4.2 Betrouwbaarheid en pluriformiteit

4.2 Betrouwbaarheid en pluriformiteit
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4.2 Betrouwbaarheid en pluriformiteit

Slide 1 - Tekstslide

betrouwbare informatie
In een dictatuur krijg je alleen te zien wat de overheid wil dat je ziet. Maar in Nederland kun je vanuit allerlei verschillende kanten informatie krijgen. Dat is belangrijk want zo kun je een mening vormen over belangrijke zaken in de maatschappij.

Daardoor voel je je ook betrokken bij wat er in Nederland speelt.

Slide 2 - Tekstslide

betrouwbare informatie
In een democratie waar iedereen mag meebeslissen is het dus belangrijk dat er betrouwbare informatie voorhanden is. 

Naast betrouwbaar moet je onderwerpen ook van verschillende kanten belicht kunnen zien. Dat kan alleen als er veel verschillende media bestaan waarin veel verschillende meningen aan bod komen (pluriformiteit)

Slide 3 - Tekstslide

betrouwbare informatie
In Nederland wonen mensen met verschillende:
- politieke voorkeuren
- geloofsovertuigingen
- culturele achtergronden
- leefstijlen

Al deze verschillen moeten ook in de media naar voren komen.

Slide 4 - Tekstslide

Publieke omroep
Om ervoor te zorgen dat de informatie in de media betrouwbaar en pluriform is de overheid regels voor een deel van de media.  Deze gereguleerde media is de NPO (Nederlandse Publiek Omroep)

Zij krijgen geld van de overheid (belastinggeld)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Mediawet
De regels voor de Publieke omroep staan in de mediawet. De belangrijkste zijn:
- Een publieke omroep is een vereniging en geen commercieel bedrijf
- een publieke omroep heeft ene eigen identiteit (specifieke kenmerken die je niet bij een andere groep vindt zoals geloof)

Slide 7 - Tekstslide

Mediawet
- Een beginnende omroep moet eerst 50.000 betalende leden hebben voordat ze mogen uitzenden. Dan mogen ze een paar uur per dag uitzenden. Als ze daarna 100.000 leden hebben mogen ze volledig uitzenden.
- ze moeten een volledig programma verzorgen: 25% amusement, 25% informatief, 25% cultureel, 5% educatief en 20% vrij te bepalen.

Slide 8 - Tekstslide

Mediawet
- Publieke omroepen krijgen geld van de overheid en ze krijgen geld uit reclameopbrengsten van de STER
- Er zijn regels aan de reclames. Alleen tussen 2 programma's in en maximaal 6,5% van de zendtijd
- Product placement is verboden op de publieke omroep.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Door het systeem van publieke omroepen (NPO) wil de overheid er voor zorgen dat de media in Nederland pluriform is. Maar de laatste jaren lijken de programma's op de NPO veel op programma's die ook op de commerciële omroep te zien zijn. Sommige mensen vinden daarom dat het beter zou zijn als er maar 1 publieke omroep komt met daarop alleen leerzame en culturele programma's.

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag
Ga naar blz 53 van het boekje 
maak opdr 5 t/m 8

Slide 12 - Tekstslide