Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
H2C 7 oktober Spelling H2 en H3
Welkom bij Nederlands
H2C 7 oktober - Spelling H2 en H3
Nodig:
leesboek
1 / 37
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
In deze les zitten
37 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welkom bij Nederlands
H2C 7 oktober - Spelling H2 en H3
Nodig:
leesboek
Slide 1 - Tekstslide
Lezen tot 11:05
Slide 2 - Tekstslide
Pak je iPad, schrift en pen.
Scan de QR en maak de quiz.
Slide 3 - Tekstslide
Lesdoelen:
Ik kan
Engelse leenwoorden
spellen.
Ik ken de drie belangrijkste
Franse leestekens
.
Ik kan het
koppelteken
correct gebruiken.
Ik kan het
verbindingsstreepje
correct gebruiken.
Slide 4 - Tekstslide
Engelse leenwoorden
Leenwoorden zijn woorden in de Nederlandse taal, die uit andere talen komen.
Slide 5 - Tekstslide
Noem drie Nederlandse woorden die uit het Engels komen:
Slide 6 - Open vraag
Hoe spel ik Engelse leenwoorden?
Meestal: de Engelse spelling.
Maar: 2 belangrijke uitzonderingen!
Slide 7 - Tekstslide
Uitzondering 1: samenstellingen
Samenstellingen schrijf je als één woord:
latenightshow
voicemail
boxershort
Slide 8 - Tekstslide
Uitzondering 2:
samenstellingen met
voorzetsels
Is het rechterdeel van de samenstelling een voorzetsel? Dan gebruik je een koppelteken:
time-out
all-in
make-up
Slide 9 - Tekstslide
Schrijf ik alle samenstellingen aan elkaar?
Nee, als het een
woordgroep
is niet!
(second opinion, low budget, final sale)
Slide 10 - Tekstslide
Waar of niet waar?
Leenwoorden komen altijd uit het Engels.
A
waar
B
niet waar
Slide 11 - Quizvraag
Welk woord is een leenwoord?
A
appel
B
computer
C
jas
D
tafel
Slide 12 - Quizvraag
Is 'uitloggen' een leenwoord uit het Engels?
A
Ja
B
Nee
Slide 13 - Quizvraag
Welk Engelse leenwoord is onjuist gespeld?
A
coverstory
B
eye liner
C
glamourgirl
D
make-up
Slide 14 - Quizvraag
Welk Engelse leenwoord is onjuist gespeld?
A
intensive care
B
sandwich
C
smash
D
pick up
Slide 15 - Quizvraag
Waarom schrijf je het Engelse leenwoord 'lay-out' met een koppelteken ertussen?
A
Het is een Engels leenwoord en dan moet dat.
B
Het is een Engels leenwoord met een voorzetsel als tweede deel.
C
Het is een Engels leenwoord dat je op zijn Engels uitspreekt.
D
Het streepje moet er staan omdat anders de klinkers botsen.
Slide 16 - Quizvraag
Komt dit leenwoord uit het Engels of uit het Frans?
niveau
A
Engels
B
Frans
Slide 17 - Quizvraag
Franse leenwoorden:
Als het voor de uitspraak belangrijk is dan gebruik je Franse leestekens:
accent aigu
(café),
accent grave
(crèche),
accent circonflexe
(crêpe).
Sommige woorden zijn zo 'vernederlandst' dat je ze zonder accent schrijft.
diner, controle
Slide 18 - Tekstslide
Accenten
accent aigu: logé
accent grave: crèche
accent circonflexe: crêpe
Slide 19 - Tekstslide
Pauze
Pauze
timer
5:00
Slide 20 - Tekstslide
Wanneer een koppelteken?
6 momenten
Slide 21 - Tekstslide
1. Als samenkoppelingen onoverzichtelijk worden:
staakt-het-vuren
doe-het-zelfzaak
Slide 22 - Tekstslide
2. Bij botsende klinkers in samenstellingen:
massa-immigratie
olie-export
Slide 23 - Tekstslide
3. Bij samenstellingen van twee gelijkwaardige woorden:
hotel-restaurant
minister-president
Slide 24 - Tekstslide
4. Bij letters, cijfers, tekens, afkortingen en St/Sint:
&-teken 34-jarige
AOW-leeftijd Sint-Bavokerk
Slide 25 - Tekstslide
5. Bij aardrijkskundige namen (en afgeleiden):
Noord-Italië Noord-Franse kaas
Zeeuws-Vlaanderen 's-Gravenhage
Slide 26 - Tekstslide
6a. In woorden met de voorvoegsels adjunct- / aspirant- / bijna- / ex- / interim- / kandidaat- / leerling- / niet- / non- / oud- :
bijna-ongeluk non-binair
ex-man interim-manager
Slide 27 - Tekstslide
6b. Voor een hoofdletter bij de voorvoegsels anti- / oer- / on- / pro- :
anti-Amerikaans oer-Hollands
on-Nederlands pro-Spaans
Slide 28 - Tekstslide
Koppelteken?
A
Noord-Holland
B
Noord Holland
C
NoordHolland
Slide 29 - Quizvraag
Koppelteken?
A
80 jarige
B
80-jarige
C
80jarige
Slide 30 - Quizvraag
Koppelteken?
A
camera opstelling
B
camera-opstelling
C
cameraopstelling
Slide 31 - Quizvraag
Koppelteken?
A
hbo student
B
hbo-student
C
hbostudent
Slide 32 - Quizvraag
Koppelteken?
A
non stop
B
non-stop
C
nonstop
Slide 33 - Quizvraag
Koppelteken?
A
stage uren
B
stage-uren
C
stageuren
Slide 34 - Quizvraag
Koppelteken?
A
politieauto
B
politie-auto
C
politie auto
Slide 35 - Quizvraag
WEGLATINGSSTREEPJE
Slide 36 - Tekstslide
Nu zelf aan de slag!
Maak de opdrachten in Planning (Spelling H2 en H3)
Klaar? Schrijf verder aan je verhaal.
timer
20:00
Slide 37 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Spelling NN Regels H1+2
24 dagen geleden
- Les met
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
H2 Spelling: Engelse en Franse leenwoorden
December 2022
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Cursus 7 paragraaf 6: Engelse en Franse leenwoorden
20 dagen geleden
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Cursus 7 paragraaf 6: Engelse en Franse leenwoorden
Januari 2024
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
2HVW H2 spelling leenwoorden
September 2022
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
H2 Spelling: Engelse en Franse leenwoorden
Januari 2023
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
H2 Spelling: leenwoorden
Oktober 2023
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
H2 Spelling: Engelse en Franse leenwoorden
November 2022
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2