present simple/present continuous

Today
- uitleg pw - wat moet je kennen
- uitleg present continuous/present simple
- opdrachten maken
- leren voor de toets
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Today
- uitleg pw - wat moet je kennen
- uitleg present continuous/present simple
- opdrachten maken
- leren voor de toets

Slide 1 - Tekstslide

Grammar
Present simple & Present continuous

Slide 2 - Tekstslide

Doelen
  • Ik weet hoe ik de present simple (PS) moet maken. 
  • Ik weet hoe ik de present continuous (PC) moet maken. 
  • Ik wat signaalwoorden zijn.
  • Ik weet wanneer ik de PS en de PC moet gebruiken.

Slide 3 - Tekstslide

Present simple - present continuous
Present simple

Feiten, gewoonten en regelmatige gebeurtenissen.

I often cook for my friends.

He always works hard.

We don't like sushi.
Present continuous

Iets is nu aan de gang.


I am listening to music now, so I can't hear you!

He is reading a book at the moment.

Slide 4 - Tekstslide

Present continuous

Slide 5 - Tekstslide

Present Continuous
When
When something happens now. Something that happens for a while.
How
I                         am walking
he/she/it          is walking
you/we/they   are walking
Signal words
now, at the moment, currently
Example 
The police are investigating the murder on the Prince. 

Slide 6 - Tekstslide

Check!
Do you understand the present simple/present continuous?

Let's find out!

Slide 7 - Tekstslide

Present Simple <> Present Continuous
You usually _________ (arrive) late.
A
arrive
B
are arriving

Slide 8 - Quizvraag

Present Simple <> Present Continuous
____ your sister ____ (to like) pizza?
A
Do ... eat
B
Does ... eat
C
Is ... liking

Slide 9 - Quizvraag

Present Simple <> Present Continuous
You usually _________ (arrive) late.
A
arrive
B
are arriving

Slide 10 - Quizvraag

Wanneer gebruiken we de present simple & present continuous
A
verleden tijd
B
tegenwoordige tijd
C
toekomst
D
voltooide tijd

Slide 11 - Quizvraag

Present simple/ present continuous?
He ........... his homework now.
A
does
B
is doing

Slide 12 - Quizvraag

Present simple/ present continuous?
He ........... his homework every day.
A
does
B
is doing

Slide 13 - Quizvraag

Hoe gaat het nu met dit onderwerp?
Kiezen tussen de present simple & present continuous.
A
1: Ik moet de regels nog herhalen en oefenen.
B
2: Ik moet nog oefenen.
C
3: Ik snap het helemaal.

Slide 14 - Quizvraag