In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
voertuigen
Slide 1 - Tekstslide
we gaan het vandaag hebben over voertuigen.
vehicles
Slide 2 - Woordweb
voorkennis: welke engels woorden kennen jullie eigenlijk al over vehicles/voertuigen?
lesson goal
- de naam van 5 voertuigen in het engels
- eigenschappen van een voertuig
Slide 3 - Tekstslide
Aan het eind van de les kunnen de kinderen de volgende woorden vertellen: car, bike, train, plane en boat.
Hiernaast hebben ze aan het eind van de les een poster gemaakt met engelse woorden.
Slide 4 - Tekstslide
Bij deze praatplaat vertel ik als leerkracht een verhaal waarin alle voertuigen voorkomen. Het verhaal wordt in het engels verteld en bij het noemen van voertuigen worden deze duidelijk aangewezen. Van te voren wordt de kinderen duidelijk gemaakt dat het niet erg is als je niet alles begrijpt, maar dat je moet proberen de voertuigen die ik noem te onthouden. Tijdens het verhaal mogen de kinderen een kladblaadje erbij houden zodat ze aantekeningen kunnen maken.
car
train
bike
boat
plane
Slide 5 - Sleepvraag
de kinderen spelen het plaatje naar het goede woord.
The plane is
A
fast
B
slow
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
helikopter
Slide 7 - Woordweb
De kinderen gaan straks in groepjes hun eigen poster maken over 1 voertuig. Om te oefenen met wat je er kan inzetten maken we klassikaal een woordweb over de helikopter. Dit wordt gedaan in het engels.
pictures
text
Slide 8 - Tekstslide
Bij het woordweb kunnen de kinderen zowel tekst als plaatjes doen. De plaatjes mogen ze er zelf bij tekenen.
mindmap
1. In het midden staat de naam van het voertuig
2. minimaal 10 woorden
3. engelse woorden
4. leuke uitstraling
* 1 laptop per groepje
Slide 9 - Tekstslide
De kinderen gaan in groepjes van 3 á 4 kinderen een poster maken van een van vijf voertuigen. Door middel van lootjes trekken wordt gekozen wie welk voertuig krijgt. Sommige voertuigen zullen meerdere keren voorkomen.