Klas 1 par. 6.2

Par. 6.2 
Zelfstandige burgers
Leerdoelen: in deze LessonUp leer je over de volgende punten uit de K&K:
  • Wat het voor een stad betekende om stadsrechten te krijgen  (en wat het belang van een stadsmuur was)
  • Welk belang burgers hadden om stadsrechten te krijgen en de vorst om stadsrechten te geven 
  • Hoe een stad omging met misdaad en straf 
  • Hoe het bestuur van een stad geregeld was 
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Par. 6.2 
Zelfstandige burgers
Leerdoelen: in deze LessonUp leer je over de volgende punten uit de K&K:
  • Wat het voor een stad betekende om stadsrechten te krijgen  (en wat het belang van een stadsmuur was)
  • Welk belang burgers hadden om stadsrechten te krijgen en de vorst om stadsrechten te geven 
  • Hoe een stad omging met misdaad en straf 
  • Hoe het bestuur van een stad geregeld was 

Slide 1 - Tekstslide


kijk nu eerst de histoclip Middeleeuwse stad, en maak daarna de vragen die volgen.

Slide 2 - Tekstslide

0

Slide 3 - Video

Van wie kreeg een stad, stadsrechten?
A
Magistraat
B
Schout
C
Burgemeester
D
Heer

Slide 4 - Quizvraag

Wat is geen recht dat burgers wilden ontvangen van hun landheer?
A
Recht om zelf de stad te besturen
B
Recht om zelf de regels voor de handel te bepalen
C
Recht om zelf horigen voor hun te laten werken
D
Recht om zelf de rechtspraak te regelen

Slide 5 - Quizvraag

Hoe noem je het geheel aan rechten dat de stad ontving

Slide 6 - Open vraag

Welk voordeel had de landsheer bij het geven van stadsrechten

Slide 7 - Open vraag

Welk voordeel had de landsheer bij de verlening van stadsrechten
A
Hij ontving geld om het land te besturen en te verdedigen
B
Hij hoefde dit deel van het land niet meer te besturen
C
Hij kon gratis gebruik maken van de stad
D
Hij kreeg een eigen stadskasteel

Slide 8 - Quizvraag

Waarom werden stadsmuren gebouwd?

Slide 9 - Open vraag

Hierna volgen wat slides met uitleg en vragen over hoe een Middeleeuwse stad in elkaar stak en hoe het leven daar was. 

Slide 10 - Tekstslide

Kenmerken van een middeleeuwse stad
Middeleeuwse stad:
  • Markt in centrum
  • Stadhuis --> vergaderingen stadsbestuur
  • Woningen rijke kooplieden (steenrijk)
  • Kerk (Soms kathedraal (kerk v/e bisschop))
  • Stadsmuur
  • (Binnen)gracht (open riool)


Slide 11 - Tekstslide

Bekijk deze plaat. Wat valt je op aan:
1. Hygiëne
2. Bouwmateriaal
3. Gebruik water
4. Beroepen
5. Verdediging

Slide 12 - Tekstslide

Wat zie je als je een middeleeuwse stad zou binnen lopen?
Wat zie je als je een middeleeuwse stad zou binnen lopen?
Het was er druk en krap: de meeste steden waren niet groter dan 5000 inwoners, maar omdat het er klein en smal was leek het veel drukker.
De markt
Deze geestelijken houden een processie: een tocht door de stad om hun geloof in God te laten zien. Soms werd dit gedaan om boete te doen.
De winkels waren meestal duidelijk te herkennen aan uithangborden, waarop symbolen van de ambachten stonden, zoals een vis of brood.
In principe mocht iedereen de stad binnen, zolang je maar geen (grote) wapens meenam. Messen moesten worden gemeten: was een mes te groot dan moest je hem bij de stadspoort achterlaten.
Inwoners van een stad noemen we tegenwoordig vaak burgers, maar in de Middeleeuwen werd meestal de term poorter gebruikt: iemand die binnen de poorten van een stad woont.
Een van de grootste gevaren van een middeleeuwse stad was brand. De meeste huizen waren van hout, en een klein vuurtje kon binnen enkele dagen de halve stad in as hebben gelegd. Ambachten waarbij veel vuur werd gebruikt, zoals bijvoorbeeld een smederij, bevonden zich daarom op speciale plekken in de stad.
Schapen, kippen, honden en varkens: er liepen in een stad vaak net zoveel dieren als mensen rond. 
Niet alle straten waren bestraat: na een regenbui was het een grote modderpoel, waarbij het (huis)vuil door de straten spoelde.
Riolering of een vuilnisdienst bestond nog niet. Mensen gooiden hun afval soms gewoon op straat of in de gracht. Het stonk er dus nogal, vooral ’s zomers. Die viezigheid was ook gevaarlijk. Het vuil trok ongedierte aan, zoals ratten. Hierdoor braken er ziekten uit.
Water (om te drinken en om schoon te worden) werd uit de gracht gehaald. Inderdaad: 500 meter verderop was er nog afval in gegooid...
De schandpaal was één van de straffen die je in de Middeleeuwen kon krijgen.
Er waren maar een paar gebouwen van steen in een middeleeuwse stad, zoals bijvoorbeeld de kerk of het stadhuis. Later komen er meer stenen gebouwen bij, zoals bijvoorbeeld de gildenhuizen.
Huizen in deze bouwstijl noem je vakwerkhuizen: de balken in de muren zorgen voor de stevigheid van het huis. De ruimte tussen de balken worden opgevuld met takken van bijvoorbeeld wilgen. Vervolgens worden ze geplamuurd met een mengsel van stro en leem.
In een stad was van alles te vinden: eten, drinken, handel en vermaak. Het was er vies, maar mensen kwamen er graag.

Slide 13 - Tekstslide

Waardoor konden ziektes zich snel verspreiden in de stad?

Slide 14 - Open vraag

Hierna volgen wat dia's met uitleg en vragen over straffen in de Middeleeuwen. 

Slide 15 - Tekstslide


Straffen in de Middeleeuwen
  • Zeker: lijfstraffen en doodstraffen kwamen voor...
  • ...maar de meeste straffen waren geldboetes!
  • Die leverden meer op en kostten minder geld: een beul moet je als stad namelijk ook gewoon betalen!

Slide 16 - Tekstslide


Klik op de hotspots en sleep de straffen naar de juiste plek in de afbeelding.
Hand afhakken
Geselen
Ogen uitsteken
In het water gooien
Ophangen
Op de brandstapel
Onthoofden

Slide 17 - Sleepvraag

Waarom worden mensen in het openbaar gestraft?

Slide 18 - Open vraag

Wat ga je doen?
  • Lees par. 6.1 tot en met stadspoorten (blz. 152-153)
  • Op de 6 slides hierna volgt een samenvatting van wat ook in de tekst staat.  Deze mag je overslaan als het duidelijk is.
  • Maak dan de vragen op de slides daarna. 

Slide 19 - Tekstslide

Bestuur van de stad
  • De stad werd bestuurd door de schout en schepenen. Zij spraken recht en stelden keuren (wetten) op. 
  • De stad wees de schepenen aan. Dit waren rijke burgers.
  • De landsheer (bijv. graaf of hertog) wilde wel invloed houden in de stad. Hij stelde daarom de schout aan: de voorzitter van de schepenbank.
  • Aan het einde van de middeleeuwen werd de schout vervangen door burgemeesters die de stad bestuurden. Zij werden gecontroleerd door de vroedschap, een groep vooraanstaande burgers.
  • De stad had veel ambtenaren in dienst, zoals artsen, poortwachters en omroepers (om bijv. wetten om te roepen)

Slide 20 - Tekstslide

Stadsrechten
Steden kregen van vorsten en hoge edelen stadsrechten: privileges van een stad. 
  • Stadsmuur bouwen
  • Belastingen en tol heffen
  • Een (jaar)markt houden
  • Stad zelf besturen
  • Rechtspreken volgens eigen stadswetten (schout, schepenen en keuren)


Slide 21 - Tekstslide


Het belang van steden voor de heer
  • Alle inwoners van een graafschap moesten gehoorzaam zijn aan de heer.
  • Ook de inwoners van steden, maar die wilden liever eigen baas zijn
  • De heer vond een machtige en rijke stad helemaal niet erg: al die rijkdom!
  • De inwoners van de stad en heer maken afspraken, vastgelegd in stadsrechten
De stad Dordrecht kreeg in 1220 stadsrechten van graaf Willem I van Holland. Daarmee is het één van de oudste steden van Nederland

Slide 22 - Tekstslide


Stadsrechten
  • Een stad met stadsrechten mag een stadsmuur bouwen
  • De stad mag zelf rechtspreken, maar een ambtenaar (de schout) van de heer moet wel aanwezig zijn en een deel van de boetes is voor de heer

  • De inwoners van een stad waren vrije poorters (geen bezit van de heer)
  • In ruil voor deze rechten moet de stad belasting betalen

Slide 23 - Tekstslide

Het stadsbestuur
  • Door de opkomst van steden verdween de horigheid en kregen boeren meer rechten ==> de heren wilden genoeg boeren op hun land houden. 
  • Steden werden bestuurd door schepenen, burgers uit rijke en aanzienlijke families. Alleen mannen konden toetreden tot de burgerij (vrouwen konden geen burger of 'poorter' worden)

Slide 24 - Tekstslide


Wie is de baas?
  • De schout is de plaatsvervanger van de heer in de stad bij de rechtspraak
  • Samen met de schepenen bepaalde hij de straf.
  • Ze kregen advies van een raad.
  • De burgemeester (soms meer dan één) was de baas van de raad.
  • Schout, schepenen en burgemeester(s) heten ook wel: magistraten

Slide 25 - Tekstslide

Noem 5 voorbeelden van stadsrechten.

Slide 26 - Open vraag

Verbind oorzaken en gevolgen
Edelen geven steden stadsrechten
Steden willen stadsrechten
Edelen worden minder machtig
Edelen hadden meer geld nodig
Steden werden zelfstandiger
Steeds meer steden hebben stadsrechten

Slide 27 - Sleepvraag

Schout
Koppel de juiste betekenissen aan de begrippen
voorzitter schepenbank
Wet
vroedschap
Stadsbestuurder
Stadhuis
Keur

Schout
Stadsbestuur
Schepen
Raadhuis

Slide 28 - Sleepvraag

Hij is de baas van de schepenen
A
Schout
B
Burgemeester
C
Rechter
D
Jury

Slide 29 - Quizvraag

De schout is de plaatsvervanger van de ... in de stad
A
Burgemeester
B
Heer
C
Rechter
D
Politie

Slide 30 - Quizvraag

De schout, schepenen en burgemeester noem je ook wel ...
A
Magistraten
B
Heren
C
Rechters
D
Gemeenteraad

Slide 31 - Quizvraag


Gebruik bron 4 hiernaast. Floris had twee motieven om Amsterdammers tolvrijstelling te geven. Welke twee motieven waren dat? 

Slide 32 - Open vraag

Gebruik bron 6: Legertjes. Welke van onderstaande stellingen blijken uit de bron? Sleep de uitspraken naar "juist" of "onjuist."
Juist
Onjuist
Steden hadden eigen legertjes: schutterijen.
Ook vrouwen zaten in de schutterij.
De stad zorgde voor de wapens om mee te schieten.
Schutterijen waren trots op hun stad.
Steden gaven hun landsheer financiële steun.
Steden gaven hun landsheer militaire steun.
Landsheren hielpen bij de verdediging van hun steden.

Slide 33 - Sleepvraag

  • Maak nu de oefentoets van par. 6.1 via de ELO van magister. 
  • Ga daarna naar de laatste slide op de volgende pagina.

Slide 34 - Tekstslide

Je bent nu klaar met deze les. Als je alle opdrachten in deze LessonUp hebt gedaan, ben je verder klaar met par. 6.2 en heb je geen huiswerk meer. Bedenk wel of je de K&K van deze paragraaf kunt uitleggen voor jezelf:
  • Wat het voor een stad betekende om stadsrechten te krijgen  (en wat het belang van een stadsmuur was) 
  • Welk belang burgers hadden om stadsrechten te krijgen en de vorst om stadsrechten te geven  
  • Hoe een stad omging met misdaad en straf  
  • Hoe het bestuur van een stad geregeld was 

Als je meer wilt weten en zien over de Middeleeuwse stad, ga dan naar de volgende slides.


Slide 35 - Tekstslide

Verderkijken?
Hierna volgen drie afleveringen van verschillende programma's van SchoolTV. Kijk welke je aanspreekt en bekijk deze. Je mag ze natuurlijk ook alledrie bekijken. 
En ben je benieuwd naar het middeleeuwse leven in 's-Hertogenbosch? Doe dan mee met: 
http://www.webkwestie.nl/middeleeuwsestad/lakenmarkt/

(de laatste link kun je ook openen in de allerlaatste slide)

Slide 36 - Tekstslide

0

Slide 37 - Video

0

Slide 38 - Video

0

Slide 39 - Video

Slide 40 - Link