1.2 Waarom koop je dat?

HOOFDSTUK 1
Paragraaf 1.2
Waarom koop je dat?
Blz. 12-13-14-15
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

HOOFDSTUK 1
Paragraaf 1.2
Waarom koop je dat?
Blz. 12-13-14-15

Slide 1 - Tekstslide

Afspraken
- Docent praat ALLEEN
- Vraag/opmerking = VINGER!
- Wij laten elkaar uitpraten;
- Als ik ergens mee zit, bespreek ik dit met mijn docent (ik kan geen gedachten lezen).

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
  • Je weet waardoor we verschillende behoeften hebben en hoe we beïnvloed worden bij onze keuzes;
  • Je kent het verschil tussen commerciële en ideële reclame;
  • Je kunt voorbeelden geven van reclamemedia;
  • REKENEN: Je kunt met een percentage een getal uitrekenen.

Slide 3 - Tekstslide

Budget?
  • Wie is er op dit moment voor iets aan het sparen?
  • We lezen samen het blauwe onderdeel op blz. 12.
Dit is het geld waarover je kunt beschikken.

Slide 4 - Tekstslide


Sociale beïnvloeding
Commerciële beïnvloeding
De mensen met wie jij veel omgaat, zoals vrienden en familie, hebben invloed op wat je koopt.
Winkeliers en fabrikanten proberen met verkooppraatjes en reclame jou bij hen te laten kopen. ‘Commercieel’ betekent dat ze eraan willen verdienen.

Slide 5 - Tekstslide

Ga naar blz. 13.
We lezen samen het blauwe onderdeel. Daarna heb ik een paar voorbeelden...

Slide 6 - Tekstslide

doel: gedrag van mensen veranderen
doel: producten verkopen en nieuwe klanten lokken
Ideële reclame
Commerciële reclame

Slide 7 - Tekstslide


A
Ideële reclame
B
Commerciële reclame

Slide 8 - Quizvraag


A
Ideële reclame
B
Commerciële reclame

Slide 9 - Quizvraag

Reclamemedium (blz. 14)
  • Een middel waarmee een bepaalde reclameboodschap wordt overgebracht.

Slide 10 - Tekstslide

Noem een voorbeeld van
een reclamemedium.

Slide 11 - Woordweb

Procenten (blz. 14-15)
% = procent = percentage
procent = een deel van 100
alles = 100%

22% = 22ste deel van 100
              22 gedeeld door 100 = 0,22

Slide 12 - Tekstslide

Met procenten een getal berekenen
Je verdient € 800,- en je moet van dat bedrag 22% aan huur betalen. Hoeveel euro moet je aan huur betalen? 

1. 

2.

3. 

Slide 13 - Tekstslide

Met procenten een getal berekenen
Je verdient € 400,- en je moet van dat bedrag 11% aan huur betalen. Hoeveel euro moet je aan huur betalen? 

1. Maak van de vraag een som = 

2. Percentage => decimaal getal (delen door 100) = 

3. Vermenigvuldig decimaal getal met totaal = 

Slide 14 - Tekstslide

Je koopt shampoo voor €3,75 en je krijgt een korting van 40%. Hoeveel korting is dat?
A
€1,50
B
€1,75
C
€2,-
D
€2,25

Slide 15 - Quizvraag

Ik vond het onderdeel rekenen lastig.
A
Ja.
B
Nee.

Slide 16 - Quizvraag

Zelfstandig werken
Je maakt: 17 t/m 26.
Rekenen lastig? Maak met docent op. 25bc!

Klaar?
1. Nakijken;
2. Lees alvast §1.3;
3. Leesboek!

Slide 17 - Tekstslide

HUISWERK
§1.2 = opdr. 17 t/m 26.

Lees alvast §1.3!

Slide 18 - Tekstslide

7e lesuur
- Opdr. 1 t/m 4 van § 1.2 GS samen maken;





- Hier al mee klaar? Quizlet/leesboek.

Slide 19 - Tekstslide

Wat heb je onthouden?

Slide 20 - Tekstslide

Sleep de reclames naar het juiste begrip
commerciële reclame

Ideële reclame

Slide 21 - Sleepvraag

Commerciele reclame
Ideele reclame

Slide 22 - Sleepvraag

Sociale beïnvloeding 
Commerciële beïnvloeding 

Slide 23 - Sleepvraag

Wat mensen kopen is afhankelijk van
A
Je budget, leeftijd, geslacht
B
budget
C
Leeftijd
D
geslacht

Slide 24 - Quizvraag

Bij welk merk hoort deze slogan?

A
Nike
B
Adidas
C
Reebok
D
Puma

Slide 25 - Quizvraag

Commercieel betekent dat bedrijven er geld aan willen verdienen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quizvraag

Henk heeft net nieuwe Fortnite moves gekocht. Hij is zo enthousiast dat hij tegen jou zegt: ''Die moet je ook kopen''.
A
Sociale beïnvloeding
B
Commerciële beïnvloeding

Slide 27 - Quizvraag

Een fiets kost €350, je krijgt 15% korting. Hoeveel korting krijg je?
A
0,15
B
33
C
52,50
D
402,50

Slide 28 - Quizvraag

Zet de stappen in de juiste volgorde.
Maak van de vraag een som
Vermenigvuldig het met het percentage
Deel het bedrag door 100

Slide 29 - Sleepvraag

Samenvatting
  • weet je wat een budget is?
  • weet je hoe je beïnvloed kan worden?
  • weet je welke soorten reclame er zijn?
  • weet je hoe je met procenten een getal kan berekenen?

Slide 30 - Tekstslide

Aan het werk!!
6.1 opgaven 2, 4, 6
herhaling blz 178 opg. 1 t/m 4

Leren begrippen 6.1
Zelfstandig werken
  1. Maak vanaf blz. 12 opdr. 18-19-21-23-24-26
  2. blz. 30 opdr. 9-10-11
  3. blz. 34 opdr. 6-7-8
1. (af) maken samenvattende vragen (SV) par. 1.2 opdr. 13 t/m 18


2. Wat vond jij van de lesstof?
                                             lastig    of      makkelijk
  1. Maak vanaf blz. 12 opdr. 18-19-21-24-25-26
  2. blz. 32 opdr. 6-7-9-10
  3. blz. 34 opdr. 6-7-11

Slide 31 - Tekstslide