In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 40 min
Onderdelen in deze les
6.1 Eten en gegeten worden
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen bij 6.1 Eten en gegeten worden
6.1.1 Je kunt beschrijven dat bij fotosyntheseenergierijke stoffen worden gevormd uit energiearme stoffen, en hoe bij verbranding die energie weer vrijkomt.
Slide 2 - Tekstslide
Even herhalen: hoe maakt een plant glucose?
Bladgroenkorrels doen aan fotosynthese.
Nodig voor fotosynthese:
Koolstofdioxide
Water
Zonlicht
Producten van fotosynthese:
Glucose
Zuurstof
Lastig?
Kijk dan het volgende filmpje.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
En nu de nieuwe lesstof!
Slide 5 - Tekstslide
Eten...
Slide 6 - Tekstslide
...En gegeten worden
Slide 7 - Tekstslide
Even herhalen: verbranding van glucose
Bij dieren en planten zorgt verbranding in de cellen voor energie.
Deze energie gebruikt de plant om te groeien, zich voort te planten etc.
Het proces van verbranding geef je schematisch weer als:
Slide 8 - Tekstslide
Voedselketen
Pijltje = wordt gegeten door (staat voor de energiestroom!)
Alg wordt gegeten door watervlo
Vlo wordt gegeten door baars
Baars wordt gegeten door reiger
Slide 9 - Tekstslide
Voedselweb
In een voedselweb staan
een aantal verschillende voedselketens, in verbinding tot elkaar.
Een voedselketen begint altijd met een plant.
Slide 10 - Tekstslide
Voedselketen:
Producenten en consumenten
Consument van de eerste orde
Consument van de tweede orde
Consument van de derde orde
Consument van de vierde orde
Producent
Slide 11 - Tekstslide
De energie verplaatst zich door de voedselketen
producent --> consument 1e orde --> consument 2e orde
Slide 12 - Tekstslide
Afvaleters
Dode resten van organismen kunnen worden gegeten door afvaleters.
De afvaleters zijn net als alle andere dieren consumenten in de voedselketen.
Slide 13 - Tekstslide
Reducenten
Al het dode materiaal van organismen, zelfs oneetbare delen voor afvaleters, kan worden afgebroken door reducenten.
Reducenten zijn bacteriën en schimmels en horen niet bij de consumenten.
Eindproduct: mineralen (in de bodem) -> dit hebben planten nodig bij groei en ontwikkeling.
Slide 14 - Tekstslide
0
Slide 15 - Video
Maak de opdrachten van 6.1
Slide 16 - Tekstslide
Wat heb je niet nodig voor fotosynthese?
fotosynthese:
koolstofdioxide + water + licht => glucose + zuurstof
Mineralen zijn nodig om van glucose eiwitten en vetten te maken, maar dat is geen fotosynthese
A
mineralen
B
zonlicht
C
water
D
koolstofdioxide
Slide 17 - Quizvraag
Fotosynthese is..
A
Water + koolstofdioxide + licht -> glucose + zuurstof
B
Glucose + zuurstof -> koolstofdioxide + water + warmte
Slide 18 - Quizvraag
Een voedselketen is :
A
rij organismen die elkaar eten
B
een aantal voedselketens die met elkaar verbonden zijn.
C
een rij organismen waarin je ziet wie door wie wordt opgegeten
Slide 19 - Quizvraag
Wat is een voedselweb?
A
Één voedselketen
B
Meerdere voedselketens, met elkaar verbonden.
C
Een kringloop van voedsel
Slide 20 - Quizvraag
Producent, Consument of Reducent?
A
Producent
B
Consument
C
Reducent
Slide 21 - Quizvraag
Producent, Consument of Reducent?
A
Producent
B
Consument
C
Reducent
Slide 22 - Quizvraag
Producent, Consument of Reducent?
A
Producent
B
Consument
C
Reducent
Slide 23 - Quizvraag
Waarmee begint iedere voedselketen?
A
Consument 1e orde
B
Producent
C
Reducent
D
Heterotroof organisme
Slide 24 - Quizvraag
Waar horen pissebedden bij?
A
Consumenten 1e orde
B
Consumenten 2e orde
C
Consumenten 3e orde
D
Consument 1e orde en hoger
Slide 25 - Quizvraag
Bij welke groep hoort de kikker?
A
Producent
B
Consument 1e orde
C
Consument 2e orde
D
Reducent
Slide 26 - Quizvraag
is een plant een consument, producent of een reducent?
A
consument 1e orde
B
producent
C
consument 2e orde
D
reducent
Slide 27 - Quizvraag
Is een bacterie een consument, producent of een reducent?
A
consument 1e orde
B
producent
C
consument 2e orde
D
reducent
Slide 28 - Quizvraag
Nu kun je als het goed is...
Uitleggen wat een voedselketen is
Uitleggen wat een voedselweb is en hoe je deze afleest
Vertellen wat de rollen in een voedselketen zijn, namelijk: - Producenten - Consumenten - Alleseters - Reducenten
Uitleggen hoe fotosynthese werkt (meer uitleg in paragraaf 2)