Unit 3: Lesson 5 will

Will
Will gebruik je om aan te geven dat iets in de toekomst gaat gebeuren. 

I will get a new TV soon.
 --->  
Ik zal binnenkort een nieuwe TV krijgen.
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Will
Will gebruik je om aan te geven dat iets in de toekomst gaat gebeuren. 

I will get a new TV soon.
 --->  
Ik zal binnenkort een nieuwe TV krijgen.

Slide 1 - Tekstslide

Hoe maak je het?
will + werkwoord

Voorbeeld: He will eat a burger.


Slide 2 - Tekstslide

Vormen
Je kan will op twee manieren schrijven:
  1. Lange vorm: Will
    He will close the window. It is cold.

  2. Korte vorm: 'll
    He'll close the window. It is cold.

Slide 3 - Tekstslide

Ontkennende zinnen
  • Bij ontkennende zinnen zet je 'not' achter 'will', of gebruik de korte vorm: won't 

I will not help you.           --- OF ---         I won't help you.
The cat will not eat.        --- OF ---         The cat won't eat.
His car will not start.      --- OF ---         His car won't start.

Slide 4 - Tekstslide

He .... us next week.
A
will
B
will visit
C
will visits
D
visits

Slide 5 - Quizvraag

I don't like Stefan. I .... him with his homework.
A
will help
B
will not help
C
won't help
D
help

Slide 6 - Quizvraag

Look at the dark clouds. It ... soon.
A
will
B
rains
C
rain
D
will rain

Slide 7 - Quizvraag

Vragende zinnen
Bij vragen zet je 'will' voor het onderwerp.

Will he see us again?

Bij vragen met 'I' en 'we' gebruik je 'shall' in plaats van 'will'.

Shall we go on a date?

Slide 8 - Tekstslide

___________ I help you with your homework?
Future + will / shall: we / shall + hele werkwoord
Will
Shall

Slide 9 - Sleepvraag

He ___________ tell you what to do.
Future + will / shall: we / shall + hele werkwoord
will
shall

Slide 10 - Sleepvraag


    The weather ________ be sunny and dry tomorrow.

    Marc ________ join us for dinner, he's not hungry.

   _______ we meet at eight on Friday?

     Maybe they _______ give you you money back if you ask nicely.
will
won't
shall
will

Slide 11 - Sleepvraag

Do exercises 17, 18, 19, 20

Slide 12 - Tekstslide