Oncologie - Behandeling van kanker

Oncologie 
Behandeling van kanker
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Oncologie 
Behandeling van kanker

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Terugblik

Je leert welke behandelingen worden ingezet binnen de oncologie

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een van de belangrijkste oorzaken van genetische mutaties die tot kanker kunnen leiden?
A
Onvoldoende lichaamsbeweging
B
Hoge consumptie van suikerrijke dranken
C
Blootstelling aan tabaksrook
D
Regelmatig gebruik van elektronische apparaten

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een belangrijk kenmerk dat solide tumoren onderscheidt van niet-solide tumoren?
A
Solide tumoren hebben geen bloedtoevoer nodig.
B
Solide tumoren ontwikkelen zich in vaste organen en weefsels.
C
Solide tumoren vormen zich in vloeibare weefsels zoals bloed.
D
Solide tumoren zijn altijd goedaardig.

Slide 4 - Quizvraag

Welke van de volgende is een voorbeeld van een niet-solide tumor?
A
Borstkanker (mammacarcinoom)
B
Longkanker (longcarcinoom)
C
Lymfeklierkanker (bijv. multiple myeloom)
D
Zaadbalkanker (testiscarcinoom)

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de term voor het proces waarbij kankercellen zich van de oorspronkelijke tumor losmaken en zich verspreiden naar andere delen van het lichaam?
A
Angiogenese
B
Apoptose
C
Hyperplasie
D
Metastasering

Slide 6 - Quizvraag

Welke van de volgende beeldvormingstechnieken wordt vaak gebruikt om tumoren in het lichaam te detecteren?
A
Computertomografie (CT-scan)
B
Elektrocardiografie (ECG)
C
Elektro-encefalografie (EEG)
D
Spirometrie

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de naam van de procedure waarbij een klein stukje weefsel wordt verwijderd voor microscopisch onderzoek om kanker te diagnosticeren?
A
Biopsie
B
DNA-onderzoek
C
Punctie
D
Schildwachtklierprocedure

Slide 8 - Quizvraag

Vragen?

Slide 9 - Tekstslide

Behandeling van kanker
De behandeling hangt af van de aard van de tumor en het stadium waarin de ziekte zich bevindt. Er zijn verschillende manieren van behandelen, zoals: 
  • een operatie
  • bestraling
  • chemotherapie
  • immunotherapie
  • doelgerichte therapie
  • hormonale therapie

Vaak krijgt iemand een combinatie van deze behandelingen.

Slide 10 - Tekstslide

TNM-classificatie

Slide 11 - Tekstslide

Opereren
Curatieve operatie
Palliatieve operatie

Operatiedoelen:
  • iemand genezen
  • iemand langer laten leven met kanker (soms zelfs nog jaren)
  • klachten verminderen of voorkomen

Slide 12 - Tekstslide

Enkele soorten chirurgie
Blaasca
Uterusca
Maagca
Darmca
Longca

Slide 13 - Tekstslide

Curatieve operatie
Locatie
Doorgroei omliggende weefsels
Snijvlakken!
Eventueel pathologisch onderzoek tijdens de operatie
Regionale lymfeklieren

Slide 14 - Tekstslide

Palliatieve operatie
Klachten/complicaties door de tumor
Oesophagus
Darmen (stoma)

Slide 15 - Tekstslide

Bestraling / Radiotherapie
De behandeling van kanker met straling. Het doel van bestraling is om kankercellen te doden en daarbij gezonde cellen zoveel mogelijk te sparen. 

Curatieve en palliatieve bestraling

Slide 16 - Tekstslide

Uitwendige bestraling
Straling komt van buitenaf, met een speciaal 
bestralingstoestel. De bestraling duurt een 
aantal minuten per keer.
Dosering
Duur behandeling varieert. 
Meestal tussen 2 en 7 weken, met 4 of 5 bestralingssessies per week. Soms zijn 1 of enkele bestralingssessie(s) al voldoende. 
Effect


Slide 17 - Tekstslide

Radiotherapie in beeld

Slide 18 - Tekstslide

Welke aandachtspunten voor jouw zorg verwacht je bij een zorgvrager die bestraald wordt?

Slide 19 - Open vraag

Inwendige bestraling (brachytherapie)
Bij inwendige bestraling krijg je bestraling tegen kanker van binnenuit. De bestralingsarts plaatst radioactief materiaal in je lichaam, dichtbij of in de tumor. Dit radioactieve materiaal geeft straling af.
Dosering
Risico gezonde weefsels
Duur kan verschillen van 10 tot 20 minuten tot een paar dagen.
Speciale kamer
Camera
Tijdschema

Permanente inwendige bestraling: jodiumzaadjes bij prostaatkanker

Slide 20 - Tekstslide

Brachytherapie in beeld

Slide 21 - Tekstslide

Chemotherapie
Curatief
Palliatief

Middel
Werking
Toedieningsvormen
Bijwerkingen (volgende dia)

Slide 22 - Tekstslide

Bijwerkingen van chemotherapie
  • vermoeidheid
  • minder goede conditie
  • misselijkheid en overgeven
  • haaruitval
  • tijdelijk tekort aan rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes
  • diarree
  • verstopping van de darmen
  • problemen met mond, keel en tandvlees
  • verandering in gewicht: aankomen of juist afvallen
  • veranderingen in de menstruatie
  • veranderingen in reuk en smaak
  • neuropathie
  • (oorsuizen/pieptoon)

Slide 23 - Tekstslide

Bij welke klachten moet een zorgvrager de arts/verpleegkundige van de afdeling oncologie (meteen) waarschuwen?

Slide 24 - Open vraag

Antwoord
  • bij koorts: temperatuur hoger dan 38,5 °C.
  • bij blauwe plekken die spontaan ontstaan
  • bij een wondje dat langer dan een half uur blijft bloeden. Bijvoorbeeld een bloedneus die niet stopt.

Slide 25 - Tekstslide

Vermoeidheid bij kanker
Bouw conditie op
Stel grenzen
Zoek balans en afwisseling

Slide 26 - Tekstslide

Veilig werken met cytostatica
Toedieningsvorm
Excreta
     Intimiteit en seksualiteit

Slide 27 - Tekstslide

Immunotherapie
NOS Nieuws
Maandag 1 oktober 2018, 11:36

Nobelprijs Geneeskunde voor 'mijlpaal in strijd tegen kanker'
De Nobelprijs voor de Geneeskunde 2018 is toegekend aan de Amerikaan James P. Allison en de Japanner Tasuku Honjo voor de ontwikkeling van speciale therapieën voor de behandeling van kanker.

Slide 28 - Tekstslide

Immuuntherapie
O.b.v. het principe van 'normale afweer'
Kankercellen lijken nog een beetje op normale cellen waardoor het afweersysteem ze niet altijd opmerkt. 
Kankercellen kunnen het afweersysteem saboteren zodat het niet in actie komt.

Immunotherapie is een behandeling die het afweersysteem helpt om kankercellen te herkennen, aan te vallen en op te ruimen. 
De behandeling werkt niet bij elke soort kanker.

Slide 29 - Tekstslide

Bijwerkingen immuuntherapie
Niet zoals bij andere behandelingen > chemotherapie en bestraling werkt ook direct op gezonde cellen, terwijl immuuntherapie een meer indirecte werking heeft.

De meeste bijwerkingen ontstaan omdat de behandeling je hele immuunsysteem actiever maakt. Zo worden bijvoorbeeld ook immuuncellen actief in je darmen, je lever of je huid. Dan reageert je huid alsof er een ontsteking is.

De bijwerkingen kunnen door het hele lichaam zijn, zoals een 
grieperig gevoel. Of de bijwerkingen zijn plaatselijk, zoals 
huiduitslag.

Slide 30 - Tekstslide

Targeted therapy (doelgerichte therapie)

Slide 31 - Tekstslide

Hormoontherapie
Medicijnen die de aanmaak van hormonen beperken, of hun invloed verminderen.


Slide 32 - Tekstslide

Om welke hormonen denk je dat het gaat bij hormoontherapie? Welke soort(en) kanker hoort/horen daarbij?

Slide 33 - Open vraag

Hormoontherapie
Hormoongevoelige tumor > groeit onder invloed van hormonen, bijvoorbeeld oestrogeen (bij vrouwen) of testosteron (bij mannen).


Vóór de operatie > tumor kleiner maken.
Na bestraling of na een operatie > kans op recidief verkleinen. 
Palliatief om de groei van de kanker tijdelijk te remmen en/of klachten te verminderen.

Meestal met tabletten, soms met injecties.

Anti-hormonale therapie kan een behandeling zijn bij borstkanker, prostaatkanker, en soms ook bij baarmoederkanker en eierstokkanker. 


Slide 34 - Tekstslide

Bijwerkingen hormoontherapie
Vervroegde overgang
Onvruchtbaarheid
Botontkalking
Seksuele problemen
Gewichtstoename
Somberheid en depressie

Opaatje

Slide 35 - Tekstslide

Wat is het doel van chemotherapie bij de behandeling van kanker?
A
Het verhogen van de bloeddruk
B
Het versterken van het immuunsysteem
C
Het vernietigen van snelgroeiende kankercellen
D
Het verlagen van cholesterol

Slide 36 - Quizvraag

Welke van de volgende behandelingen maakt gebruik van hoge doses straling om kankercellen te doden of te verkleinen?
A
Immunotherapie
B
Radiotherapie
C
Hormoontherapie
D
Chirurgie

Slide 37 - Quizvraag

Welke therapie maakt gebruik van het eigen immuunsysteem van de patiënt om kankercellen aan te vallen?
A
Chemotherapie
B
Targeted therapy (gerichte therapie)
C
Hormoontherapie
D
Immunotherapie

Slide 38 - Quizvraag

Wat is een mogelijke bijwerking van hormoontherapie bij de behandeling van bepaalde soorten kanker, zoals borstkanker en prostaatkanker?
A
Veranderingen in seksuele functie en libido
B
Verhoogde spiermassa
C
Gewichtsverlies
D
Verbeterde eetlust

Slide 39 - Quizvraag

Wat is het belangrijkste kenmerk van gerichte therapie (targeted therapy) bij de behandeling van kanker?
A
Het richt zich specifiek op moleculaire en genetische kenmerken van kankercellen
B
Het doodt alleen gezonde cellen
C
Het gebruikt radioactieve stoffen om kankercellen te vernietigen
D
Het versterkt de chemotherapie-effecten

Slide 40 - Quizvraag

Volgende week
Zorg op maat
De stervensfase

Slide 41 - Tekstslide