Nova Introductieles Levensbeschouwing

Levensbeschouwing
Introductieles
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Levensbeschouwing
Introductieles

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Levensbeschouwing in een diverse wereld
We leven in een wereld waar mensen diverse kijkwijzen hebben op het leven. Mensen van verschillende culturele komaf ontmoeten elkaar. Er zijn altijd wel overeenkomsten en verschillen te vinden tussen jou en de ander. Samen vormen we de maatschappij. Om goed met elkaar te kunnen communiceren en te werken, is het van belang dat je leert over elkaars levensbeschouwingen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Introductie van het thema
Tot aan de voorjaarsvakantie:
Je gaat aan de slag met het onderwerp levensbeschouwing. Hierbij zal je een aantal levensbeschouwingen bestuderen. Na deze week: 7 stuks. Je leert de bijbehorende begrippen, doet kennis op, onderzoekt en werkt aan je eigen visies. Met een groepseindopdracht rond je het thema af in de week van 17 februari.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je leert in deze les...
- wat de begrippen levensbeschouwing, godsdienst, religie en wijsheidstraditie betekenen.
- het verschil tussen een waarheid en een mening.
- welke grote stromingen op het gebied van levensbeschouwing er zijn en waar deze voor staan.
- over je eigen levensbeschouwing te vertellen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk jij aan bij het woord 'levensbeschouwing'?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Levensbeschouwing en godsdienst
De manier waarop mensen het leven ervaren, noemen we een  levensbeschouwing. Iedereen heeft een levensbeschouwing, of je je er nu bewust van bent of niet. Je kijkt op een bepaalde manier de wereld in.

Als je gelooft in een God of in goden, dan heb je een godsdienstige levensbeschouwing. Je kunt dan ook een godsdienst aanhangen. Er zijn ook levensbeschouwingen die niet godsdienstig zijn, zoals een ideologie.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Levensbeschouwing gaat over
vragen als:

- Waarom bestaat de wereld?
- Wat gebeurt er na de dood?
- Hoe kunnen mensen gelukkiger worden?
- Waarom gebeuren er verdrietige dingen?
- ?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Religie
= Een poging van de mens om het universum en zijn bestaan daarin te verklaren.

Een religie kan een (georganiseerde) reactie zijn op wat de mens interpreteert als openbaringen van een hogere macht, mystieke ervaring of van ander soort inzichten.

Latijns woord religare = 'opnieuw verbinden'.

De houtgravure van Flammarion, onbekende artiest. Verscheen voor het eerst in 1888 in het boek van de Franse astronoom Cecille Flammarion.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke religies ken je?

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wijsheidstraditie
= Een traditie die is gebaseerd op het idee dat alle religieuze stromingen een(zelfde) eeuwige of mystieke innerlijke kern hebben.

Wijsheidstradities zijn gericht op de persoonlijke ontwikkeling tot een 'wijs mens', waar geen specifieke vaste, voorgeschreven regels voor zijn (hoogstens aanwijzingen). Er wordt vooral vergeleken met de werking van de natuur.


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is waarheid?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is waarheid?
- Is alles wat de wetenschap zegt waarheid?
- Is alles wat je kunt zien en voelen waarheid?
- Is alles wat je kunt denken waarheid?
- Wie bepaalt wat 'waarheid' is?

"Tegeltjeswijsheid"

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is een waarheid of mening hetzelfde?

Waarheid (in de context van levensbeschouwing!) = een feit vanuit de levensovertuiging. Verder is het geen eenduidig begrip.

Mening = (Indogermaans 'moino': wissel, ruil) een in de mens aanwezige subjectieve opvatting, dan wel attitude, ten opzichte van toestanden, gebeurtenissen of andere personen.

Slide 13 - Tekstslide

Ze kunnen overeenkomen, maar dat hoeft niet. Je kunt van mening zijn over iets, maar nog niet overtuigd zijn.
Het verschil (in context):

Een geleerde zegt tegen Piet: "Vuur is koud en ijs is heet."
Piet ervaart dit anders; Piets waarheid druist hier tegenin, ondanks het feit dat de persoon die dit tegen hem zegt een 'geleerde' wordt genoemd.

Het heeft niets met de meningen van Piet te maken, maar met de waarheid van Piet. Piet kan als gevolg van deze uitspraak wel een mening hebben over deze geleerde...

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De stromingen die de komende weken (in volgorde) aan bod zullen komen:

1. Hindoeïsme
2. Boeddhisme
3. Jodendom
4. Christendom
5. Islam
6. Humanisme
7. Wijsheidstradities in lijn met 'De Universele Wetten'

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht voor deze week:
Zie Google Classroom.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies