag

Om wat voor soort verhuisreden gaat het?

Uit frustratie door een burenruzie
A
economisch
B
sociaal
C
ecologisch

Slide 22 - Quizvraag

Kies de juiste woorden.

In de coronatijd verhuisden veel Nederlanders van de steden naar het platteland. Deze vorm van (1) binnenlandse / buitenlandse migratie is een voorbeeld van migratie om (2) sociale / economische redenen
A
1. binnenlandse - 2. sociale
B
1. binnenlandse - 2. economische
C
1. buitenlandse - 2. sociale
D
1. buitenlandse - 2. economische

Slide 23 - Quizvraag

Kies de juiste woorden.

Migratie is niet altijd vrijwillig. Vooral ecologische en (1) economische / politieke redenen zorgen voor gedwongen migratie uit angst. Seng uit Myanmar emigreert omdat ze kans loopt op vervolging om haar geloof. Seng is een (2) asielzoeker / vluchteling
A
1. economische - 2. asielzoeker
B
1. economische - 2. vluchteling
C
1. politike - 2. asielzoeker
D
1. politike - 2. vluchteling

Slide 24 - Quizvraag

Welke uitspraak geeft een juiste reden voor het krijgen van asiel om politieke redenen?
A
´Ik kan in mijn land geen baan bij mijn studie vinden.´
B
Ik kan in mijn land niet rondkomen door hongersnood.´
C
´Ik word in mijn land vervolgd omdat ik christen ben.´
D
´Ik word in mijn land geteisterd door een overstroming.´

Slide 25 - Quizvraag

Welk motief geldt voor zowel koloniale migratie, gezinsmigratie als kettingmigratie?
A
streven naar een beter inkomen
B
hoop op een betere toekomst
C
angst voor politieke vervolging
D
vluchten om sociale redenen

Slide 26 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van braindrain?
A
Een tandarts uit Spanje vindt een vaste baan als tandarts in Nederland.
B
Een Poolse vuilnisman komt in een tomatenkwekerij in Nederland werken.
C
Een Nederlandse buschauffeur migreert permanent naar Frankrijk.
D
Een kunstenaar uit Nederland houdt een tijdelijke expositie in Japan.

Slide 27 - Quizvraag

Wat is de oorzaak van mogelijke uitbuiting van deze groep migranten?
A
Ze zijn afhankelijk van de werkgever.
B
Het project levert een vaste baan op.
C
Ze hebben geen veiligheidsmiddelen.
D
Ze kunnen niet praten in de eigen taal.

Slide 28 - Quizvraag


A
ecologische reden
B
economische reden
C
politieke reden
D
sociale reden

Slide 29 - Quizvraag

Is de onderstaande zin over migratie juist of onjuist?

De inburgeringsplicht is een voorbeeld van integratiebeleid.
A
juist
B
onjuist

Slide 30 - Quizvraag

Is de onderstaande zin over migratie juist of onjuist?

Mensen die terugkeren naar het thuisland zijn retourmigranten
A
juist
B
onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Is de onderstaande zin over migratie juist of onjuist?

In een multi-etnische samenleving zijn geen minderheden.
A
juist
B
onjuist

Slide 32 - Quizvraag

Maak de zin over migratie in orde door telkens het juiste antwoord te kiezen.

De ... generatie migranten zijn vaak het meest geïntegreerd in Nederland.
A
eerste
B
tweede

Slide 33 - Quizvraag

Maak de zin over migratie in orde door telkens het juiste antwoord te kiezen.

Met name de ... bevolkingsgroep wordt gezien als geassimileerd.
A
Syrische
B
Indische

Slide 34 - Quizvraag

Maak de zin over migratie in orde door telkens het juiste antwoord te kiezen.

... met behoud van elementen uit de eigen cultuur kun je bevorderen door meteen vanaf het begin taallessen te geven.
A
Integratie
B
Assimilatie

Slide 35 - Quizvraag