gegevensbeheer

Gegevensbeheer
Programma:
  • Filmpje
  • Quiz
  • Extra begrippen
  • Oefening: relaties tussen tabellen
  • Gegevensbeheer met Excel
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
InformaticaSecundair onderwijs

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Gegevensbeheer
Programma:
  • Filmpje
  • Quiz
  • Extra begrippen
  • Oefening: relaties tussen tabellen
  • Gegevensbeheer met Excel

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

QUIZ

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In databases spreken we niet over kolommen, maar wel over ...

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In databases spreken we niet over rijen, maar wel over ...

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk gegevenstype gebruik je het best voor telefoonnumers?
A
String of tekst
B
Numbers of numeriek
C
Boolean
D
Image

Slide 6 - Quizvraag

Je kiest voor velden zoals telefoonnummers en postcodes NIET voor numeriek. Je gaat namelijk NIET rekenen met deze veldwaarden.
Wat is een primaire sleutel?
A
Het eerste veld in een tabel.
B
Gebruikt om informatie te versleutelen.
C
Een unieke waarde in een tabel.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een primaire sleutel is altijd een veld met auto-nummering.
A
JUIST
B
FOUT

Slide 8 - Quizvraag

Bij een primaire sleutel wordt vaak gebruik gemaakt van autonummering, maar dit hoeft niet.
De versleuteling van wachtwoorden (encryptie) gebeurt in de database.
A
JUIST
B
FOUT

Slide 9 - Quizvraag

De versleuteling van wachtwoorden gebeurt in de website, niet in de database.
SQL is de afkorting van ...

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Instructiewoord in SQL

Slide 11 - Woordweb

De basisinstructies zijn:
  • Select
  • From
  • Where
  • Insert
  • Update
  • Delete
Andere instructies zijn: (sum), (count), order by, ...
Als een veld is aangeduid als "verplicht", dan is het onmogelijk om dit veld open te laten.
A
JUIST
B
FOUT

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als een veld is aangeduid met de standaardwaarde "België", dan kan je enkel maar "België" invoeren.
A
JUIST
B
FOUT

Slide 13 - Quizvraag

Je kan perfect een andere waarde intypen dan de standaardwaarde.
Je kan enkel het veld met de primaire sleutel aanduiden als uniek.
A
JUIST
B
FOUT

Slide 14 - Quizvraag

Je kan perfect meerdere velden aanduiden als uniek.
Wat is een validatieregel?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze dingen willen we NIET in een database
  • Redundantie
  • Inconsistentie 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Redundantie
= Herhaling
Data die meerdere keren voorkomt in verschillende tabellen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inconsistentie
Tegenstrijdige informatie in verschillende tabellen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening 1
Je maakt een database voor een bibliotheek.
Je houdt de volgende informatie bij:
  • Boeken (titel, schrijver, datum, genre, ISBN-nummer)
  • Lezers (klantnummer, adres)
  • Ontleningen (volgnummer, referentie naar lezer, referentie naar boek, datum ontlening, deadline voor terugbrengen).

Slide 19 - Tekstslide

In deze tabel is de primaire sleutel: ISBN-nummer.
Gegevenstypes: 
  • titel = tekst
  • schrijver = tekst
  • datum = datum
  • genre = tekst
  • ISBN-nummer = tekst
Parent Table
Parent Table
Child Table
Boeken
Ontleningen
Lezers

Slide 20 - Sleepvraag

Van boeken naar ontleningen: delete restricted. Boeken die ontleend zijn kunnen niet worden geschrapt uit de collectie.

van lezer naar ontlening: restricted. Zolang persoon boek heeft uitgeleend, kunnen zijn gegevens niet verwijderd worden.
Oefening 2: Beheerder ziekenhuis
  • Patiënten (rijksregisternummer, aandoening)
  • Operatiekamers of OK (kamernummer, apparaten)
  • Operatie (datum, soort ingreep, verwijzing naar patiënt, verwijzing naar OK)

Slide 21 - Tekstslide

teken de relaties

van patiënt naar operatie: cascade (voorbeeld: patiënt heeft koorts => operatie kan niet doorgaan)

van OK naar operatie: cascade
(vb: OK is in onderhoud => geplande operatie kan niet doorgaan)