1. Als je het lokaal binnenkomt: pak je meteen jouw wiskunde-spullen; boek, schrift, pen, potlood, rekenmachine, geodriehoek
2. Op het bord staat de opwarmsom: deze ga je maken!
3. Wanneer ik uitleg geef: is jullie mond dicht
4. Iets vragen? Vinger omhoog!
5. Er wordt streng gecontroleerd op : heb je je spullen
voor elkaar en heb je jouw huiswerk gemaakt.