Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Herhaling zinsdelen
Herhaling zinsdelen
1 / 12
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
In deze les zitten
12 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Herhaling zinsdelen
Slide 1 - Tekstslide
De vaste volgorde...
•
Persoonsvorm
• / Zinsdelen /
• Onderwerp
• Werkwoordelijk gezegde
• Lijdend voorwerp
• Meewerkend voorwerp
• Bijwoordelijke bepaling
Slide 2 - Tekstslide
Vandaag
Het naamwoordelijk gezegde en het koppelwerkwoord
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
werkwoordelijk gezegde <-> naamwoordelijk gezegde
In het Nederlands heb je twee soorten zinnen.
Zinnen waarin iemand
iets doet. = werkwoordelijk gezegde
Zinnen waarin iemand
iets is. = naamwoordelijk gezegde
Slide 5 - Tekstslide
naamwoordelijk gezegde of werkwoordelijk gezegde?
Katrien is moe.
A
naamwoordelijk gezegde
B
werkwoordelijk gezegde
Slide 6 - Quizvraag
naamwoordelijk gezegde of werkwoordelijk gezegde?
Ze heeft hard gewerkt.
A
naamwoordelijk gezegde
B
werkwoordelijk gezegde
Slide 7 - Quizvraag
koppelwerkwoorden (1/2)
Koppelwerkwoorden:
zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen
(heten, dunken, voorkomen)
Als je deze uit je hoofd leert, kan het makkelijker worden om het naamwoordelijk gezegde te herkennen.
Slide 8 - Tekstslide
koppelwerkwoorden (2/2)
zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen
Bij zinnen met een naamwoordelijk gezegde kun je de koppelwerkwoorden met elkaar verruilen.
Ik ben docent.
Ik word docent.
Ik blijf docent.
Ik blijk docent.
Ik lijk docent.
etc..
Slide 9 - Tekstslide
Naamwoordelijk gezegde en lijdend voorwerp
Een naamwoordelijk gezegde heeft
nooit
een lijdend voorwerp!
Kijk maar:
Ik /
eet
/ een mandarijn. Ik / ben een mandarijn.
ow: ik ow: ik
wg: eet ng: ben [een mandarijn]
lv: een mandarijn lv: -
Slide 10 - Tekstslide
naamwoordelijk gezegde of werkwoordelijk gezegde?
Die ijverige Hendrik bleek de beste van de klas met wiskunde.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde.
Slide 11 - Quizvraag
Opdrachten maken
Cursus 5: par. 3
Opdrachten 1 t/m 5
Slide 12 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
H.4 Grammatica zinsdelen - Naamwoordelijk gezegde
Juni 2024
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1-3
Naamwoordelijk gezegde en koppelwerkwoorden
September 2023
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
naamwoordelijk gezegde en koppelwerkwoorden
Februari 2024
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1-3
7. Naamwoordelijk gezegde
September 2024
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1-3
2H2 donderdag 27 oktober
Oktober 2022
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
naamwoordelijk gezegde 2
Oktober 2024
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1-3
naamwoordelijk gezegde 2
November 2023
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1-3
Naamwoordelijk gezegde
Januari 2024
- Les met
33 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2