In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Startklaar
Oortjes weg, telefoon in het zakkie in je tas
Jas uit, tas van de tafel
Map en pen op tafel
Laptop dicht op tafel
timer
2:30
Slide 1 - Tekstslide
Welkom bij I&S
Unit 1: Cooperation and conflict
Related concept = causality (oorzaak & gevolg)
Key concept = time, place, space
Statement of inquiry =
Nations respond to conflict in a number of ways, which is determined by the TIME in which they exist, the PLACE which offers them opportunities, and the political/social SPACE in which they inhabit.
Global context = relationships & identity
Slide 2 - Tekstslide
Programma
Terugblik: identiteit collages
Thema 1: Cultuur - Aantekeningen maken - Oefenen
Lesafsluiting
Slide 3 - Tekstslide
Terugblik
Slide 4 - Tekstslide
Aantekeningen maken
11-09 I&S AK Unit 1: Cooperation and conflict
Identiteit
bijzondere kenmerken waardoor jij je onderscheidt van anderen.
Slide 5 - Tekstslide
Unit 1: Cooperation and conflict
Slide 6 - Tekstslide
Leerdoelen
Het begrip cultuur omschrijven en minimaal vier zaken noemen die tot cultuur worden gerekend.
het begrip cultuurgebied omschrijven en minimaal vijf cultuurgebieden noemen
Uitleggen waarom je je wel of niet thuis zou voelen in een ander cultuurgebied
Begrippen: Identiteit - cultuur - cultuurgebied
Slide 7 - Tekstslide
Wat is typisch Nederlandse cultuur?
Slide 8 - Tekstslide
Aantekeningen maken
11-09 I&S AK Thema: Cultuurgebieden
Cultuur
Aangeleerde zaken zoals taal, gewoonten, tradities, etc.
Niet iedereen binnen één cultuur is hetzelfde.
Slide 9 - Tekstslide
Video:
Dominante cultuur & Subcultuur
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Aantekeningen maken
Dominante cultuur
de overheersende cultuur van een land.
Het is de cultuur die gevolgd wordt door de grootste groep mensen
Bijvoorbeeld: vieren van koningsdag en sinterklaar in Nederland.
Slide 12 - Tekstslide
Aantekeningen maken
Subcultuur
Kleinere groepen mensen die veel dingen gemeen hebben met de dominante cultuur, maar ook op een aantal punten verschillen.
Voorbeeld: Ajax-fans, skaters,
Slide 13 - Tekstslide
Tot welke cultuur/culturen en subculturen hoor jij?
Bijvoorbeeld: Mevrouw de Graaf behoort tot de Nederlandse cultuur, en de subculturen: Achterhoekers en Pottenbakkers.
Slide 14 - Tekstslide
Cultuurgebieden: welke landen horen op cultuurgebied bij elkaar?
Met de kenmerken van die dominante culturen kun je de wereld in verschillende cultuurgebieden indelen.
Ken je een land die een vergelijkbare cultuur heeft met NL?
Ken je een land die een vergelijkbare cultuur heeft met ...?
Slide 15 - Tekstslide
Aantekeningen maken
Cultuurgebied
Gebieden met overeenkomsten in de cultuur. Er zijn 10 cultuurgebieden in de wereld.
Schrijf nummer 1 t/m 10 onder elkaar op je blad
Slide 16 - Tekstslide
10 cultuurgebieden in de wereld
Slide 17 - Tekstslide
Aantekeningen maken
Cultuurgebied
Vaak worden Europa, Noord- Amerika en Australië als één geheel gezien: de westerse cultuur.
Slide 18 - Tekstslide
Verschillen en overeenkomsten binnen 1 cultuurgebied?
Slide 19 - Tekstslide
Aantekeningen maken
Nationale & regionale identiteit
De manier waarop de cultuur van een bepaald gebied zich onderscheidt van andere gebieden.
Slide 20 - Tekstslide
Opdracht: verhuizen?
Stel je voor, je gaat verhuizen naar één van de volgende steden:
Washington (Verenigde Staten)
Nairobi (Kenia)
Lhasa (Tibet)
Sydney (Australië)
Zoek op je laptop waar de verschillende steden liggen. Geef aan in welk cultuurgebied elke stad ligt.
timer
3:00
Slide 21 - Tekstslide
Opdracht: verhuizen?
In welke van deze vier steden zou jij je wel thuis kunnen voelen:
Sydney
Nairobi
Lhasa
Washington
Schrijf per stad een aantal voordelen en een aantal nadelen op.
Gebruik hiervoor de introductie teksten en het internet.
Slide 22 - Tekstslide
Opdracht: verhuizen?
Open word op je laptop
Schrijf in minimaal 10 zinnen op waarom je welke stad kiest om in te wonen. Wat zijn de voor- en nadelen van deze stad en deze cultuur? Waarom ga je je daar het beste thuisvoelen?
Gebruik in je tekst zo veel mogelijk woorden uit deze en de vorige les (bekijk je notities)
Check je werk op spelling en netheid
Lever je werk in op Toddle bij de Learning Experience: Verhuizen?
Slide 23 - Tekstslide
Leerdoelen check
Het begrip cultuur omschrijven en minimaal vier zaken noemen die tot cultuur worden gerekend.
het begrip cultuurgebied omschrijven en minimaal vijf cultuurgebieden noemen
Uitleggen waarom je je wel of niet thuis zou voelen in een ander cultuurgebied
Begrippen: Identiteit - cultuur - cultuurgebied
Slide 24 - Tekstslide
Wat voor dingen horen bij cultuur?
Slide 25 - Woordweb
Omschrijf het begrip cultuurgebied en noem 5 cultuurgebieden op.