P3 - week 3 - Rechten en vrijheid

• Filosofie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 4

Aan de slag

Rechten en vrijheid

Welkom

Aan de slag

Kijk naar de onderstaande regels. Beargumenteer wie die regel volgens jou gemaakt zal hebben. Beargumenteer vervolgens waarom je het een goede of slechte regel vindt.

1. Als de docent praat moet je stil zijn.
2. In de metro luister je muziek met je oortjes, niet hardop.
3. Je moet altijd doen wat een politieagent zegt.

Startopdracht

Aan de slag

1. Uitleg: legitimiteit en twee soorten rechten
2. Oefenvraag: rechten en legitimiteit
3. Uitleg: Positieve en negatieve vrijheid
4. Zelfstandig werken
5. Uitleg: Brede moraal en smalle moraal
6. Zelfstandig werken 

Programma

Aan de slag

5) ik kan het verschil tussen positief recht en natuurrecht uitleggen.

6) ik kan het verschil tussen positieve en negatieve vrijheid uitleggen en toepassen. betrekken.

7) ik kan aangeven wat de rol van de staat is binnen een rechtvaardige samenleving betrekken. Dat kan ik aan de hand van:

• het onderscheid tussen smalle en brede moraal

• Rawls’ de sluier van onwetendheid

begrippen:

Positief recht, natuurrecht, positieve en negatieve vrijheid, smalle en brede moraal

Aan de slag

Macht is legitiem als de macht van de machthebber gerechtvaardigd of terecht is.

Wanneer macht legitiem is is een filosofische vraag.

Legitimiteit

nos.nl

Aan de slag

• Tegen welke macht verzet de Black Lives Matter vereniging zich in het filmpje?
• Welk argument zal BLM geven dat de macht waar ze zich tegen verzetten niet legitiem is?
• Wat zou Hobbes zeggen over de protesten van BLM?

Legitimiteit

Aan de slag

Burgers hebben rechten en plichten:

Rechten: Dingen die je moet mogen doen of moet krijgen.

Plichten: Dingen die je moet doen of juist niet moet doen.

Positief recht en Natuurrecht

Aan de slag

Positief recht: Een recht dat op een bepaalde tijd en plek geldt.

Natuurrecht: Een recht dat van nature gegeven is, en dat mensen altijd hebben, los van tijd en plaats

Positief recht en Natuurrecht

Aan de slag

Positief recht: Een recht dat op een bepaalde tijd en plek geldt.

Positief recht en Natuurrecht

Aan de slag

Natuurrecht: Een recht dat van nature gegeven is, en dat mensen altijd hebben, los van tijd en plaats

Positief recht en Natuurrecht

John Locke

Immanuel Kant

Aan de slag

Lees eerst hoofdstuk 3 in je reader.

1. Volgens John Locke heeft elk mens een natuurrecht op leven. Leg uit waarom volgens Locke de macht van de politie waar BLM tegen protesteert niet legitiem is.
2. Leg vervolgens uit waarom volgens Hobbes de macht van de politie wel legitiem is. 

Oefenvragen

Aan de slag

Filosofen maken een onderscheid tussen positieve en negatieve vrijheid.

Let op!!! 

Dit is geen waardeoordeel, maar twee verschillende soorten vrijheid

Positieve en negatieve vrijheid

Aan de slag

Negatieve vrijheid: Vrijheid die je hebt omdat er geen belemmeringen zijn.

Negatieve vrijheid gaat over wetten, regels en de afwezigheid van bedreigingen of drang.

Positieve en negatieve vrijheid

Het heet dus negatief omdat iets er niet is.

Aan de slag

Positieve vrijheid: De vrijheid die je hebt als je de middelen hebt om iets te doen.

Negatieve vrijheid gaat over hulp, geld en kansen die je hebt.

Positieve en negatieve vrijheid

Het heet dus positief omdat iets er wel is.

Aan de slag

Positieve en negatieve vrijheid

Voor de afschaffing van slavernij:

Na de afschaffing van slavernij:

Aan de slag

Een gebrek/genoeg aan positieve of negatieve vrijheid?

Oussama wil graag de les uit, maar dat mag niet van meneer Langhout.

Positieve en negatieve vrijheid

Aan de slag

Een gebrek/genoeg aan positieve of negatieve vrijheid?

Salih wil graag dokter worden, maar zijn familie kan de studie niet betalen.

Positieve en negatieve vrijheid

Aan de slag

Een gebrek/genoeg aan positieve of negatieve vrijheid?

Rosa Parks wil graag zitten in de bus, maar alle stoelen die over zijn zijn bedoeld voor witte mensen.

Positieve en negatieve vrijheid

Aan de slag

Een gebrek/genoeg aan positieve of negatieve vrijheid?

Jan wil graag een HBO doen, maar hij heeft alleen een VMBO diploma.

Positieve en negatieve vrijheid

Aan de slag

Een gebrek/genoeg aan positieve of negatieve vrijheid?

Jan wil graag een HBO doen, maar hij heeft alleen een VMBO diploma.

Positieve en negatieve vrijheid

Aan de slag

Lees paragraaf 4.1 in je reader

1. Schrijf de definities van brede moraal en smalle moraal in je reader.
2. Leg uit waarom mensen die in brede moraal geloven positieve vrijheid belangrijker vinden. 
3. Leg vervolgens uit waarom negatieve vrijheid belangrijker is voor smalle moraal.
4. Beargumenteer of jij zelf vind of de overheid smalle moraal of brede moraal moet aanhangen.

Aan de slag

Aan de slag

Brede moraal: De overheid moet niet alleen voor noodzakelijke behoeftes zoals veiligheid en gezondheid zorgen, maar ook voor andere behoeftes als onderwijs en kunst.

Smalle moraal: De overheid moet zich niet bemoeien met het leven van mensen, maar alleen aan noodzakelijke behoeftes voldoen.

Brede en smalle moraal

Aan de slag

5) ik kan het verschil tussen positief recht en natuurrecht uitleggen.

6) ik kan het verschil tussen positieve en negatieve vrijheid uitleggen en toepassen. betrekken.

7) ik kan aangeven wat de rol van de staat is binnen een rechtvaardige samenleving betrekken. Dat kan ik aan de hand van:

• het onderscheid tussen smalle en brede moraal

• Rawls’ de sluier van onwetendheid

begrippen:

Positief recht, natuurrecht, positieve en negatieve vrijheid, smalle en brede moraal