Paragraaf 6.3 - Geluidssterkte

6.3 Geluidsterkte
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
naskMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

6.3 Geluidsterkte

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen van paragraaf 6.3
  • Je kunt uitleggen wat de amplitude van een trilling is en in welke eenheid deze gemeten wordt. 
  • Je weet met welk apparaat je de geluidssterkte kunt meten. 
  • Je kunt uitleggen waarom de geluidssterkte meestal aangegeven wordt in decibel(A). 
  • Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen de gehoordrempel en de pijngrens.

Slide 2 - Tekstslide

Introductie
Heel harde geluiden hoor je niet alleen, je voelt ze soms ook. Het geluid in een disco of bij een popconcert staat soms zo hard dat vooral de lage tonen doordreunen tot in je maag.

Slide 3 - Tekstslide

De Amen break
De Amen break is een sample (een kort muziekfragment) die in veel hiphopmuziek gebruikt wordt. De sample duurt iets meer dan vijf seconden waarbij harde en minder harde slagen op de drum elkaar afwisselen. In figuur zie je hoe een computer deze sample weergeeft. De geluidssterkte geeft aan hoe hard het geluid is dat wordt geproduceerd door de geluidsbron.
Amen Break

Slide 4 - Tekstslide

De geluidssterkte wordt gemeten in hertz (Hz).
Is deze uitspraak juist of onjuist?
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

De amplitude van een trilling
Als een basluidspreker het geluid van een bass drum laat horen, kun je de conus zien trillen. Die trilling wordt heviger als je het geluid harder zet. De drukverschillen in de omringende lucht worden dan ook groter. Daardoor klinkt het geluid harder. 

 Je kunt die drukverschillen onderzoeken met een oscilloscoop. Bekijk in figuur 2 de afstand tussen het midden van de trillingen en hun uiterste stand. Dat noem je de amplitude van de trillingen: de afstand tussen het midden en de uiterste stand. 

 De geluidssterkte wordt bepaald door de amplitude. Hoe harder een geluid, hoe groter de amplitude. Als het geluid wegsterft, dan wordt de amplitude nul.

Slide 6 - Tekstslide

Hoe groter de amplitude, des te harder het geluid.

Slide 7 - Tekstslide

Een pianotoets wordt twee keer aangeslagen, eerst zacht, dan hard.
Wat verandert er aan de geluidstrilling?
A
de amplitude
B
de frequentie
C
de trillingstijd

Slide 8 - Quizvraag

In de afbeelding zie je vier verschillende beelden van een oscilloscoopscherm. De oscilloscoop heeft vier keer dezelfde instelling.
Welke twee beelden geven de geluiden met de grootste geluidssterkte weer?
A
beeld A
B
beeld B
C
beeld C
D
beeld D

Slide 9 - Quizvraag

Vul de juiste woorden in.
Hoe groter de amplitude,
hoe...………….. het geluid.

Slide 10 - Open vraag

In de afbeelding zie je vier verschillende beelden van een oscilloscoopscherm. De oscillopscoop heeft vier keer dezelfde instelling.
Welke twee beelden geven de geluiden met de kleinste geluidssterkte weer?
A
beeld A
B
beeld B
C
beeld C
D
beeld D

Slide 11 - Quizvraag

Een toon kun je weergeven op een oscilloscoop.
Wat wordt weergegeven met de twee pijlen in de figuur?
A
amplitude
B
decibel
C
frequentie

Slide 12 - Quizvraag

De decibelschaal
De sterkte van geluid kun je meten in decibel. Dit kort je af als dB (A). 

  • Decibelmeter / geluidssterktemeter 
  • Apps voor je telefoon

Slide 13 - Tekstslide

Decibel(A)
De geluidssterkte wordt meestal aangegeven in decibel(A). Dit kort je af als dB(A). 

Menselijk gehoor. 
  • Hoge en lage tonen hoor je namelijk minder goed en daar houdt de dB(A)-schaal rekening mee.

Slide 14 - Tekstslide

De geluidssterkte wordt gemeten in decibel.
Is deze uitspraak juist of onjuist?
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quizvraag

De geluidssterkte kun je meten met een meetapparaat.
Kies de juiste namen van het apparaat waarmee je de geluidssterkte kunt meten.
A
amplitudemeter
B
dB-meter
C
frequentiemeter
D
geluidsterktemeter

Slide 16 - Quizvraag

Geluidssterkte en afstand

Geluidssterkte moet je altijd op dezelfde afstand meten om te vergelijken. 

Geluidssterkte hangt af van afstand.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Gehoordrempel en pijngrens
Bij geluidssterkte heb je te maken met twee grenzen. De gehoordrempel is de geluidssterkte waarbij je het geluid net begint te horen. De pijngrens is de geluidssterkte waarbij je oren pijn beginnen te doen. Boven de pijngrens hoor je wel geluid, maar dit is zo hard, dat het zeer doet aan je oren.

Slide 19 - Tekstslide

Je kunt alleen geluiden horen waarvan de geluidssterkte boven de gehoordrempel ligt.
Is deze uitspraak juist of onjuist?
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Plus stof

Slide 21 - Tekstslide

In het diagram zie je de grafieken van de pijngrens en de gehoordrempel.
Is de volgende stelling juist of onjuist?

De gehoorgrens heeft bij alle frequenties dezelfde waarde.
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quizvraag

In het diagram zie je de grafieken van de pijngrens en de gehoordrempel.
Rond welke waarde ligt de pijngrens?
A
110 dB
B
130 dB
C
150 dB

Slide 23 - Quizvraag

In het diagram zie je de grafieken van de pijngrens en de gehoordrempel.
Welke waarde heeft de gehoordrempel bij 1000 Hz?
A
-10 dB
B
0 dB
C
10 dB

Slide 24 - Quizvraag

In het diagram zie je de grafieken van de pijngrens en de gehoordrempel.
Is de volgende stelling juist of onjuist?
De pijngrens heeft bij alle frequenties dezelfde waarde.
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Opdrachten maken
Wat: Aan de slag  met opdrachten 1 t/m 9 
Hoe: helemaal stil! muziek mag in!      
Hulp: via Teams chat     
Tijd:  tot einde les      
Huiswerk:  opdrachten t/m 9 paragraaf 6.3      
Klaar?: Ga even een frisse neus halen!!!

Slide 26 - Tekstslide