kan ik wat vertellen over de topografie van mijn regio
Les 2
weet ik hoe ik een plattegrond moet gebruiken
Les 3
kan ik een route bepalen
Les 4
kan ik een vervoermiddel kiezen
kan ik een reis plannen met OV
Slide 11 - Tekstslide
Een plattegrond is een
A
bovenaanzicht
B
zijaanzicht
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Video
Waarom is een plattegrond handig?
Slide 14 - Tekstslide
Ken jij voorbeelden van een plattegrond?
Slide 15 - Tekstslide
De schaal is 1 : 25.
Op de plattegrond is de tafel 5 cm lang.
Hoe lang is de tafel in het echt?
A
100 cm
B
125 cm
C
150 cm
D
175 cm
Slide 16 - Quizvraag
De schaal is 1 : 50.
Op de plattegrond is het tuinpad 8 cm.
Hoe lang is het tuinpad in het echt?
A
100 cm
B
200 cm
C
300 cm
D
400 cm
Slide 17 - Quizvraag
De schaal is 1 : 50.
In het echt is de tafel 200 cm lang.
Hoe lang is de tafel op de plattegrond?
A
4 cm
B
5 cm
C
6 cm
D
7 cm
Slide 18 - Quizvraag
De schaal is 1 : 100.
In het echt is de kast 350 cm lang.
Hoe lang is de kast op de plattegrond?
A
2,5 cm
B
3 cm
C
3,5 cm
D
4 cm
Slide 19 - Quizvraag
Plattegrond, verhouding, vluchtroute
Slide 20 - Tekstslide
Zet de tekst in de juiste volgorde
Ik schrijf de namen van de straten onder elkaar, mijn vertrekpunt en mijn eindbestemming
Ik zoek in het straatnamenregister de naam van de straat waarvandaan ik vertrek
Ik schrijf de letter en het cijfer van mijn vertrekpunt op.
Ik zoek in het straatnamenregister op waar ik heen wil
en zoek de letter en het cijfer op de kaart
Ik zoek nu op de kaart de beste weg naar mijn bestemming
Ik maak een lijstje hoe ik moet lopen en kan vertrekken
Slide 21 - Sleepvraag
Les 3
Reizen in de regio
Slide 22 - Tekstslide
Leerdoelen
Na dit hoofdstuk:
Les 1
ken ik de namen van de provincies in Nederland
kan ik wat vertellen over de topografie van mijn regio
Les 2
weet ik hoe ik een plattegrond moet gebruiken
Les 3
kan ik een route bepalen
Les 4
kan ik een vervoermiddel kiezen
kan ik een reis plannen met OV
Slide 23 - Tekstslide
Noem zo veel mogelijk verschillende manieren van reizen
Slide 24 - Open vraag
de trein
de bus
de tram
de metro
de fiets
de auto
de veerboot
de taxi
Slide 25 - Tekstslide
Les 4
Reizen in de regio
Slide 26 - Tekstslide
Leerdoelen
Na dit hoofdstuk:
Les 1
ken ik de namen van de provincies in Nederland
kan ik wat vertellen over de topografie van mijn regio
Les 2
weet ik hoe ik een plattegrond moet gebruiken
Les 3
kan ik een route bepalen
Les 4
kan ik een vervoermiddel kiezen
kan ik een reis plannen met OV
Slide 27 - Tekstslide
Dit is de dienstregeling van lijn 35.
Hoe laat vertrekt op zondag de eerste bus?
Slide 28 - Tekstslide
Noem in ieder geval 2 manieren hoe je reisinformatie voor het openbaar vervoer kunt opzoeken
Slide 29 - Open vraag
Dit was hoofdstuk 1.
Kijk je even na of je alle opdrachten hebt gemaakt?
De volgende les gaat over hoofdstuk 2,
REIZEN IN NEDERLAND
Slide 30 - Tekstslide
0
Slide 31 - Video
Wat zijn de verschillen tussen een stad en een dorp?
Slide 32 - Open vraag
Leg het woord uit
Slide 33 - Tekstslide
De schaal is 1 : 100.
In het echt is de kast 50 cm breed.
Hoe breed is de kast op de plattegrond?
A
0,5 cm
B
1 cm
C
1,5 cm
D
2 cm
Slide 34 - Quizvraag
Slide 35 - Tekstslide
Je bent in de bakkerij.
Er is brand.
Waar ga jij naar buiten?
A
Door de voordeur
B
Door de achterdeur
C
Door het raam
D
Door de keuken
Slide 36 - Quizvraag
Je staat achter de toonbank.
Er is brand.
Waar ga jij naar buiten?
A
Door de voordeur
B
Door de achterdeur
C
Door het raam
D
door de keuken
Slide 37 - Quizvraag
Slide 38 - Tekstslide
Hoeveel parkeerplaatsen staan er op de plattegrond?
A
2
B
4
C
6
D
8
Slide 39 - Quizvraag
Waar ligt de rivier?
A
Links op de kaart
B
Rechts op de kaart
C
Boven aan de kaart
D
Onder aan de kaart
Slide 40 - Quizvraag
Waar ligt het station?
A
Links op de kaart
B
Rechts op de kaart
C
Boven aan de kaart
D
onder aan de kaart
Slide 41 - Quizvraag
Slide 42 - Tekstslide
In welk hokje ligt de Venestraat?
A
A2
B
A3
C
B2
D
B3
Slide 43 - Quizvraag
In welk hokje ligt het stadhuis?
A
A2
B
A3
C
B2
D
B3
Slide 44 - Quizvraag
https:
Slide 45 - Link
Slide 46 - Video
Wat vind je nog moeilijk in dit hoofdstuk?
Stel er een vraag over.
Slide 47 - Open vraag
de wegenkaart
Een wegenkaart is een hulpmiddel om een overzicht te krijgen.
bijvoorbeeld over:
een land
een stad
een dorp, een wijk of een stadsdeel
Legenda
In de legenda staat wat de verschillende lijnen, kleuren en symbolen op een wegenkaart betekenen. Het helpt je om de kaart te begrijpen.
symbolen
Op een wegenkaart staan ook symbolen. Die geven belangrijke gebouwen of plaatsen aan. Het symbool van een vliegtuig laat zien dat daar een vliegveld is.
Slide 48 - Tekstslide
wegenkaart
satellietkaart
Zie je verschillen?
Welke?
Slide 49 - Tekstslide
Slide 50 - Video
Sleep de betekenissen naar de juiste symbolen
1
vliegveld
camping
tankstation
skigebied
Slide 51 - Sleepvraag
de vluchtroute
Elke school, winkel en restaurant heeft een plattegrond.
Plattegronden van gebouwen hangen vaak in de gang.
Op de plattegrond staat de vluchroute of een vluchtweg.
Moet je vluchten? Voor bijvoorbeeld brand.
Loop dan zo snel mogelijk via deze route naar buiten.