Les 6: Pathologie bloedvaten

Pathologie bloedvaten
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Pathologie bloedvaten

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud les
  • hypertensie
  • etalagebenen
  • trombose en embolie
  • spataderen
  • ulcus cruris


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Chronische hoge bloeddruk (hypertensie)
Vaak niet opgemerkt. 
Eventuele klachten: vermoeidheid, hoofdpijn of hartkloppingen.

Schade door hypertensie:
  • pijn op de borst of een hartinfarct, omdat de coronairvaten in het hart zijn aangetast;
  • herseninfarct, omdat ook de vaten in de hersenen zijn aangetast;
  • problemen met zien, omdat de vaten in het netvlies zijn aangetast;
  • nierfunctiestoornissen door beschadiging van nierslagaders en letsel in de nierfilters.



Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kan hoge bloeddruk behandeld worden?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling hypertensie
Dieet (afvallen), leefgewoonten (niet te zout/vet eten, niet roken, meer bewegen, stress beperken)
Regelmatige controle bloeddruk, controle cholesterol
Controle nierfunctie en netvlies.


Medicatie:
  • plastabletten (diuretica) waardoor het circulerende volume daalt en daardoor ook de bloeddruk;
  • bètablokkers, middelen die het slagvolume en de hartfrequentie remmen;
  • ACE-remmers, middelen die de aanmaak remmen van een hormoon dat zorgt voor een stijging van de bloeddruk;
  • calciumantagonisten, middelen die de spanning in het gladde spierweefsel van kleine slagaders beïnvloeden en zo de bloeddruk verlagen.



Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Perifeer arterieel vaatlijden
Verzamelnaam voor vaatlijden door aderverkalking bij slagaderen vanaf de nierslagaderen tot de slagaderen in de voeten.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Etalagebenen = Claudicatio intermittens
vernauwing van de slagaders in de benen door aderverkalking

Kramp in de kuit, dijbeen of bil na een stukje lopen. 
De pijn wordt veroorzaakt door de verzuring van de spieren in de benen door zuurstofgebrek.

Ernstige vorm: pijnlijke benen 's nachts omdat er dan bijna geen bloedtoevoer is naar benen (geen zwaartekracht). Kan zelfs weefsel afsterven -> gangreen.
Andere klachten: koude voeten, tintelingen en verdikte teennagels

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling aderverkalking
Medicatie bestaat uit bloedverdunnende en cholesterolverlagende medicijnen.
Looptraining door fysio.
Operatieve behandeling:  dotteren van de slagader of het aanleggen van een bypass.

Slide 8 - Tekstslide

Looptraining: de bloedstromen in benen zoeken andere vaten om niet door de vernauwde slagaderen te hoeven stromen, er ontstaan zogenaamde sluiproutes 
Wat is een trombosebeen?
A
een been vol met vocht
B
bloedstolsel gevormd aan binnenkant bloedvat
C
losgeschoten bloedstolsel
D
open been

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Trombosebeen
Trombose: bloedstolsel gevormd aan de binnenwand van een bloedvat.

Klachten bij trombosebeen:
  • pijn in de kuit;
  • het been is wat rood en opgezwollen en voelt warm aan;
  • lichte temperatuurverhoging;
  • een iets versnelde hartslag

Behandeling:
  • zwachtels
  • antistollingsmedicatie



Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Embolie
Trombosestolsel komt los van de bloedvatwand en wordt meegevoerd door de bloedbaan en komt vast te zitten in een kleiner bloedvat.

Longembolie door een stolsel vanuit het been
Hersenembolie door hartritmestoornissen, vooral bij boezemfibrilleren

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Medicatie die bloedstolling remt
Heparine: via een infuus of injecties en werkt onmiddellijk na toediening. 
Coumarines: tabletvorm, drie tot zes maanden voorgeschreven


INR-waarde van nature rond de 1.
Een INR-waarde van 3 betekent dat het bloed 3 keer zo langzaam stolt (i.p.v. 15 seconden -> 45 seconden. 

Slide 12 - Tekstslide

In tegenstelling tot coumarines, waarbij de aanmaak van stollingsfactoren in de lever geremd wordt, remt heparine de stollingseiwitten die al in het bloed aanwezig zijn

Hoe lager de INR, hoe sneller uw bloed stolt. Er kunnen bloedstolsels ontstaan. Van nature is de INR-waarde 1. Afhankelijk van het soort aandoening waarvoor u antistollingsmedicijnen slikt liggen de streefwaarden in Nederland tussen de 2.0 en de 3.5.

Van nature is een INR waarde rond 1. Een INR-waarde van 3 betekent dat het bloed 3 keer zo langzaam stolt. In plaats van na 15 seconden stolt het bloed pas na 45 seconden.
Wat gebeurt er als iemand zijn INR waarde te hoog is?
A
kans op bloedingen
B
kans op stolsels

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Spataderen = varices
Verzwakte en uitgezette aderen die langer worden en een kronkelend verloop hebben. 

Oorzaak: zwaartekracht en niet goed functionerende kleppen 
Hoger risico: erfelijke aanleg, tijdens zwangerschap of bij mensen met een staand beroep.

Klachten: 
  • opgezwollen benen
  • verkleuring van de huid
  • een brandend gevoel in de benen
  • een geïrriteerde soms schilferachtige huid
  • soms krampen of jeuk. 
  •  ‘restless legs’ in de nacht het onwillekeurig bewegen van       de benen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling spataderen
  • ambulante compressietherapie;
  • steunkousen;
  • dichtspuiten (scleroseren): vloeistof in de ader gespoten, waardoor de ader verkleeft en wordt afgesloten;
  • laserbehandeling: dunne laserdraad in de ader gebracht en wordt het bloedvat dichtgemaakt met laserenergie;
  • strippen: door het bloedvat op twee of meer punten in het verloop van de spatader bloot te leggen -> draad doorheen gehaald en wordt de spatader binnenstebuiten uit het been getrokken
  • ambulante flebectomie van Müller: hetzelfde als strippen maar dan bij kleinere oppervlakkige spataderen bij de knie en op de voetrug





Laserbehandeling
Scleroseren
Strippen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ulcus cruris = open been
chronische open zweer op het onderbeen

Oorzaken:
  • gestoorde terugvoer van bloed uit de benen naar het hart (veneus ulcus)
  • verminderde arteriële doorstroming (arterieel ulcus)
  • problemen in de haarvaten van de huid
Behandeling:
enkel-armindex: bloeddruk van de arm en de enkel meten om de toestand van de slagaders in de benen te onderzoeken.
Vaatchirurg of dermatoloog inschakelen.


Slide 16 - Tekstslide

Oorzaak haarvaten:
roken, chronische hoge bloeddruk en diabetes mellitus
Aneurysma
verwijding van een ader of slagader, die ontstaat door een zwakke plek in de vaatwand. 
Kan leiden tot acute inwendige slagaderlijke bloeding.

Vaak bij toeval ontdekt.
Mogelijke oorzaken:
  • slagaderverkalking;
  • roken;
  • degeneratief proces in de wand van de aorta waarbij het evenwicht is verstoord tussen eiwitten die de slagaderwand opbouwen en eiwitten die de wand afbreken;
  • erfelijke afwijkingen in opbouw en stevigheid van de vaatwand.



Slide 17 - Tekstslide

Soms is er sprake van een gevoel van pijn in de bovenbuik of in de rug doordat het aneurysma tegen de wervelkolom kan drukken.
Behandeling aneurysma
Operatie: aortabroekprothese (bypassoperatie van de aorta; EVAR) of stent via liesslagader
of
  • gezonde levenswijze (gezonde voeding, voldoende beweging, geen overgewicht, stoppen met roken) 
  • Medicatie tegen een hoge bloeddruk en een te hoog cholesterol 

Slide 18 - Tekstslide

Endo Vasculaire Aorta Reparatie: een soort stoffen buis met een metalen geraamte

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Trombosebeen
Embolie
ulcus cruris
Varices (spataderen)
Aneurysma
Etalagebenen

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak de verwerkingsopdrachten
Verpleeg-, verzorgingshuizen, thuiszorg 2 n3
Module 3: Zorgvragers met aandoeningen aan het hart
9. Zorgvragers met aandoeningen aan het hart
Verwerkingsopdrachten: 1 t/m 7

10. Zorgvragers met aandoeningen aan de bloedvaten
Verwerkingsopdracht 1 t/m 3


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Link

Deze slide heeft geen instructies