3.1 De Eerste Wereldoorlog

3.1: De Eerste Wereldoorlog
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.1: De Eerste Wereldoorlog

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van deze les:

  • kun je uitleggen wat de oorzaken waren voor het uitbreken van WOI;
  • weet je welke partijen bij de oorlog betrokken waren;
  • kun je beschrijven hoe de partijen elkaar bestreden.

Slide 2 - Tekstslide


Het was in 1914 
onrustig en er heerste een hoop spanning in Europa......

Deze onrusten en spanningen zien we als de oorzaak voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.
3.1 De Eerste Wereldoorlog
Foto uit: ‘De tijd in kleur. Beelden uit de wereldgeschiedenis 1850 – 1960’ 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Oorzaken voor het uitbreken van WOI

  • Bondgenootschappen= afspraken over samenwerking tussen verschillende landen

  • Nationalisme= liefde voor het eigen land

  • Militarisme= verheerlijking van het leger

  • Wapenwedloop= Strijd om de sterkste wapens
 
3.1 De Eerste Wereldoorlog
Foto uit: ‘Wereld in vlammen’ – Dan Jones en Marina Amaral,

Slide 5 - Tekstslide

3.1 De Eerste Wereldoorlog
Het Duitse Rijk was een stuk kleiner dan wij Duitsland nu kennen
Polen is onderdeel van Rusland, net als Wit-Rusland, Letland, Estland, Lithouwen en Oekraine 
Bestond uit het hedendaagse: Oostenrijk, Hongarije, Bosnië en Herzegovina, Kroatië, Tsjechië, Slowakije, Slovenië en delen van Italië, Montenegro, Polen, Roemenië, Servië en Oekraïne.
Het Ottomaanse Rijk kennen we nu als Turkije
Kaart van Europa in 1914

Slide 6 - Tekstslide

Oorzaak 1
Bondgenootschappen
  • Door de spanning wilde Europese landen sterker staan
  • Ze sloten bondgenootschappen
  • Ze spraken af elkaar te helpen in oorlogs- en in vredestijd
  • Geallieerden en de Centralen
3.1 De Eerste Wereldoorlog
Foto uit: ‘De tijd in kleur. Beelden uit de wereldgeschiedenis 1850 – 1960’ 

Slide 7 - Tekstslide

Bondgenootschappen in 1914
3.1 De Eerste Wereldoorlog
Geallieerden (geel)
Centralen (rood)
Groot-Brittannië
Duitsland
Rusland
Oostenrijk -
Hongarije
Frankrijk
Ottomaanse Rijk
Italië '15
Verenigde Staten '17
Bondgenootschappen in 1914

Slide 8 - Tekstslide

Oorzaak 2
Nationalisme 
  • Nationalisme = liefde voor het eigen land
  • Veel landen en bevolkingen voelden zich beter dan andere landen

  • Mensen waren bereid te vechten voor de trots van hun land

  • Nationalisme was zichtbaar in vrijwel alle landen van Europa
3.1 De Eerste Wereldoorlog
Foto uit: They Shall Not Grow Old, Peter Jackson, 2019

Slide 9 - Tekstslide

Oorzaak 3
Militarisme 
  • Militarisme = verheerlijking van het leger

  • Mensen zag het leger én oorlog als iets belangrijks: Niet praten maar vechten

  • Veel militaire dreiging in Europa

  • Jonge mannen uit heel Europa melden zich vrijwillig aan om te gaan vechten 
3.1 De Eerste Wereldoorlog
Bundesarchiv, Oscar Tellgmann, 1914 ©

Slide 10 - Tekstslide

Oorzaak 4
Wapenwedloop
  • Wapenwedloop= Strijd om de sterkste wapens

  • Landen wilden aan elkaar laten zien wie het sterkste was 

  • De economie draaide op de oorlogsindustrie

  • Nieuwe technieken als; gevechtsvliegtuigen, tanks, automatische wapens en gifgassen. 
3.1 De Eerste Wereldoorlog
Montagehal van Krupp te Essen, 1906

Slide 11 - Tekstslide

Oorzaken voor het uitbreken van WOI

  • Bondgenootschappen= afspraken over samenwerking tussen verschillende landen

  • Nationalisme= liefde voor het eigen land

  • Militarisme= verheerlijking van het leger

  • Wapenwedloop= Strijd om de sterkste wapens
 
3.1 De Eerste Wereldoorlog: herhaling
Foto uit: ‘Wereld in vlammen’ – Dan Jones en Marina Amaral,

Slide 12 - Tekstslide

Huiswerk

Maak opdr. 1 t/m 5 (blz. 90-92)

Leer de begrippen van 3.1


Slide 13 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het einde van deze les:
  • kun je beschrijven hoe de partijen elkaar bestreden;
  • weet je welke gevolgen de oorlog had voor Nederland.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Strijd aan twee fronten
Duitsland wilde ook Rusland veroveren. Hierdoor vocht Duitsland zowel tegen Frankrijk als Rusland. Dit noem je een tweefrontenoorlog.

In 1917 kwam in een Rusland een ondemocratische regering van communisten aan de macht. Dat regime sloot vrede met Duitsland. 

De Verenigde Staten hielp vanaf 1917 de geallieerden (Frankrijk). Hierdoor verloor Duitsland uiteindelijk de oorlog. 

Slide 16 - Tekstslide

 Oorzaken
Aanleiding 
Gevolg
Modern- Imperialisme
Eerste Wereldoorlog
Nationalisme
Wapenwedloop
Moord op Franz Ferdinand
Bondgenootschappen

Slide 17 - Sleepvraag

De Eerste Wereldoorlog was van... tot...
A
1914-1917
B
1940-1945
C
1914-1918
D
1914-1919

Slide 18 - Quizvraag

Wie begon de Eerste Wereldoorlog?
A
Frankrijk
B
Duitsland
C
Engeland
D
Sovjet-Unie

Slide 19 - Quizvraag

De Eerste Wereldoorlog had twee bondgenootschappen: de geallieerden en de centralen.
Welk land hoorde bij welke kant?
Centralen
Geallieerden

Slide 20 - Sleepvraag

Welke twee uitspraken zijn juist?
Juist
Onjuist
De Eerste Wereldoorlog duurde vier jaar.
Een oorzaak van de eerste wereldoorlog zijn de bondgenootschappen.
Frankrijk, Engeland en Oostenrijk hoorden bij de geallieerden.
De Eerste Wereldoorlog begon in 1918.

Slide 21 - Sleepvraag

In de Eerste Wereldoorlog werd er gevochten met...
A
zwaarden en paarden
B
gas, zwaarden en paarden
C
gas, mitrailleurs, bommen, tanks
D
Tanks, auto's, atoomwapens en mitrailleurs

Slide 22 - Quizvraag

Welke zinnen over de Eerste Wereldoorlog
 zijn juist?
Juist
Onjuist
De Eerste Wereldoorlog staat bekend als ‘loopgravenoorlog’.
Er vielen weinig slachtoffers.
Engeland en Frankrijk waren de overwinnaars
Nederland deed niet mee aan de Eerste Wereldoorlog.
Er werd gebruikgemaakt van nieuwe wapens zoals raketten en straaljagers.

Slide 23 - Sleepvraag

Slide 24 - Link

Nederland in de Eerste Wereldoorlog
  • Nederland is neutraal = geen kant kiezen
  • Veel vluchtelingen vanuit België
  • Geallieerden stoppen aanvoer van voedsel en brandstof, wat tot honger leidt 

Slide 25 - Tekstslide

Huiswerk
  • Maken: opdr. 6 t/m 9 
       blz. 93-95
  • Leren: begrippen van 3.1

Slide 26 - Tekstslide