In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 5
Paragraaf 4 - Zonder werk
3TL
Slide 1 - Tekstslide
Wat moet je kennen en kunnen?
Uit kunnen leggen wanneer je ook al weer werkloos bent (vraag/ aanbod)
Weten wat de oorzaken van werkloosheid zijn.
5 verschillenden soorten van werkloosheid kunnen noemen en aan kunnen geven wanneer iemand bij welk soort hoort.
Maatregelen van de overheid tegen werkloosheid kennen en uit kunnen leggen waarom dit werkloosheid tegen gaat.
Slide 2 - Tekstslide
Even terugkijken!
Kunnen uitleggen wat een arbeidsmarkt is.
Weten wie vraag en aanbod zijn op de arbeidsmarkt.
Weten welke mensen bij de beroepsbevolking horen.
Weten wat er in de wet gelijke behandeling geregeld is.
Uit kunnen leggen wanneer je in de formele of informele sector werkt.
Slide 3 - Tekstslide
Hoe ontstaat werkloosheid, gebruik in je antwoord de termen vraag en aanbod
Slide 4 - Open vraag
Werkloosheid
Als er meer aanbod (werknemers) van arbeid is en minder vraag (werkgevers) naar arbeid is er werkloosheid
Denkstappen:
er zijn meer mensen die een baan zoeken dan dat er vacatures zijn
er is werkloosheid
werkgevers hebben keuze uit werknemers
de arbeidsvoorwaarden zullen slechter worden voor werknemers
Slide 5 - Tekstslide
Oorzaken werkloosheid?
Slide 6 - Woordweb
Oorzaken van werkloosheid
Het slechter gaat met de economie (vooral conjunctuurgevoelige bedrijven)
Mechanisatie en automatisering
Opleiding past niet bij de banen die er zijn
Bedrijven vertrekken naar het buitenland
Stijging beroepsbevolking
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Soorten werkloosheid
Conjuncturele werkloosheid
Structurele werkloosheid
Seizoenwerkloosheid
Regionale werkloosheid
Frictiewerkloosheid
Slide 9 - Tekstslide
Conjuncturele werkloosheid
= werkloosheid die ontstaat doordat er minder vraag is naar producten (bijvoorbeeld doordat er minder export is of dat consumenten minder geld te besteden hebben)
Mensen kopen minder producten --> bedrijven gaan minder producten maken --> bedrijven hebben minder werk --> er ontstaat conjuncturele werkloosheid.
Slide 10 - Tekstslide
Structurele werkloosheid
= Werk dat niet meer terugkomt (blijvende werkloosheid)
Slide 11 - Tekstslide
Oorzaken Structurele werkloosheid
Verouderde producten worden minder verkocht en geproduceerd
Als robots/ machines/ computers de productie van mensen overnemen verdwijnen er banen.
Bedrijven verplaatsen de productie naar het buitenland --> Door de lage loonkosten daar kunnen ze goedkoper produceren.
Als werkzoekenden niet de geschikte opleiding hebben voor de banen die er op dat moment zijn.
Slide 12 - Tekstslide
Andere soorten werkloosheid
Frictie werkloosheid = Je bent korte tijd werkloos, omdat je net klaar bent met school of, omdat je een nieuwe baan zoekt.
Seizoenswerkloosheid = Je bent werkloos, omdat jouw werk aan een seizoen gebonden is. (vb. strandtent, ijssalon, ijsbaan)
Regionale werkloosheid = Je bent werkloos, omdat er in een bepaald deel van het land minder werk is of dat het werk hier verdwijnt.
Slide 13 - Tekstslide
Structurele werkloosheid
Conjucturele werkloosheid
Frictiewerkloosheid
Seizoenswerkloosheid
Regionale werkloosheid
Soorten weerkloosheid
Werkloosheid is in Groningen hoger dan in de randstad
Het gaat slecht met de economie en je hebt tijdelijk geen werk
Je bent kort werkloos voordat je na je opleiding een goede baan vindt
Je werkt bij de receptie op een camping in Zuid-Frankrijk
Werkloosheid door blijvende veranderingen, bijv machines ipv mensen of verhuizing fabriek naar lagelonenlanden
Slide 14 - Sleepvraag
Wat kan de overheid doen volgens jou doen tegen werkloosheid?
Slide 15 - Open vraag
Maatregelen overheid tegen werkloosheid
Lagere belastingen voor bedrijven → meer investeringen bedrijven
Lagere loonbelasting voor werknemers → meer bestedingen consument
Lagere btw-tarieven → meer bestedingen consument
Bijscholing of omscholing van werklozen → grote kans op werk
Verlaging van het minimumloon → bedrijven nemen sneller mensen aan
Subsidies voor bijvoorbeeld innovatie (vernieuwing) → betere concurrentiepositie bedrijven
De overheid start zelf projecten → bijvoorbeeld tunnel Nijverdal → Er is meer werk bij bijvoorbeeld wegenbouwbedrijven.
Slide 16 - Tekstslide
Welke vorm van werkloosheid krijg je wanneer bedrijven zich naar het buitenland verplaatsen?
A
regionale werkloosheid
B
conjuncturele werkloosheid
C
seizoenswerkloosheid
D
structurele werkloosheid
Slide 17 - Quizvraag
Conjuncturele werkloosheid is blijvend.
A
waar
B
niet waar
Slide 18 - Quizvraag
Welke werkloosheid is niet tijdelijk?
A
seizoenswerkloosheid
B
structurele werkloosheid
C
regionale werkloosheid
D
frictiewerkloosheid
Slide 19 - Quizvraag
Wat betekent regionale werkloosheid?
A
Werkloosheid die niet bekend is bij UWV.
B
Dat er in een bepaald seizoen meer werkloosheid is.
C
Dat er in een bepaalde provincie meer werkloosheid is.
D
Dat er geen werk is voor bepaalde opleidingen.
Slide 20 - Quizvraag
Wanneer de mens wordt overgenomen door een machine is dat ... werkloosheid
A
frictie
B
structurele
C
machinale
D
conjuncturele
Slide 21 - Quizvraag
Is er hier sprake van conjuncturele werkloosheid?
A
ja
B
nee
Slide 22 - Quizvraag
Welke 5 soorten werkloosheid zijn er ook al weer?
Slide 23 - Open vraag
Slide 24 - Video
Leg uit waarom werkloosheid ook goed kan zijn voor een economie.
Slide 25 - Open vraag
Wat moet je kennen en kunnen?
Uit kunnen leggen wanneer je ook al weer werkloos bent (vraag/ aanbod)
Weten wat de oorzaken van werkloosheid zijn.
5 verschillenden soorten van werkloosheid kunnen noemen en aan kunnen geven wanneer iemand bij welk soort hoort.
Maatregelen van de overheid tegen werkloosheid kennen en uit kunnen leggen waarom dit werkloosheid tegen gaat.