In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
§1.4 Goden en mummies
Jagers en verzamelaars
Slide 1 - Tekstslide
Deze les
Leerdoelen 1.4
Uitleg 1.4
Aan de slag / huiswerk
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt beschrijven hoe de Egyptenaren hun goden vereerden en uitleggen waarom ze dat belangrijk vonden.
Je kunt beschrijven hoe de Egyptenaren dachten over het leven na de dood.
Je kunt uitleggen om welke twee redenen de farao belangrijk was in de godsdienst van de Egyptenaren.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Slide 5 - Video
Polytheïsme
= Het geloof in meer dan één god.
Monotheïsme
= Het geloof in één god
Slide 6 - Tekstslide
Goden vereren belangrijk
Goden regelen alles in leven mens & natuur
Zonder hulp goden komt de zon niet op
Slide 7 - Tekstslide
Natuurgodsdienst
Godsdienst waarin natuur wordt vereerd
Bijv.:
De zon
De Nijl
Dieren
Slide 8 - Tekstslide
Goden tevreden houden
Anders... Chaos en rampen
Hoe tevreden houden?
Offers brengen in tempels
Alleen door priester
Slide 9 - Tekstslide
Leven na de dood (hiernamaals)
Dodenrijk
Wanneer werd je toegelaten?
Als je goed had geleefd
Als je lichaam bewaard bleef --> mummificeren
Spullen mee het graf in.
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Slide 12 - Video
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
De Farao
De Farao was:
Legeraanvoerder
Hoogste priester
Hoogste rechter
Slide 15 - Tekstslide
Farao belangrijke rol in Godsdienst
2 redenen: 1. Zorgen voor voorspoed;
Tempels laten bouwen
Aanstellen priesters die offers brachten
2. Farao werd vereerd als zoon van de zonnegod
Speciaal graf --> Piramide --> later rotsgraven. Werden minder snel geplunderd.
Slide 16 - Tekstslide
Piramide van Cheops
Slide 17 - Tekstslide
De oude Egyptenaren geloven in het hiernamaals. In dit dodenrijk (het amenti) heeft de overledene zijn eigen lichaam en spullen nodig om dóór te leven. Daarom ontwikkelen de oude Egyptenaren het mummificeren. Om er voor te zorgen dat de mummies van farao's eeuwig bewaard blijven, worden piramiden gebouwd. Een piramide wordt gezien als trap naar het hiernamaals. Organen worden uit het lijk gehaald en in grafvazen (canopen) bewaard.
Later worden kostbaarheden in de piramiden door dieven leeggeroofd. Daarom worden later rotsgraven in de Vallei der Koningen gebouwd. Daar wordt later ook alles leeggeroofd, behalve, de grafkamer van de 19-jarige Toetanchamon uit 1330 v. Chr. In 1923 vindt een archeoloog zijn kamer vrijwel onbeschadigd met 3500 kunstschatten!
Slide 18 - Tekstslide
Verschil tussen rijk en arm
Rijke Egyptenaren werden gemummificeerd en hadden graven.
Arme Egyptenaren werden niet gemummificeerd en begraven in de woestijn.
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Video
Tot einde les
Maak §1.4 opdracht 3 t/m 10
in Memo online
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Video
Wanneer begonnen de Egyptenaren het hiërogliefen schrift te gebruiken?
A
20.000 v.C.
B
3100 v.C.
C
300 n.C.
D
10.000 v.C
Slide 23 - Quizvraag
Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving:
Een gebied met duidelijke grenzen, één bestuur en overal dezelfde wetten en regels.
A
Hiërogliefen
B
Belasting
C
Staat
D
Irrigatielandbouw
Slide 24 - Quizvraag
Door de irrigatielandbouw was er minder voedsel
A
Juist
B
Onjuist
Slide 25 - Quizvraag
Door de irrigatielandbouw konden er nieuwe beroepen ontstaan
A
Juist
B
Onjuist
Slide 26 - Quizvraag
Een nieuw beroep was bijvoorbeeld
A
Timmerman
B
Wever
C
Pottenbakker
D
Boer
Slide 27 - Quizvraag
Een ambtenaar in het oude Egypte hielp de ...?... met het uitvoeren van het bestuur
A
Prins
B
Farao
C
Leider
D
Keizer
Slide 28 - Quizvraag
Welke fase van overstroming is te zien op het tweede plaatje?
A
Overstromingstijd
B
Zaaitijd
C
Oogsttijd
Slide 29 - Quizvraag
Waarvoor werden piramides gebruikt?
A
woning van de Farao
B
begraafplaats van de Farao
Slide 30 - Quizvraag
Farao
slaven
boeren
handelaren
ambtenaren en schrijvers
Slide 31 - Sleepvraag
De farao werd gezien als zoon van de zonnegod
A
Juist
B
Onjuist
Slide 32 - Quizvraag
Je kon alleen naar het dodenrijk als je goed had geleefd en je lichaam bewaard bleef
A
Juist
B
Onjuist
Slide 33 - Quizvraag
Wie mochten offers brengen in tempels?
A
Iedereen
B
Alleen de farao
C
Alleen de priesters
Slide 34 - Quizvraag
Een geloof in meerdere goden noemen we polytheïsme